Kiwipedia

Hij schreef dat ik moet gaan voor een scheurkalender op zijn kiwiaans. Driehonderdvijfenzestig gedichtjes over de leefwereld van onze kiwi.

Dat zal de druivelaar doen verbleken. Deze laatste klein formaat scheurkalender met voor elke dag een flauwe grap op de achterkant, kende ik van concept. Mijn grootouders hadden die en mijn grootmoeder las ze mij als kind altijd voor als ik op bezoek kwam. Ik wist tot recent niet dat die scheurkalender ‘druivelaar’ heette. Tot een collega het in haar reactie op een mail vermeldde. Een mail van mij met een aantal datavoorstellen voor komende overlegmomenten, met her en der een flauwe woordspeling ertussen gebreid. Dat deed haar associëren.

Dat woord breien gebruik ik trouwens ook vaak in combinatie met woorden en schrijven, al zeg ik het zelf. Misschien moet ik tijdens het schrijven van dit blogbericht mijn onderbewustzijn de opdracht geven een gedicht te ‘construeren’ met de woorden ‘kiwi’ en ‘breien’ erin. Die gedachte bezorgt me alleszins hier en nu al een glimlach. Te zot voor woorden. Te gek voor spek. Te lang voor een Chinees.

Enfin. Nu heb ik eigenlijk nog niet uitgemaakt waarover ik hier en nu zal schrijven. Alleszins zit ik op mijn koertje, heb ik geen internetverbinding en zal ik dus straks weer handmatig alle witruimtes mogen corrigeren als ik deze hele wrap aan woorden oprol, vastneem en in de WordPress van Fiducia prop.
Titeltje: check! Categorie: Check! Tags: diepe zucht, wat plak ik er nu weer op?

Hoe eten trouwens een invloed kan hebben op de schrijfstijl. Net een wrap gegeten. Vandaar. Eigenlijk twee. En wederom iets te snel.
Nog steeds geen zinnige zinnen dus. Jammer. Maar we zetten door.

Dat ik daarstraks vlakbij bibliotheek de Krook in Gent aan een tafeltje zat waar even later vlak daarnaast Tom Lanoye zich neervlijde om de architectuur van De Krook te becommentariëren met zijn tafelgenoot. Moet ik dat vermelden? Moeten, moeten,… niks moet.

Bedenk ik me net dat ik nog een scheurkalender heb liggen van 2018 die ik niet gebruik. Ik dacht ook bij de aankoop: weet je wat, ik scheur de blaadjes er niet af, dan kan ik volgend jaar nog genieten van de spreuken. Maar ik kijk er amper in en hij ligt te bestoffen op de kast. ‘Elke dag levenswijsheid uit de oosterse en westerse filosofie voor inspiratie, kracht en zelfinzicht.’ Ik zal dadelijk eens op de dag van vandaag kijken. Neen, het kan me opnieuw niet beroeren. Mijn excuses Ernst Bloch.

Soms heb ik dat, dat ik iets koop waarvan ik denk dat het mijn leven gaat verrijken. Dat was wellicht het geval bij deze scheurkalender. Dat heb ik soms ook met magazines. Dat ligt daar dan zo mooi te glanzen in de krantenwinkel en dan denk ik ‘oh dat is toch zo gezellig om daar lui in te bladeren, laat ik er één kopen.’ En dan kies ik keurig en koop ik de meest sprekende frontfoto met bijbehoren en… blijft dat blad onaangeroerd liggen thuis.
Tot het verticaal geklasseerd wordt. Want een niet gelezen blad weggooien kan ik toch niet?! Welke boodschap geef ik daarmee aan de kinderen?
Ach, ach…

Ik zit hier wel goed zo. Het was een goeie dag. De kiwi mag tevreden zijn. Hoewel ik een uur later dan gepland richting werk vertrok, beetje versufd nog, heb ik toch een goede vergadering gehad met een strakke planning voor morgen. De namiddag werd een fijn ingevulde halve dag vrij in aangenaam gezelschap in Gent. Voor herhaling vatbaar. Ik heb voor de tweede keer op rij een lift naar huis gekregen van haar, ze drong er op aan.
En ik bedacht me dat ik dus die terugrit op mijn halftijds treinabonnement nog niet had moeten invullen.
Eerst beraamde ik het stiekeme plannetje om van de 12 een 13 te maken voor morgen. Tot ik me bedacht dat de ingevulde regel begon met DONDERDAG. Daar is al wat moeilijker een VRIJDAG van te maken. Dan maar twee ritten op de Rail Pass morgen. Of ik haal de helikopter nog eens van stal 😉

Morgen is mijn laatste werkdag voor een weekje cursus/verlof/kunstcreatie. Jiehaa! Heb er zin in.
Het valt nog te bezien of de blogberichten zich laten schrijven daar. Best wel, als mentale hygiëne.
Al worden het door beperkte wifi-omstandigheden mogelijk slechts wachtende woorden in een foldertje offline.
Klaar om de wereld te zien als de kiwi weer voet aan wifi-grond zet binnen een dikke week.

En dat de diepe vermoeidheid me gespaard mag blijven van nu tot na…mijn beleefweek.
Amen.

Ok, daar gaan we dan met mijn onderbewustzijn:

ik vroeg een vriend hoe gek ik ben
nu ik een Kiwi tracht te breien
hij raadt me Wikipedia aan
en lacht met mijn contreien

Weidse gedachten

Photo by Neven Krcmarek on Unsplash

Daar ga ik dan. Helemaal in mijn nieuwe omgeving een vers bericht brouwen.

Ik had mijn voorlopige versie van deze webstek al aan enkele collega´s doorgestuurd. Feedback gekregen ook, waar ik mee aan de slag ga, hoewel ik bij de laatste feedback op het euvel bots waar ik tot op heden mijn tanden op kraak en mijn hersens op peinig.
Toch maar wachten op dat boek of alsnog trial and error en hopen op alweer een eureka moment?!

Ik sta scherp dezer dagen. Mooi werk verzet ook daarstraks op het werk. Met een appreciërende sms van mijn baas die mijn ‘eerste gooi’ van een synthesedocument dat ik op zijn bureau neerlegde, had doorgenomen. Ik pikte het bericht op van mijn smartphone op de trein huiswaarts en voorzag het met de glimlach van weerklank.

Een uurtje vroeger op het werk vertrokken omdat het nu eenmaal fijn weer is om wat extra tijd te genieten op mijn koertje.  En zelfs om veertig na twintig voelt dat hier nog heel erg als verlof. Vederlichte stilte ook, op de vogels en de passerende tuinkatten na. En mijn gezelschapsradio.
Vreemd vind ik dat.
Wat is er nu beter dan de weidsheid omarmen om de dag af te ronden?!
De dag mee te beginnen ook, maar daar is het nu het moment niet voor.

Misschien is er wijsheid nodig om de weidsheid te ontdekken in het alledaagse. Al blijkt het woord weidsheid niet in mijn dikke van Dale te staan. Maar ik beslis me daar niet door te laten beïnvloeden. Wijsneus die ik ben.

Zonet een aanzet van programma voor een hele dag stagebezoek op mijn vrijwilligersstek uit mijn mouw geschud. Ik wou ‘geschut’ schrijven maar dan zou u niet snappen wat ik schrijf. Denk ik. Misschien onderschat ik u. En zit u ook op uw terras van de weidsheid te genieten.  Bent u wijs. Of wijst u op dit eigenste moment. Naar wat?
Wie zal het zeggen? Het alziend oog?

Vanochtend schrok ik even op toen ik vanop de trein op een sjofel perron rode bloemetjes zag staan die nog niet eerder mijn aandacht vingen. Een eerste blik zei dat het klaprozen waren, maar een tweede blik murmelde dat klaprozen voller zijn en niet die vier slanke aparte rode blaadjes hebben.
Ofwel is het een soort klaproos dat ik niet als dusdanig erken.
Of is het een soort klaproos waar een hoek af is. Misschien kan dat ook.

Volgens mij ben ik niet helemaal in schrijfmodus op dit moment.
Maar een mens moet zijn vaardigheden onderhouden of hij verleert ze.
Net zoals je paswoordengebruik moet onderhouden. Of je vergeet ze.
En vindt ze dan toevallig terug omdat je bij wijze van verveling in een klein notitieblokje zit te bladeren op zoek naar herwondering en je plots eurekagewijs (is een speciaal soort wijs) op dat paswoord botst waar je gisteren ietwat benauwd naar zocht.

Wat het eigenlijk ook weer niet waard is.
Zolang er weidsheid is, vang ik hoop.