Wellicht vraagt u zich op deze moeder der moederdagen af waarom ik rood en groen vernoem in mijn titel en niet de kleuren van de andere partijen. En denkt u wellicht dat ik met zo´n blogtitel wel voor een progressieve partij zal stemmen. Maar dat is een voorbarige conclusie van u. Want misschien gaat deze tekst helemaal niet over voorkeuren. Misschien gaat deze tekst over wiskunde. En over verwarring.
Wiskunde geeft verwarring. Zo dacht Jan V. er over. Hij zat een veertigtal jaren geleden in het eerste studiejaar en kreeg een doos met houten blokjes. Blokjes om mee te leren tellen. Het kleinste blokje was wit, ongeveer één kubieke centimeter groot en stelde het cijfer één voor. Het cijfer twee werd voorgesteld door een rood balkje van twee kubieke centimeter een balkje drie was groen. Er waren tien soorten blokjes. En daarmee kon je puzzelen en uitzoeken wat je allemaal kon samenleggen om aan tien te komen. Want tien dat is het beste resultaat in de lagere school. En natuurlijk moet je streven naar dat resultaat. Daarover discussiëren we niet.
Maar het moment dat de meester zei ‘rood + groen is vijf’ was kleine Jan in de war. ‘Hoe kan je nu kleuren optellen en een cijfer uitkomen’ vroeg hij zich af. Hij boog zijn hoofd over zijn blokkendoos en bestudeerde het probleem. Hij kwam er niet uit en was de rest van de dag mentaal afwezig. Jantje was nochtans niet dom. Jantje kreeg later zelfs zoveel inzicht in de wondere wereld van de wiskunde, dat hij toen hij grote Jan werd als ingenieur afstudeerde aan de universiteit. Het was daar dat ik hem leerde kennen. Als de man met de grappige verhalen wel te verstaan. Over het boekweitbrood van zijn moeder, over de lotgevallen van baseballspelers en over het trauma dat deze bewuste optelsom hem bezorgd had. Over de verwarring, die hem dus tot op de dag dat zijn verhaal mijn herinnering inkroop, had beziggehouden. Toen ik hem een tijdje geleden mailde over de grote oceaan, spraken we af dat als ik ooit een boek zou schrijven, dat dat mijn titel zou zijn: ‘rood + groen=5’. Maar omdat grote woorden vaak kleine daden worden, werd het dus de titel van deze blog. En dan zelfs nog niet helemaal. Ach, afspraken…maar ik onderstel dat hij het me niet kwalijk zal nemen.
Deze week kreeg ik een vragenlijst vanwege het ministerie van onderwijs. Een vragenlijst die moest ingevuld worden door de ouders van leerlingen van het laatste jaar humaniora. Onze mening werd gevraagd over het nut van wiskunde. Ook wat we zelf hadden gestudeerd werd bevraagd en of we thuis met wiskunde en wetenschap bezig zijn. Omdat er misschien een link bestaat tussen de waarde die aan wiskunde wordt gehecht op het thuisfront en de wiskunderesultaten op school. Dat het, wie weet, misschien te voorspellen is wie een tien zal halen. Zelfs zonder de punten op te tellen. Als dat niet waardevol is.
Ik ben me er heel goed van bewust dat ik in mijn eerste paragraaf zelf voorbarige conclusies heb getrokken. Door te suggereren dat ik weet waaraan u denkt. Uiteraard weet ik dat niet. Zo goed kan ik me ook weer niet inleven.
Ik kan me wel inleven in elke kleine Jan. Die wil Tellen maar verWard is.
Of Lin die wil MeeTellen maar niet zoals Ward is.
Of Marie die zelf ook wil verTellen maar niet Mee is.
En dan wou ik nog zo´n leuke oneliner formuleren om deze blog af te ronden, maar merk ik dat het een eyeliner is geworden. Een zwarte. Het zei zo.