Gezocht

‘Technici gezocht met passie voor de reiziger.’

Ik las deze oproep op het scherm in de trein afgelopen week. Op dat scherm worden wel meer aankondigingen getoond zoals het traject en vermoedelijke aankomsttijden, de organisatie van de wagons en niet onbelangrijk, een vriendelijk welkomstwoord als ‘goeiemorgen’.
Dit naast de boodschappen die de huidige generatie conducteurs laat horen. De één al met een aangenamere stem dan de andere. In de ene trein al beter te verstaan dan in de andere. En de ene boodschap al relevanter dan de andere. ‘We komen aan in het eindstation van deze trein. Gelieve bij het verlaten van de wagon na te kijken of u niets of niemand vergeet’. Een vleugje humor…waarom niet.

Maar deze oproep: ‘Technici gezocht met passie voor de reiziger’. Met een foto van een man die aan ‘iets’ aan het sleutelen is met de glimlach. Ik weet het niet. Zouden ze niet meer succes kunnen halen mochten ze de boodschap omkeren en er van maken ‘Reizigers gezocht met een passie voor techniek.’
Ik denk dat hun publiek, de treinreizigers in dit geval, zich dan meer aangesproken voelt en iemand met passie voor techniek vinden is denk ik net iets geloofwaardiger dan iemand met een passie voor de reiziger vinden.
Wat heb je dan aan die passie, als je tijdens je werk niet rechtstreeks met die reiziger in aanraking komt?
Als je hem enkel in gedachten moet houden terwijl je de trein op technisch vlak klaarmaakt voor roulatie.

Dan vraag ik me ook af of ik de enige ben die dat opmerkt en die zich afvraagt wie zich door deze quote aangesproken voelt.

Ik ben een techneut. Of heb op zijn minst mijn techneutendiploma behaald jaren geleden.
Al denken veel mensen vandaag dat ik psycholoog of psychiater ben. Maar dat is een ander verhaal dat er hier niet toe doet.

En een passie voor de reiziger hebben. Dat ligt volgens mij meer in de lijn van wat je van een conducteur mag verwachten. Al is passie in deze wel een vreemd woord.
Want ik kan me voorstellen dat je bij de ene reiziger al met iets meer passie het treinticket inscant dan bij de andere. Is het niet de handeling die passie vraagt, en niet het doelpubliek…?
Ben ik nu nog te volgen of maak ik het te ingewikkeld, vraag ik me dan ook af…

Misschien is het gewoon wat spielerei. Of gewoon de vooraankondiging van de titel van een nieuwe NMBS-film die binnenkort op het scherm te zien zal zijn in de trein. Enkel voor reizigers die een geldig vervoerbewijs kunnen tonen. Met via koptelefoon simultaan vertaling in de moedertaal van de reiziger. Met bij elke stopplaats een korte samenvatting van wat er al gebeurd is. Een film die zich aanpast volgens het traject. Misschien iets interactiefs…waar de reizigers het vervolg van de treinrit-film mee kunnen vormgeven. Door bijvoorbeeld naar het toilet te gaan en de deur niet te sluiten. Stel u voor. Allen vol verontwaardiging het beeldscherm in de gaten houdend…terwijl de man intussen allang weer op zijn plek zit. Maar ja, wie ziet de mens nog. Wie heeft nog passie voor de reiziger?

Een film, met passie gemonteerd door de vers aangeworven techneut met passie voor de reiziger.

Brengt me bij mijn laatste bezoek aan mijn psychiater. Hij vroeg me hoe het zat op relationeel vlak.
Ik zei eerlijk dat ik geen relatie heb. Dat ik ook niet op zoek ben. Bij zijn derde vraag gaf ik wel toe dat ik er wel voor opensta.
Misschien moet ik ook een vooraankondiging van mijn romantische film maken. Al is die volgens mij al jaren geleden gebricoleerd. Le fabuleux destin d´Amélie Poulin met Audrey Tautou komt alleszins heel erg in de buurt van de fantasiekronkels die leven in Wonderland voor mij met zich meebrengt.

Hoe zou mijn annonce voor een partner eruit kunnen zien? ‘Gezocht: …’
Dacht je nu echt dat ik dat hier zou verklappen? Dat ik dat zelfs zelf kan vormgeven?

🙂

Ethisch reizen

maarten-van-den-heuvel-400616

Photo by Maarten van den Heuvel on Unsplash

Tijdens mijn middagpauze ben ik gericht op zoek gegaan naar een zandloper. Ik kwam steltlopers, hardlopers en uitlopers tegen, maar die konden me niet doen overlopen van enthousiasme.

De zandlopers die ik eerder had zien staan waren wel heel erg glazig. Een lelijke kleur glazig ook. En de kleinste had een doorlooptijd van drie minuten. Dat is nog te lang voor de doeleinden die ik voor ogen heb. Anderhalve minuut. Dat is wat ik wil. En een beetje robuuster dan alleen glas. Maar geen plastic. En niet zo duur als deze exemplaren.

Zo. Seffens op enter drukken en morgen zit dat in mijn brievenbus.
Ik heb het gevoel dat dit een blogbericht met wat fantasie-uitlopers wordt.
Maar ik geef me eraan over. U ook?

Vanochtend verliep mijn treinrit niet geheel emotieloos. Ik had me in rijrichting genesteld op een zitje aan het raam. De man achter me was schijnbaar aan het bellen, al ben ik daar niet helemaal zeker van aangezien zijn stem zo gedempt klonk. Zijn taal klonk me vreemd in de oren. Af en toe neuriede hij. Wat me een glimlach bracht terwijl ik het landschap aftuurde in het kabbelend verlangen verwonderd te worden.

Maar toen hij ergens van heel ver slijmen begon op te rochelen om er vervolgens met een luid grommende ‘snirf’ uit de diepste krochten van zijn…slijmvliesstelsel en wellicht een flinke draai van zijn tong mijn jas mee te bekogelen (in mijn gedachten), kreeg ik heel sterk de neiging om met enige walging mijn spullen bij elkaar te rapen en een andere plek op te zoeken. Oppassend voor de slijmerige vlek op mijn jas.

Kon je die zin niet splitsen, veel te lang!

Het bleef niet bij één keer.

Ik keek even naar de overkant van het gangpad toen het weer gebeurde. Twee jonge snaken keken zijn richting uit met een ietwat verbouwereerde uitdrukking op hun gezicht. Alleen al om dat beeld plooide ik terug op mezelf en voelde een glimlach mijn gezicht vervormen (net plasticine, waar zit Pingu?) en mijn keel samenknijpen om een grinnik te onderdrukken.

Hoe moet dat dan?
Die man was zich wellicht niet bewust dat dit een ‘beetje’ ongepast was.
Andere cultuur, weet je wel. Moet je dan de tijd nemen om dat te zeggen?
‘Mevrouw, meneer, in Belgische treinen is zoiets ongepast.’
‘Waarom dan?’
En daar zit je dan, met je mond vol … zandlopers…

Wat gaat voor? Je eigen gewoontes of de ethiek van het treinreizen?

Is dat nu geen vreemde laatste zin? Ik zal hem maar stil wegvegen voor iemand erover valt…vuilblik op, hup, de vuilnisbak in.

Vorige week zat ik op een treintraject waar geregeld bedelaars passeren.
Die delen dan een kaartje uit met de uitleg waarom ze passeren. In de hoop dat je hen geld geeft om o.a. hun elektriciteitsrekening en voeding mee te betalen.
De conductrice kwam de bedelaar die net voorbijliep achterna. Verzamelde alle kaartjes en vroeg wie ‘lastiggevallen’ was. Een man sprak haar aan. Dat ze niet achter hem aan moest gaan. Dat het ok was en we zijn situatie moeten begrijpen. Dat deze man zich niet opdrong.
Wat zegt de ethiek van het treinreizen hier?

En om meteen een thema uit een eerder blogbericht mee te nemen, wie zijn hier de graaiers en wie de gevers? En wie luistert naar wie en in welk niveau?

En wat is de definitie van een landloper? En hoe verandert die als hij de trein opstapt en zijn eerste L door een Z vervangt?

Zomaar wat vragen op een doordeweekse dag.

 

Treinkunst

braden-barwich-190909

Photo by Braden Barwich on Unsplash

Gisteren heb ik gedanst op een trein.
En geschreven, maar dat laatste is minder spectaculair.

Wisper is een vormingsinstelling gespecialiseerd in actieve kunsteducatie. Ik ben er inmiddels vaste klant. Ooit begonnen met cursussen improvisatietheater, maar intussen ook van autobiografisch schrijven, dans en fotografie geproefd. Ook performanceteksten brengen, poëzie en klankgeörienteerd zingen passeerden de revue.  Met de zalige zomercursus vertellen in een klooster in Ste. Croix in Frankrijk als topper. Wanneer was dat ook alweer?

Maar dit was dus de eerste keer dat ik ging dansen op een trein. Ik had het nog als familieuitstap proberen te verkopen aan mijn twee dochters, maar dat vonden ze maar niks.
‘Zitten daar dan nog andere mensen op die trein? Dat doe je toch niet mama?!’
Mama dus wel. Al begon ik de laatste dagen toch wel te twijfelen of dans een goede keuze was. Met de vermoeidheid die ik al een aantal weken onder de leden heb en een hernia die weer van zich laat horen. Uiteindelijk heb ik gisterenochtend gedanst en in de namiddag geschreven tot ik ook daarvoor te moe was en de rest van de rit wezenloos uit het raam heb gestaard.
Ik heb zelfs nog getwijfeld of ik mee zou gaan, omdat mijn gemoed inmiddels ook al een tijdje niet meer is om over naar huis te schrijven.
Tot nu. Mijn jongste zit tegenover me te werken aan een opdracht tegen woensdag. Komt hier weer logeren. Gezelschap in huis. En een fijne vergaderdag vandaag, die me weer wat vertrouwen en hoop gegeven heeft.

En ik schrijf weer. Stel u voor.

De Wisper-express was overigens een trein waar we in Gent of Leuven konden opstappen en helemaal tot Eupen rijden al kunst-creërend. Er waren dansers, acteurs, schrijvers, zangers en tekenaars. En er was één wagon gereserveerd voor ons. Wat behoorlijk druk was met zevenenvijftig bedreven kunstzinnigen. Ook de perrons in de tussenstations kregen een bezoekje van ‘dansers met een opdracht’. Wel opletten dat we tijdig weer opstapten. Mensen keken amper op. Hun blik gericht op de deuren van de trein. Hunkerend naar een plek om te zitten. Er geen acht op slaand hoe daar enkele dansers hun bewegingen imiteerden of uitvergrootten. Ontevreden grommend omdat de plaatsen in onze wagon gereserveerd waren.

In Eupen zelf heb ik me voor de lunch van de groep afgescheiden. De drukte was me wat te groot. Heb me op een stil plekje onder een boom genesteld en mijn bokes opgegeten. Nog een wandeling en dan op naar aansluiting bij de groep om het één en ander voor te bereiden voor een toonmoment, de groepen onder elkaar.

‘Jij kent me niet zoals ik’, mijn six word story, was de kersverse start van een reeks momentopnames onder woorden gebracht.

Het was fijn. En ik voel hoe ik aansterk. Best trots.
Bedankt Wisper, bedankt socio-culturele sector, om mensen te laten schitteren.