Photo by rawpixel.com on Unsplash
Zo, ik heb toch maar mooi zijn telefoonnummer.
En hij het mijne niet, hoewel dat zijn vraag was. Toen hij begon door te hebben dat ik niet zou toegeven gooide hij het over een andere boeg. Dat ik toch wel binnen de achtenveertig uur zou reageren?! Ik heb eerlijk gezegd dat ik dat niet kon beloven.
Mooie ogen had hij wel.
En grappig vond ik het eigenlijk ook. Dat hij de straat overstak en parmantig vroeg of hij naast me mocht komen zitten. Hij had me al in de gaten van helemaal aan de andere kant van de straat, zei hij, waar hij stond te wachten tot het licht op groen sprong. En hij mij had gespot met mijn flesje water naast me en pen en notitieboek in de hand. Ik had ‘zijn hart een sprongetje doen maken’. In het Frans nog wel. ‘En dat gebeurt echt niet vaak.’ Zei hij dus…
Dat hij uit Tunesië kwam en al een jaar gescheiden was. Dat is lang voor een man. En diepgelovig. Waardoor het extra lang is voor een man, vermoed ik dan. Als ik ook geloofde dat het iets met hem kon worden dan moest ik met hem een koffie gaan drinken. (Om de praktische zaken van onze langdurige relatie te regelen). Dat ik een andere afspraak had en mijn nummer niet zomaar geef vanwege eerder onfijne ervaringen, daar had hij begrip voor.
Maar achtenveertig uur om me te bedenken en hem alsnog te bellen, dat moest redelijk zijn. Maar hij nam respectvol afscheid omdat ik die richting uitstuurde vermoed ik.
En hij vervolgde zijn weg.
Ik even later ook, na het schuddebuiken. En ik zag hem in de verte lopen. Kreeg zowaar weer bijna de slappe lach. Moet dit nu altijd mij overkomen? De werkman die in zijn camionet zijn bokes at, omdat hij wellicht geen vergadering met broodjeslunch had genoten net daarvoor, zal er ook zijn gedacht over hebben.
Over die vreemd grinnikende vrouw daar op de stoep. Ik weet niet wat zijn hart deed. Maar aan zijn gezicht te zien was honger stillen een ernstige zaak.
Voor mijn zelfverklaarde aanbidder de straat verliet, zag ik hem nog schaamteloos en vol aandacht het hoofd draaien om de derrière van een als poetsvrouw geklede vrouw te bewonderen. Lap, alweer een glimlach op mijn gezicht. Ja, een jaar is lang.
Het leven kan soms hard zijn.
Gelukkig heb ik letters ter beschikking om mijn wereld weer met de voeten op de grond te brengen. En heb ik mijn therapeut om één en ander te duiden. En me weer te aarden.
Tiens, dat rijmt op baarden. Paarden haarden staarden lafaarden ontaarden en zomeer.