Photo by Gustavo Quepón on Unsplash
Ik heb nood aan iets fijns.
Iets subtiel, dat die uitputting in mijn lichaam een nieuwe wending kan geven.
Een herinnering aan iets fijns is ook al goed. Want ook dat is iets fijns.
De onverwachte mail van de échte dichter was zeer fijn. In een persoonlijke boodschap aangevuld met de woorden die wellicht ook anderen kregen, werd ik uitgenodigd voor de voorstelling van zijn nieuwe dichtbundel. En ik glimlachte. Om die zalige taalvirtuositeit. Om de herinnering aan de ontmoeting. Om zijn voorstel mij met een ‘dichtersbriefje’ te verontschuldigen op het werk om aanwezig te kunnen zijn.
Wellicht lukt het. Ik kijk er naar uit te mogen toe-schouweren en mee-leven.
De mail van de schrijver was ook fijn. Hoewel zijn automatische antwoord me net had aangegeven dat hij niet vaak zijn mails checkt in deze voor hem zeer drukke dagen.
Maar klaarblijkelijk op dat eigenste moment wel. En hij was blij en dankbaar dat ik binnenkort naar de theatervoorstelling van zijn boek kom kijken.
Twee fijne mensen die me op dit eigenste moment weer een warm gevoel geven. Dankbaar hen te mogen kennen. Dankbaar dat ze mij willen kennen.
Wat licht me nog op? De wetenschap van de ontmoeting met mijn beste vriendin straks. Na de cursus die ik geef maar waar ik op dit moment niet veel zin – lees energie – in heb. Al zal ik me tegen dan ook wel weer helemaal geven. Leeg-geven maar dankbaar ont-vangen ook. (Wat een vreemd woord is dat eigenlijk…).
Die cursisten kunnen er niet aan doen dat mijn energie op een laag pitje staat.
Maar dat ik dit weekend mijn agenda en engagementen eens onder de loep ga nemen, dat weet ik ook. Om er maandag over in gesprek te gaan.
En dat ik verder ga brainstormen over wat ik in dat ene traject allemaal tegenkwam, dat voel ik ook aan mijn goesting. Daar liggen ook van die ‘fijne’ dingen klaar die de potentie hebben heel mijn systeem in een andere energie te brengen.
De bezorgdheid van een dame die een project co-leidt waaraan ik meewerk ontroerde me. Ik, de kwetsbare. En of het wel ok was met me na de bijeenkomst. Het voelde niet betuttelend. En ik versta haar conclusie na wat er gezegd en getoond was. Maar het vreemde is dat de bijeenkomst waar zij over sprak me net voedde. Want op de trein naar huis had ik een heel fijne en intense beleving. Van ‘heelheid’. Van een systeem dat zich helemaal opende en blij en dankbaar was om de ervaring.
Hoewel ik die ochtend ook helemaal uitgeput aan mijn dag was begonnen. Ik heb zelfs nog door mijn huis gedanst die avond.
Ja, ja…het werkt. Het schrijvende schrijvertje vindt haar licht. Ik voel stilaan een kriebelende energie zich van me meester maken om ook deze dag door te komen. Vorm te geven zelfs.
Vanavond komt mijn oudste thuis. En ik denk dat ik haar lievelingsgerecht ga maken.
En zondag komt mijn jongste weer thuis voor een paar weken.
Iemand om voor te zorgen. Naar te kijken. Te beleven. Te koesteren. Een aria voor te zingen in mijn beste ‘vals’. Tot ze met haar ogen rolt en ‘mama’ zegt, op een toon die alleen ontgroeide pubers kunnen produceren.
Leven. Het is ´t een en ´t ander.