Photo by Moritz Schmidt on Unsplash
Wil ik echt onzichtbaar zijn?
Ik hoorde het mezelf zeggen op de cursus die ik volgde afgelopen week. Hoe de facilitator er dan op inpikte door te zeggen hoe moeilijk het dan moest zijn als er zo aan me getrokken wordt.
Dat is het ook. Al twee keer het afgelopen jaar werd ik voor een project waar ik aan meewerk, gevraagd of ik op de radio wilde getuigen.
Neen dus. Ik wil meewerken, maar laat me buiten het vizier.
Ik hoef die ongezouten meningen niet van mensen die denken dat ze met A ook B kennen en dus vrijuit mogen spuien.
Wil ik überhaupt ook wel dit bericht geschreven hebben?
Zonet heb ik me nog eens aan freewriting gezet. Drie pagina´s schrijven aan één stuk door. Er vormden zich weer tranen in het laatste stuk. Herinneringen aan vernederingen toen ik op mijn zwakst was. Maar er kwam ook trots bovendrijven omdat ik toch telkens weer opnieuw begon. Hoe ik ook meestal mijn draai weet te vinden in werkomgevingen en thema´s waar ik niet in thuis ben.
Eigenlijk heb ik op dit eigenste moment zin om me even onder een deken te nestelen en eens goed te huilen. Helemaal in elkaar gekruld.
Maar mijn jongste is hier aan het studeren…dus houd ik me sterk. Toen een poos geleden tranen me weer overmanden, zei ze me kordaat dat ik moest stoppen met huilen. Of ik wist hoe erg ze het vond dat mijn gehuil haar niet meer raakte. Ik heb gereageerd dat ik geloofde dat het haar nog wel raakte, dat ze dit anders niet zou vragen. Maar dat ik kon begrijpen hoe moeilijk dit voor haar was om machteloos toe te moeten kijken, zelfs al had het gehuil niets met haar te maken.
Gisteren een uitgebreide babbel gehad met mijn oudste dochter. Ze had mijn Engels artikel over ‘luisteren’ dat ik eerstdaags de wereld instuur onder de loep genomen en ze had heel veel commentaar. Gaf op een bepaald moment ook aan dat zij in haar studie geneeskunde op dit moment heel andere dingen leert dan wat ik schrijf in mijn artikel. Heb haar gezegd dat ik me daarvan bewust ben. Dat de therapeutische distantie haar bestaansrecht heeft, dat het wordt gehanteerd met een reden, maar dat mijn benadering een mens-tot-mens benadering is waar de patiënt zich hoogstwaarschijnlijk meer bij gehoord voelt.
Ik heb de waarheid niet in pacht. Maar ik neem wel bestaande waarheden op de korrel als ze hun tijdsgeest ontgroeid zijn.
Misschien wil ik niet onzichtbaar zijn. Misschien wil ik me wel op elk mogelijk moment onzichtbaar kunnen maken. Wil ik geen aandacht op me. Toch zeker niet in een groep. Maar wel graag van mens tot mens in een setting waar ik de ander kan horen, zien en ten volle beleven. In een ruisarme omgeving.
Volgende week ga ik op restaurant met een goede vriend/ex-collega. En ik merk hoe ik in mijn arsenaal aan eetgelegenheden zoek naar eentje waar ik hem kan horen ook al spreekt hij niet luider dan anders. Waar ik zijn verhaal met gemak kan onderscheiden van dat aan andere tafels. En ik vind er niet meteen één.
Misschien wil ik zo onzichtbaar zijn als stilte.
Zichtbaar onder de juiste aandacht.