Het is lang geleden, maar op dit eigenste moment, hier zo tijdens het schrijven, heb ik het bijzonder moeilijk.
Tranen staan hoog. Wat doet het dan om me toch aan dit klavier te zetten?
Nochtans zijn er momenteel geen ingrijpende dingen op mijn pad. Behalve het gegeven dat ik vandaag tweeëntwintig jaar geleden rond negen uur in de ochtend ben bevallen van mijn oudste dochter. Die hier net is binnengestapt, vers terug van een Ghana reis waar ze stage heeft gelopen in een ziekenhuis. Dat ik haar dankbaar terug in mijn armen heb gesloten. Mijn meisje is terug.
Dat ik niet weet waar al die jaren naartoe zijn. Al die jaren dat ik heb geworsteld om er toch voor beide dochters te kunnen staan zodat ze vooral geen liefde tekort kwamen, hoewel ik vaak amper mezelf bij elkaar kon houden. Dat mijn oudste een tijdje geleden naast me liep en zei dat ze trots op me was, haar woorden verrasten me maar haar uitspraak deed me deugd. Dat mijn jongste net per sms liet weten dat ze vanaf zondag opnieuw twee weken bij me logeert. Dat doet ook deugd.
En ik? Ik zit hier nu te grienen en het is me niet helemaal duidelijk waarom.
Of toch…dat de dingen die ten goede moeten veranderen dat wat mij betreft wat sneller zouden mogen doen. En duurzaam. Dat ik graag nog zou zien dat het eco-systeem zich herstelt. In velerlei betekenissen. Dat meer levende organismen een leefbaar leven mogen leiden, dat meer mensen bereid zijn uit te reiken om ‘de ander’ te leren kennen, dat we niet meer denken in muren maar in wandelwegen…
Dat er terug meer tijd wordt gemaakt om samen te zijn in plaats van om vanalles te doen.
Eigenlijk ben ik moe. Misschien is het vooral dat.
Dezer dagen moet ik schrijven aan een dossier waar ik in een co-creatie meer dan anderhalf jaar aan heb gewerkt.
Het schrijven lukt me niet. Het lukt me niet te schrijven aan een bureau waar constant beweging in lichaam en woord is. Ik ben bang zaken te vergeten. En ik vind de juiste toon niet. En ik wil alles tegelijk doen maar ook focussen en een goede structuur hanteren.
Het is echter nog steeds chaos op dit moment. En de tijd dringt. De tijd dringt opnieuw, zoals zo vaak.
Misschien is dit niet zo klein, waar ik doorga. Misschien symboliseert het ook het afronden van een herstelproces waar ik dus ook al meer dan twintig jaar aan werk. Zal maar even een zakdoek nemen, u wil me hier niet zien zitten, lezer.
Het is nog maar kwart voor acht. Nog te vroeg om de dag af te ronden. Nog te lang te gaan tot de nacht om helemaal met tranen te vullen.
Misschien kan ik niet meer. Misschien ben ik moe en moet ik tweeëntwintig jaar slapen, terug in de tijd. Opnieuw bevallen van mijn dochter en genieten van haar progressie en groei. Met hernieuwde krachten.
‘Mannetje groen’ riep ze uit om aan te geven dat ik de straat veilig kon oversteken om haar van de trein naar de kribbe te brengen.
En op een avond las ze luidop het boekje ‘Kerstmis met Musti’. Ze was toen anderhalf, vertelde elk woord zoals het in het boek stond en sloeg de pagina´s correct om. Ik stond te koken…te kijken…vanuit de keuken…vol trots. toen al.
Mijn tranen zijn gedroogd. Tijd om me nog wat op mijn koertje te zetten. En te zijn…