meer dan Alice hoef ik niet
om mijn kriebel weer te vinden
samen uit in Wonderland
op reis in eigen hoofd
Woordenwissel
En ja, ik ben weer terug. En ik heb net tegen mezelf gezegd dat ik weer iets te snel uit de startblokken schiet. Ik voel het aan de spanning in mijn nek. Dus neem ik nu rustig de tijd om het handvol attente mensen dat me een berichtje stuurde in de dagen dat ik me weer helemaal onzichtbaar waande hier te eren. Ziek en plat…het lijkt alweer ver weg.
Mijn jongste dochter, die haar agenda erbij nam om tijd te maken voor mama, die op een afgesproken avond zal koken voor haar volgende week. En daar nu al naar uitkijkt. Voor de foto met vitaminerijk fruit. Die ik echt wel grappig vond en goed aansloot bij mijn virale noden. Meer nog, ik heb de reflex weer te pakken om naar fruit te grijpen doorheen de dag. Pakken en grijpen, hoor mij. Gulzig taalgebruik. Dankjewel X 🙂
Het herstel’genot’ dat Y me wenste via sms. En de welverdiende nachtrust. Die nachtrust was geen probleem, dat herstelgenot was meer ‘wervelgesnot’ :-). Die me nu net ook een fijn berichtje stuurde waar ik zo meteen op reageer met verwijzing zodra mijn nieuwe creatie annex dit blogbericht klaar is.
Mijn co-begeleidster van de cursus herstelschrijverij, die ik alleen het bos in heb gestuurd, maar die heeft ongetwijfeld de koekjes en thee zorgzaam bij oma gebracht. Ik ben zeker dat ze op het paadje bleef ook, behalve om bloemetjes te plukken dan. Het woord ‘liefde’ stond in haar bericht. En het voelde compleet en helemaal juist en zacht aan. Ik stuurde al een berichtje. Hopelijk attent genoeg.
Mijn lieve mama, die zich niet wil opdringen en dus het initiatief aan mij overlaat om contact op te nemen en/of hulp te vragen. Mijn beste vriendin die heel geduldig wacht tot ik weer klaar ben om af te spreken. Morgenvroeg dus. Z, met wie ik een afspraak moest annuleren. En O, omdat hij zo geduldig en attent is. En helemaal in mij gelooft en in het proces dat ik doorloop…kruip…worstel. Overwin dus, straks.
Mijn collegaatjes die even naar me uitreikten met lieve woorden. Ik zal maar geen kus geven dinsdag zeker 😉 Omdat kussen op het werk wel niet in het arbeidsreglement zal staan als toegelaten activiteit…
Ik ben ook de stad in gegaan vandaag. Omdat ik nog wasmiddel nodig had dat ik eigenlijk zelf zou maken en ik weer op de lange baan schuif. Bang voor de waskracht. Wat me eraan herinnert dat de wasmachine klaar is met haar eerste lading voor dit weekend. Wow, 21u al zie ik…
Ik heb dus in de stad ook twee kaartjes gekocht. Nu ja, eigenlijk vier, maar twee om mijn kinderen een ruggensteuntje aan woorden te geven in aanloop naar hun examens. Die envelopjes staan al klaar. Dan eentje voor mezelf, omdat ik dat ook wel fijn vind, mijn eigen woorden. En één onbestemd. Voorlopig.
En ik ben ook een terrasje gaan doen. Met mijn winterjas aan. Kringloopwinkel bezocht, wat gekocht en iets gaan afprinten in de bibliotheek. Niet noodzakelijk in die volgorde trouwens.
Misschien moet ik het hier maar bij laten voor nu. Was te drogen hangen. Dag afsluiten. Streepje inlezen en bijtunen. Dit was negentien mei.
Tata Tovertante
Photo by Erik Stine on Unsplash
Hoe zo´n ding heet weet ik niet. Maar als je aan een zebrapad staat te wachten kan je door op de knop op dat ding aan de verkeerspaal te drukken, registreren dat je als voetganger wil oversteken. Dan volgt een tikkend geluid. Mogelijk gebeurt er alleen dat en verandert er helemaal niets aan je wachttijd. Alleszins vind ik het gebruik van die dingen niet doorzichtig. Al amuseer ik me soms wel door op die stip te blijven drukken, dansend met mijn vingers en dan telkens, tot vervelens toe, het registratiegeluidje te produceren.
En intussen schijnbaar onverstoorbaar te observeren hoe mijn mede-wachters daarop reageren.
Alleszins. Daarstraks begaf ik me, behoedzaam het verraderlijke fietspad overstekend, naar het dichtsbijzijnde zebrapad vlakbij het centraal station in Antwerpen. Mijn hand bewoog spontaan naar de stip toen mijn oog viel op de ronde sticker die erop plakte.
De boodschap: ‘Push to reset the world’ en ondertekend met #spaceutopian.
Ik kreeg spontaan een glimlach op mijn gezicht en de wat zware gevoelens die ik sinds gisteren al meedraag maakten plaats voor een verbonden gloed.
Het gegoogle van zonet bracht bij mij de vraag op hoe lang ik erover heb gekeken. Ik, de zelfverklaarde ‘verwondermomentjes’-spotter.
En dan de vraag of ik op zo´n knop zou drukken wetende dat de wereld ermee gereset zou worden. Wat is dan het domein dat gereset moet worden? Wat is dan het pijnpunt dat even tilt moet slaan om dan op een andere, meer duurzame manier, de draad weer op te pikken? Of een andere draad. Waarom ook altijd een rode draad trouwens?
Ik denk dat het geld is. Dat als we geld even stagneren, niemand het meer kan laten groeien, afhalen, storten, whatever…dan zal één en ander zich herschikken. Geen geld, dus consumptiedrang vermindert gedwongen. Wat met voeding dan? Zij die het hebben versus zij die er geen toegang toe hebben? Als je helpt, krijg je een deel.
Kan dat snel weer scheef trekken? Doe me denken aan een vervolgverhaal dat ik las op de webstek waar ik begon met het publiek maken van mijn schrijfsels. Bijna acht jaar geleden alweer. Even opsnorren. Economie in een notedop, op maat van boswezens.
De vervolgdelen zijn aanklikbaar in de rechter bovenhoek. Ik heb het niet gelezen als kritische lezer, maar heb er wel van genoten met een kinderlijke blik.
Mensen hebben van niets zoveel last als van het niet hebben van geld indien een behoefte zich aandient. Als het al geen obsessie is.
Dat onze moeder aarde in razend tempo dreigt uit te hongeren…Ver van mijn bed.
Dat sociale ongelijkheid mensen tot wanhoopsdaden drijft… hun eigen schuld. Ver van mijn bed ook.
Mensen die opbranden? Ja, dat komt dichter. En dat is een lastige…want dat kost ons veel…euh…geld.
Ik ging nog een filmpje inladen en nu ben ik vergeten welk…ah ja…
Over tijd. Misschien is het ook een optie om de tijd even stil te zetten. En dan katapulteer ik even opnieuw naar die magische televisiereeks uit mijn kindertijd.
Tita tovenaar. Ik laat me inspireren. Mogelijk werden door het kijken naar die reeks de zaadjes gelegd voor mijn wondere gedachtekronkels. Die ik koester.
Tata de voorleesjuf. Fiducia de verwonderaarster. Tata Tovertante.
Ik voel dat mijn krachten wegebben. Even resetten.
Tot hoors.
Herbronnen
Photo by Antonio Poveda Montes on Unsplash
Ze stuurde me een uitnodiging door omdat ze dacht dat ik er iets aan zou hebben.
Ik las het bericht. Een startende onderneemster schrijft haar verhaal neer en lanceert een idee.
Opgebrand op het werk. Vier maanden thuis om terug op te laden. Een eigen zaak starten en daar helemaal voor gaan. Stilaan voelen hoe ze opnieuw opbrandt. En dan nu het idee lanceren om met een aantal vrouwen eropuit te trekken om te wandelen in de bossen, te keuvelen en samen te koken. Met ook yoga op het programma maar dat is geen moetje.
Ik heb daarop mijn computer afgesloten en ben een grote wandeling gaan maken.
Smartphone: check!
Sleutel: check!
Identiteitskaart en twintig euro: check!
Die twintig euro omdat ik geen kleingeld meer had en ik toch even die ‘lekkere bakker’ wou aandoen. Ook om de kleine hoop van mijn jongste op wat lekkers niet meteen van de baan te schuiven wegens geen geld op zak.
Bijna de hele weg zat ik een liedje te neuriën dat al een aantal dagen mijn hoofd bewerkt.
The moment I wake up, before I put on my makeup, I say a little pray for you.
En nu schrijf ik dit neer en ben ik ineens niet zeker meer of het dit liedje was.
Haha, typisch ik…
Maar ik heb toch lekkere galettewafeltjes met chocola gekocht. Hoewel ik dacht dat de bakker al gesloten was.
Stond daar een kabouter op me te roepen: ‘Kom binnen. De deur is nog open! Ik sta op de deurklink.’ Geen zwarte prins op een kameel te zien dus schrijd ik binnen, behoedzaam de kabouter op mijn handen dragend. Valt mijn oog op de galettewafels met chocola. Ja! roep ik uit en ik laat de kabouter een salto maken en zorg dat hij weer veilig op zijn voetjes neerkomt in mijn linker handpalm. ‘Prima keuze!’ zegt hij. Betalen, kabouter terug op de deurklink posteren. Nog snel een prins teleporteren. En weer verder.
Was overigens de hele weg verdiept in observatie en gedachten want toen ik een tuin voorbijliep en een beest keihard begon te blaffen (ik vermoed dat het een hond was) schrok ik bijna een meter hoog. En dan al wankelend heel even in een deuk om zoveel alertheid.
Toen de fietser die aan de overkant voorbijreed, aangaf dat ook hij geschrokken was, kon ik mezelf weer geruststellen: oef, ik ben normaal 🙂
Maar wat ik wou vertellen…Een vrouwenweekend organiseren lijkt me geen ontspannende activiteit. Zelfs er naartoe gaan lijkt me geen ontspannende activiteit. Bovendien werd nogal benadrukt dat als je zegt dat je meegaat, je ook ‘moet’ meegaan. Geen excuses. Tja. Dat is op zijn minst buiten de kuren van mijn gezondheid gerekend. Als die vandaag ja zegt en binnen vier dagen of drie weken zegt die neen, dan mag je op je hoofd staan dansen, mijn ‘huis’ zal alle aandacht krijgen die het nodig heeft.
Bovendien word ik al moe bij de gedachte met een bende onbekende vrouwen op pad te gaan.
Geef mij maar een solo wandeling, of een terrasje met mijn beste vriendin. Zelfs al duurt dat hoop en al anderhalf uur, dat is vakantie voor mij. Ik geloof niet in hard werken om met een aantal weken vakantie beloond te worden. Ik geloof in alle dagen wat vakantie inlassen. Bijvoorbeeld alle dagen een mini-kunstenaarsafspraakje, zoals Julia Cameron het introduceerde in mijn leven.
Elke ochtend een paar minuten één zijn met de ruimte buiten zonder iets te ‘doen’.
Elke avond een blogbericht knutselen om de dag te bevatten.
Ik zag daarnet een mama-eend het water oversteken omringd door zes kleine kuikens.
Schoon was dat. Ook even rond me gekeken vooraleer ik een pluisbloem aftrok en blazend het vruchtpluis verspreidde. Een kinderhand is gauw gevuld.
Moe maar voldaan neem ik dadelijk een galettewafel.
Maar eerst alvast een kop koffie zetten om de chocola bij weg te smelten.
Geniet daar!
Potentieel
Photo by Brian Ceccato on Unsplash
Het is gekeerd. En zij ligt aan de basis daarvan.
Ik had nochtans getwijfeld of ik onze wandeling niet beter zou afbellen. Verlengde de tijd in mijn bed tot het uiterste. Draaiend, kerend en piekerend. Dan toch maar alle energie bij elkaar geraapt, gedoucht en op een kop koffie naar het park vertrokken.
Zoals meestal was ze te laat. Vier minuten in dit geval. Ik stond er vijf te vroeg. Het terrasje was al bevolkt, maar wij gingen wandelen. En ik zeurde. En zij luisterde. En toen we twijfelden of we nog een toer zouden wandelen of van een terrasje genieten in de zon, kozen we voor het laatste.
Op een bepaald moment zag ik haar weer even in gedachten verdwijnen, ik had het al eerder opgemerkt en ik vroeg wat er was. Dacht dat ze zich ergens zorgen om maakte. ‘Ik was gewoon aan het bedenken wat jij zou kunnen doen.’ Lap, ik in tranen. Zij die een oplossing voor me zoekt. Ik besef dat het de job is waar ik in zit die me vaak heel wat energie kost. Dat ik die energie in evenwicht krijg door vrijwilligerswerk te doen. En dat de resterende ’tijd’ vooral uitgaat naar mezelf handhaven.
Maar ook alleen vrijwilligerswerk doen zou ik niet ok vinden. Omdat het me dan frustreert dat ik niet deftig betaald word voor de waardevolle dingen die ik doe. En dat schreef ik al eens: hoe waardevoller het werk dat je doet, hoe minder verloning er vaak tegenover staat. Hoe meer je verdient, hoe minder je krijgt. Kijk maar naar vuilnismannen. Ze moesten de vuilnis zomaar eens laten staan. Of de ruimingsdiensten. Ik herinner me hoe iemand in de hal van het station aan het ruimen was en een ‘intelligente’ treinreiziger het nodig vond te zeggen ‘dat hij dit werk voor geen geld van de wereld zou willen doen…hahaha’.
Ik zou er bij wijze van metafoor een schepje bovenop hebben gedaan als ik een pollepel bij had. Er een hoofdzaak van maken.
Wanneer ik vuilnismannen voorbijfiets, zeg ik hen meestal vriendelijk gedag. Omdat ik dankbaar ben voor wat ze doen. Dat de vuilnis niet opstapelt in mijn berghok. Dat ik er zelf niet mee naar het containerpark moet. Laatst stonden twee vuilnismannen wat onbeholpen te draaien toen de chauffeur van de vuilniswagen full speed achteruit reed, uitstapte en wild een vergeten zak in de laadbak gooide. Ik was toevallig te voet en zei iets in de trant van ‘die heeft haast’. De vuilnisman die het dichtst bij me stond haalde zijn schouders op en zei ‘hij is kwaad dat we die zak vergeten zijn, ach, laten doen…’
Maar alleszins, mijn dag is dus opgeklaard. En ik heb me boven de boeken gebogen op mijn koer. Het ging vooruit, ik begin zowaar de materie te bevatten maar ben nog huiverachtig om het geleerde toe te passen in de context waar ik het het liefst zou inzetten. Nog wat herhalen en experimenteren in veilige contexten.
En ik kwam een hoofdstuk tegen waar een inzicht stond dat me emotie gaf. Het beschreef dat waar ik zelf op vastloop. Bang om lading te lossen.
Maar het gaat er wel uit komen. Voel ook op dit eigenste moment beweging en heb ook al wat koude rillingen weggepuft en gekronkeld vandaag. Enfin.
Het was al bij al een mooie dag.
Een open hemel.
Vol zinderend potentieel.
Zondedagen
Photo by Igor Ovsyannykov on Unsplash
Het stoofpotje pruttelt.
Mijn kinderen zijn weer in de buurt, dan kookt mama.
Kinderen zijn de moeite om voor te koken. Vrienden ook, maar op één of andere manier heb ik nog niet gekookt voor vrienden sinds ik in dit huisje woon. Kleine keuken, wat onhandig. Of ik uiteraard. Af en toe de benen onder tafel schuiven is anders ook wel fijn. Dat doen we soms. Maar complimenten krijgen op mijn kookkunst mag ik ook wel smaken. Dank u receptjes!
Ooit heb ik op een doordeweekse zomerdag volledig op intuïtie een pizza gemaakt waarvan mijn jongste zei ‘ik weet niet wat jij met mijn mama gedaan hebt, maar ik heb nog nooit zo´n lekkere pizza gegeten.’ Ik herinner me dat bij het decoreren van de pizza de groentjes uit mijn handen vielen en ik voelde aan heel mijn systeem wanneer ‘het klopte’. Idem dito bij het kruiden. Eén met wat ik aan het doen was. De rust zelve.
Ik zal maar zwijgen dat ik een dag later in het ziekenhuis lag.
Ach. Vandaag heb ik een hele dag gepoetst. Deed deugd om alles nog eens door mijn handen te laten gaan. Me te herinneren welke boeken ik in huis heb. Ontstoft.
Maar ik heb ook gehuild. Toen ik me buiten op de koer had geïnstalleerd voor de lunch rond een uur of drie. Aan het klaptafeltje met de aangeschoven stoel. Toen huilde ik boven mijn boterhammen. Vanwege de herinnering aan een pijnlijk moment. Getriggerd door het lezen van een oud blogbericht van mezelf waarvan ik zag dat er een andere bezoeker naar was gaan kijken. De keerzijde van nieuwsgierigheid.
Hoewel ik heel moe ben, ga ik dadelijk nog de was ophangen en de bedden van de kinderen verversen. Ja dat zouden ze zelf kunnen doen. Maar ik doe het nu graag voor hen. Om hen gastvrij te onthalen. Niets zo fijn als vers gewassen lakens om je onder te nestelen na een vermoeiende dag.
Het water staat trouwens weer hoog voel ik. De afwas moet ook nog weggewerkt. Diezelfde jongste dochter vroeg zonet of ik het stoofpotje zelf had gemaakt. Dat het lekker was. Ja, ik schrijf een voorgerechtje en na het eten een toetje 😉
Lekker stil in huis. Zij met haar hoofd boven haar cursussen. In afwachting van grote zus die heel laat de laptop van jonge zus zal binnenbrengen.
Ik heb mijn oudste dochter amper gezien dit weekend, maar de momenten dat ze hier was waren fijn en intens. Samen ook naar enkele creaties op ‘De beste Singer-Songwriter van Nederland’ gekeken en enkele afleveringen van ‘Wat als’ geconsumeerd, allebei online.
Vóór mijn TV-scherm staat een portretfoto van me van toen ik negentien was. Een cadeautje aan mijn vriend toen voor zijn verjaardag. Inmiddels ex-man. Hij kan er dus niets meer mee doen.
Die foto staat daar goed. En doet zelden een stapje opzij om de TV-beelden prijs te geven.
Gerson Main was overigens zeer te genieten. Zie hieronder.
Fijne week alvast.
Mozaïekei
Photos by Unsplash
Mijn grootvader woont in een woonzorgcentrum. En hoewel hij er niet helemaal gelukkig is, zal het niet gelegen hebben aan de initiatieven die men er organiseert en ondersteunt.
Zo is er onlangs iemand langs geweest die hem geschilderd heeft.
Een heel mooi portret waarin je hem goed kan herkennen.
Dat circuleerde de afgelopen dagen per mail in de familie op initiatief van mijn moeder, die hem het meest bezoekt.
Ze had het portret in zijn kamer gevonden en hem ernaar gevraagd.
Hij herinnerde het zich eerst niet, maar daarna wel.
Flarden.
Onlangs kwam hij ook op de regionale televisie. Omdat het woonzorgcentrum een systeem had aangekocht waarbij de bejaarden op een hometrainer fietsen terwijl op een beeldscherm hun buurt aan hen voorbijkomt.
Dat het fijne herinneringen mag oproepen, dat hoop ik voor hen.
Gisterenavond ben ik met mijn ouders, kinderen en nonkel gaan eten in een fijn restaurant in mijn buurt. Als verjaardagscadeau voor mijn moeder…haar verjaardag van vorig jaar. Ik had haar broer erbij gevraagd. Hij is net verhuisd naar het ouderlijke huis en mijn ouders hebben hem daarbij geholpen.
Ik heb gezien dat ze allemaal van het onderonsje genoten hebben.
Ikzelf vond het fijn hen te zien genieten, al geniet ik zelf nog meer van één op één contacten, of maximaal met vier, waar ik echt in gesprek kan gaan in plaats van door elkaar te harrewarren in een restaurant waar ook aan andere tafels soms hevig gediscussieerd wordt. Soms zelfs over dezelfde onderwerpen als aan onze tafel. Flarden. Chaos. Vermoeidheid.
Dat ik anders ben. En dat van mezelf toelaat.
Misschien kom ik uit een mozaïekei*.
*Mozaïekei = ei waarin reeds in een zeer vroeg stadium de vermogens tot bepaalde ontwikkelingen gelokaliseerd zijn. (Dikke Van Dale)