Weidse gedachten

Photo by Neven Krcmarek on Unsplash

Daar ga ik dan. Helemaal in mijn nieuwe omgeving een vers bericht brouwen.

Ik had mijn voorlopige versie van deze webstek al aan enkele collega´s doorgestuurd. Feedback gekregen ook, waar ik mee aan de slag ga, hoewel ik bij de laatste feedback op het euvel bots waar ik tot op heden mijn tanden op kraak en mijn hersens op peinig.
Toch maar wachten op dat boek of alsnog trial and error en hopen op alweer een eureka moment?!

Ik sta scherp dezer dagen. Mooi werk verzet ook daarstraks op het werk. Met een appreciërende sms van mijn baas die mijn ‘eerste gooi’ van een synthesedocument dat ik op zijn bureau neerlegde, had doorgenomen. Ik pikte het bericht op van mijn smartphone op de trein huiswaarts en voorzag het met de glimlach van weerklank.

Een uurtje vroeger op het werk vertrokken omdat het nu eenmaal fijn weer is om wat extra tijd te genieten op mijn koertje.  En zelfs om veertig na twintig voelt dat hier nog heel erg als verlof. Vederlichte stilte ook, op de vogels en de passerende tuinkatten na. En mijn gezelschapsradio.
Vreemd vind ik dat.
Wat is er nu beter dan de weidsheid omarmen om de dag af te ronden?!
De dag mee te beginnen ook, maar daar is het nu het moment niet voor.

Misschien is er wijsheid nodig om de weidsheid te ontdekken in het alledaagse. Al blijkt het woord weidsheid niet in mijn dikke van Dale te staan. Maar ik beslis me daar niet door te laten beïnvloeden. Wijsneus die ik ben.

Zonet een aanzet van programma voor een hele dag stagebezoek op mijn vrijwilligersstek uit mijn mouw geschud. Ik wou ‘geschut’ schrijven maar dan zou u niet snappen wat ik schrijf. Denk ik. Misschien onderschat ik u. En zit u ook op uw terras van de weidsheid te genieten.  Bent u wijs. Of wijst u op dit eigenste moment. Naar wat?
Wie zal het zeggen? Het alziend oog?

Vanochtend schrok ik even op toen ik vanop de trein op een sjofel perron rode bloemetjes zag staan die nog niet eerder mijn aandacht vingen. Een eerste blik zei dat het klaprozen waren, maar een tweede blik murmelde dat klaprozen voller zijn en niet die vier slanke aparte rode blaadjes hebben.
Ofwel is het een soort klaproos dat ik niet als dusdanig erken.
Of is het een soort klaproos waar een hoek af is. Misschien kan dat ook.

Volgens mij ben ik niet helemaal in schrijfmodus op dit moment.
Maar een mens moet zijn vaardigheden onderhouden of hij verleert ze.
Net zoals je paswoordengebruik moet onderhouden. Of je vergeet ze.
En vindt ze dan toevallig terug omdat je bij wijze van verveling in een klein notitieblokje zit te bladeren op zoek naar herwondering en je plots eurekagewijs (is een speciaal soort wijs) op dat paswoord botst waar je gisteren ietwat benauwd naar zocht.

Wat het eigenlijk ook weer niet waard is.
Zolang er weidsheid is, vang ik hoop.