‘Het is uit met zijn vriendin.’
‘Echt? Is hij depri?’
‘Dat weet ik niet.’
Einde discussie.
Twee treinstations en talloze akkefietjes verder:
‘Zij maakt foto´s van haar kat. Daar is echt een hoek af.’
Mensen beluisteren die het over rariteiten hebben. Een fijne tijdsbesteding op de trein. En ik hoefde niet meer te doen dan stil te blijven zitten en mijn oren te spitsen naar het gesprek op de twee zitjes achter me. Ze moesten eens weten dat ik hun woorden hier publiek maak. Zouden ze er dan een schepje bovenop doen? Of zouden ze op hun woorden letten? Een mens waant zich niet gehoord als hij zich in een kleine ruimte bevindt. Lekker intiem. Onder ons gezegd en gezwegen…weet je al…echt?!
Een mens waant zich ook niet bekeken op straat. Maar je wil niet weten hoeveel camera´s er hangen. Hoeveel camera´s en microfoons al ingebouwd zijn in ‘smart’ straatverlichting.
Zelf heb ik al twee drones in mijn tuin ontmoet. De eerste keer zat ik wat te werken aan mijn klaptafeltje toen een groot wit exemplaar met een zijde van een dertigtal centimeter op ettelijke meters boven mijn tuin bleef hangen.
Hallo?! Mag dat? Neen dat mag niet. Dat is inbreuk op de privacy.
En weg was hij nog vooraleer ik mijn gedachten had prijs gegeven en ik had zijn nummerplaat niet.
De tweede keer vond ik een brief tussen mijn post van een buurman. Hij was zijn ‘helikoptertje’ wellicht in één van de tuinen van zijn buren kwijtgespeeld. Of we het alstublieft konden terugbezorgen op adres zus, of verwittigen op vaste telefoon zo of mobiele telefoon plus… Ik was er meteen zeker van dat het projectiel zich in mijn tuin bevond. Het was echter te donker om te gaan kijken. De volgende ochtend schoot ik mijn kamerjas aan en een paar schoenen en trok de tuin in waar ik inderdaad zijn ‘helikoptertje’ vond. Dat er een camera op zit? Dat verzwijgen we voor het gemak. Dat hij boven mijn tuin, mijn privacy vliegt en beelden maakt, dat ook. Dat ik het vriendelijk zou gaan terugbrengen zodat hij zijn speeltje niet te lang moest missen, was buiten mijn aard gerekend.
Ik heb de wijkpolitie gebeld en verteld wat ik had gevonden. Ik had het kabeltje al losgetrokken en de geheugenkaart eruit gehaald. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik niet opgezet was met mijn vondst en dat zij dat aan de eigenaar mochten gaan uitleggen. Dat ik het zelf niet ging terugbrengen.
Een tiental minuten later stond een politieagent aan mijn deur. Duidelijk in zijn nopjes. ‘Dat heb je prima gedaan mevrouw’. Ik heb hem alles meegegeven en met kloppend hart de deur afgesloten.
Ja, er is intussen een wetgeving op het gebruik van drones.
Maar ook, ik vrees dat we maar half beseffen hoeveel we prijs geven.
Waar blijft die drone als hij kan registreren dat ik depri ben of er een hoek af is van mijn kat? Waar is mijn bezem om de volgende drone een welgemikte dreun te geven? Of vlieg ik er maar meteen achteraan op die bezem?