Talent

patrick-fore-358120

Photo by Patrick Fore on Unsplash

Als kind wilde ik zangeres worden. Ik ging met mijn vriendin naar de supermarkt om tussen de hoezen van de singles te gaan kijken en was helemaal weg van Nikka Costa.
Zo wilde ik zijn. Ik was toch ook 11 jaar net als zij.
Ik zie ons nog door de straat fietsen toen ik het mijn vriendin vertelde. Ze reageerde nogal laconiek. Dat snapte ik niet. We mochten allebei solo zingen op moeder- en vaderfeest op school dat jaar. Waarom zou ik dan niet ook een bekende zangeres kunnen worden?

Overigens was ik op vaderfeest mijn tekst kwijt. En ik keek in de coulissen naar de mimiek van de leerkracht van het zesde studiejaar en kon er niets uit brouwen.
Maar ik vond het niet erg. Mijn papa zat toch niet in de zaal. Ik vroeg me toen al af of al die papa´s dan niet moesten werken. Konden zij zomaar een dag vrij nemen om te komen kijken naar hun kind?
Ik ken het liedje nog uit mijn hoofd. Over Anouchka de zigeunerin. En dansen in het rond. Met een lange zwarte weidse rok die mooi mee in het rond draaide. Die had mijn mama speciaal voor de optredens gemaakt.

Mijn vriendin van toen is ook mijn beste vriendin van nu. En nog reageert ze soms wat laconiek op wat ik zeg. Maar ik vind het net een kracht van haar. Want bovenal is het een superwarme en lieve vrouw die ik voor geen geld zou willen missen in mijn leven.
Wat is ook alweer de voornaamste kwaliteit van een goede hulpverlener? Luisteren, ja. Mijn vriendin is daar een kei in. Ze luistert als ik ratel, ze luistert als mijn emoties overlopen, ze luistert naar mijn zottigheden en af en toe zegt ze net dat ene juiste ding waardoor ik weer in die subtiele energie beland. In haar energie. Eén en al rust en aandacht.

Ja, misschien is die eerste hit van Nikka Costa wel wat op de relatie met mijn liefste vriendin van toepassing.
Misschien moet ik alsnog leren zingen en ook een aria voor haar op youtube plaatsen.
Dat is erover zeker, niet?!

Ik zal haar dadelijk eens bellen, als alternatief.

Loze dromen

aaron-burden-398673

Photo by aaron burden on Unsplash

Nina liep voorbij het huis van meester Tom, nam dan de straat rechts en sloeg net vóór de  parkeerautomaat het wandelsteegje in. Haar rode rugzakje en de witte kap van haar jas bungelden op en neer op haar rug.

Ze zag hem al van op een afstand staan. ‘Haar’ boom. Hij stond een honderdtal meter het kleine bos in. Ze plofte neer op de boomstronk er recht tegenover, deed haar rugzakje uit en zette het voor zich neer op het mos. Flink hijgend bekeek ze haar boom van onder tot boven. Er hingen nog flink wat bladeren aan de takken, ook al was het bijna winter. Nina schikte haar rokje strak over haar knieën en frunnikte wat aan de lintjes op de zak. Ze keek naar de boomholte net op ooghoogte. Het was al van augustus geleden dat ze hier nog kwam, maar nu had ze boom echt nodig.

‘Grote Boom?’
Het bleef muisstil.
‘GROOTE BOOOOM??’
Een briesje deed de bladeren ritselen.

‘Meester Tom heeft ons gezegd dat we een opstel moeten schrijven over onze dromen. Maar ik heb er geen.’
Nina monsterde de boom om te zien of er iets veranderde. Maar ze zag geen teken.
‘Als we ons opstel niet inleveren krijgen we min twee op ons rapport. En ik ben al niet goed in taal.’
Ze snikte even en hapte naar adem waardoor haar tengere lijfje helemaal schokte.

Nina boog zich voorover, nam haar rugzakje en maakte de rits open. Ze haalde er een blocnote uit en de groene pen die ze van papa´s bureau had weggenomen en schreef: ‘Grote boom, breng me alsjeblieft een droom. Warme groet, je Nina.’
Ze scheurde het blaadje van de stapel en stopte het papiertje diep in de boomholte. Haar hand aarzelde nog langs de bast toen ze langzaam weer terugliep.
Nina raapte haar spulletjes bij elkaar en maakte zich klaar om naar huis te gaan. Nog even keek ze om terwijl ze haar kap van onder haar rugzak trok.

Hé, wat voelde ze daar?

Nina trok met beide handen haar kap over haar rechterschouder.
PLOP!
Ze boog zich voorover naar het ding dat in het mos gevallen was en raapte het op.

Wat gek. Een gebogen lichtbruin stokje met een groen blaadje er dwars bovenop. Net een hamertje. Ze tikte er drie keer mee op haar voorhoofd. Grappig. Toen zag ze de zwarte inkerving op het blad ‘Parijs – 12 december 2015’.
Wat gek…dat was op de dag af 10 jaar geleden.

Ze keek nog even van het stokje naar de Grote Boom, deed toen snel haar rugzakje af, stopte het hamertje achter de rits en bond haar tas terug op haar rug. Zo snel als haar beentjes haar konden dragen liep ze terug in de richting van het steegje, de straat in, het hoekje om tot aan het huis van oma. Hijgend drukte ze op de bel. Twee maal kort, één maal lang, zoals afgesproken.
Oma deed al snel de deur open maar ze kreeg geen kans om een vraag te stellen. Nina holde de hal in en schopte haar groene laarzen uit. Ze wurmde zich uit haar rugzak, hing haar jas aan de kapstok en holde met haar buit de trap op. Ze hoorde oma nog net roepen ‘we eten binnen een kwartiertje’.
‘OK oma’, riep Nina nog na. Maar ze had de deur al achter zich toegegooid.

Hijgend zat ze op bed.
Wat had dit te betekenen? Ze ritste haar rugzak weer open en rolde het hamertje van de ene hand in de andere. Parijs – 12 december 2015.
Wat was er op die dag gebeurd?

Nina liep naar haar bureau, zette zich voor haar laptop en legde het hamertje onder de scanner van de storyfier. Dat toestel diept het verhaal achter een voorwerp op. Ze haalde even diep adem en drukte toen op start. Haar scherm lichtte meteen op en beelden, geluiden en woorden in allerlei talen volgden elkaar in hoog tempo op. Een tornado aan informatie. Langzaam kwam er rust.
Daar was mama.

‘Dag schat.’ Mama glimlachte vanop het scherm naar Nina, net zoals zij zich haar herinnerde.
‘Dag mama. Ik ben benieuwd welk verhaal je me nu gaat vertellen. Ik vond dit hamertje in de kap van mijn jas toen ik aan Grote boom stond want ik moet een opstel schrijven over mijn dromen en ik heb er geen en de meester trekt twee punten af als we niets indienen…’Nina voelde haar wangen gloeien. Ze wilde altijd zoveel vertellen als ze mama weer eens zag.

Mama glimlachte. ‘Wat je nu gevonden hebt is de sleutel tot jouw leven’.
Nina fronste haar wenkbrauwen. ‘Hoezo?’
Mama lachte. ‘Kom, laat me je eerst een zoen geven.’
Nina legde haar rechter wijsvinger op het beeldscherm en voelde hoe mama een zoen op haar voorhoofd gaf terwijl ze met haar handen haar gezicht vasthield.
‘Ik ben hier, wanneer je me maar nodig hebt Nina’ fluisterde ze in haar oor.
Nina kon het niet helpen maar er rolde toch weer een traan over haar wangen. Ook al zag ze mama nog, het was toch anders dan toen ze nog leefde. Omdat ze toen naast haar in bed lag om elke avond weer een verhaaltje te vertellen. Soms zomaar uitgevonden op basis van één woordje dat Nina dan moest geven, soms grapjes ook en soms grote mensen verhalen…maar dan zo verteld dat het niet erg veel pijn deed om het te horen. Nina veegde vlug haar traan weg en keek naar mama.

‘Heb je even tijd Nina, want dit wordt een lang verhaal’.

‘NINAAAA, eten!!!’

‘Oei, oma… Mama ik ga eerst eten maar niet weggaan hé. Beloofd?’
‘Beloofd schat. Ik ga intussen wat verloren bits opkuisen hier. De Big Data doe ik later wel. Ik hoor het wel als je er weer bent. Eet smakelijk.’
‘Tot seffens mama.’

Nina liep de kamer uit, deed met een iets te harde klap de deur achter zich dicht en liep de trap af.
‘Ik kom Oma.’

Papa en oma zaten al aan tafel.
Nina zette zich neer en zei tegen oma, die net haar bord aan het opscheppen was ‘voor mij niet te veel lasagna oma.’
‘Heb je weer gesnoept vanochtend dan?’ vroeg papa meteen, zonder zijn blik van zijn smartphone op te richten.
Nina zag dat oma even knipoogde toen ze haar bord aangaf. Ze besloot verder maar niets te zeggen. Papa zei toch zomaar wat. Volgens haar interesseerde hij zich niet eens in haar antwoord. Meer nog, moest ze nu vertellen dat er uit zijn tandenborstel een dikke spin was gekropen vanochtend zoen zij haar tanden stond te poetsen, dat ze die spin in de WC had gegooid, terug opgevist en weer aan zijn tandenborstel had gevoederd en dat ze daardoor nu nog steeds wat misselijk was…hij zou wellicht enkel ‘ah zo…’ zeggen. Mr. Smartphone…

‘Je was zo gehaast daarnet Nina’ zei oma.
Nina voelde haar gezicht een beetje gloeien. ‘Ik had iets gevonden en ik wou dat even onder de storyfier leggen. Niets bijzonders.’
‘Het is nu zalig buiten, niet te koud en er ligt nog een mooi tapijt herfstbladeren op de grond en ook de bomen dragen nog wat kleur. Misschien moeten we onze stapschoenen aantrekken en eens een fikse boswandeling maken straks. Dan nemen we de recorder mee, schieten wat beelden, vangen hier en daar een geluid en filmen wat en dan knutselen we er in de kerstvakantie een collage van. Wat denk je?’
‘Liever niet vandaag oma. Ik moet nog een opstel schrijven en ik wil dat eerst doen.’
‘Zoals je wil. Maar weet dat inspiratie meestal komt op een moment dat je er niet koortsig naar op zoek bent.’ Oma glimlachte fijntjes.
Ja, dat zei mama ook altijd. Maar Nina had mama zonet wel expliciet gevraagd om niet weg te gaan. Misschien kon ze nog even naar boven gaan straks, een stukje van het verhaal horen dat mama te vertellen had en dan met oma naar het bos gaan. Mama zou het wel begrijpen.
‘OK oma. Je hebt gelijk. Binnen een uurtje dan, is dat goed?’
‘Prima’ zei oma.
‘We leven maar één keer hé.’ Nu was het Nina die knipoogde naar oma. Want dat was immers de stopzin van papa. Ook al begreep hij blijkbaar niet hoe hij die in de praktijk moest omzetten.

‘Ik ga straks even naar Guido voor zijn boormachine. Moet één en ander in orde zetten in het tuinhuis.’ zei papa, terwijl hij zijn eerste hap lasagna in zijn mond stak.
‘Zoals je wil.’ zei oma. ‘Eet nu maar, straks is het koud en ik heb er al mijn liefde in gestoken.’

Nina lachte naar oma, die heel stiekem juffrouw-gewijs haar wijsvinger opstak en ermee wiebelde, richting papa.

Nina hoorde mama al zingen vanop de overloop. Ze ging stilletjes haar kamer binnen en sloot de deur achter zich. Even bleef ze naar het scherm staren. Overal dansende sterretjes, af en toe een vuurwerk aan kleuren en hier en daar een voetafdruk van mama. Mama zong uit volle borst, danste het Internet door en was zich schijnbaar niet bewust van Nina´s aanwezigheid.
‘…BABY, YOU’RE A FIREWORK. COME ON, SHOW ‘EM WHAT YOU’RE WORTH.’
Nina moest lachen. Katy Perry. Dat liedje was veel ouder dan zijzelf. Ze liep naar haar bureau en raakte met haar rechter wijsvinger het scherm aan.

‘Oh, Nina, …wacht ik kom!’ riep mama uit en ze kwam naar haar toegelopen met haar armen in de lucht. Aan haar rechterhand bungelde iets dat op een zakje leek.
‘Wat een fijne poetsbeurt. Ik heb er een spelletje van gemaakt. Normaal hou ik er niet van verloren bits op te sporen, maar als ik mag zingen gaat het al een stuk beter. Ik heb honderdenzes verloren ééntjes en vijfenzestig nullen gevangen. En dan de nullen over de eentjes gegooid zodat ze in duo verdwenen. Nu heb ik nog wel wat ééntjes over.’ Ze stak het zakje in de lucht. ‘Kan jij daar iets mee?’
‘Stop ze maar in een leeg tekstbestand. Ik moet toch nog een opstel schrijven en misschien zorgen ze voor wat inspiratie.’
‘Goed’ zei mama en Nina zag dat mama een tekstbestand opende, een envelop tekende en er de bits voorzichtig in uitkapte. Ze deed er nog wat kromme lijntjes bij en roerde er even met haar vinger in.

‘Ik kook een potje voor je, zie je Nina?’ lachte mama. ‘Heb je zonet een dessertje gegeten?’
‘Neen. Oma en ik gaan straks in het bos wandelen en ze gaat daarna pannenkoeken bakken.’

‘Die oma toch hé…nog steeds een lekkerbek. Gelijk heeft ze. Maar ik onderstel dat je zit te popelen om het verhaal achter het hamertje te horen.’
Nina knikte. Ze nam Lars, haar knuffelhond uit zijn mandje en installeerde zich comfortabel op de stoel. ‘Klaar.’
‘Goed. Waar zal ik beginnen.’

Dromen van meer

Ze staat voorover gebogen haar veters te knopen in de hal. ‘Mama, je moet er niets achter zoeken en je moet niet triest worden om mijn vraag, maar verlang jij nooit naar meer dan dit? Dan wat je nu doet?’

‘Ik begrijp je vraag en ik worstel er inderdaad mee. Maar telkens ik me goed voel en durf dromen, word ik als puntje bij paaltje komt geconfronteerd met mijn energiehuishouding die weer niet meewerkt. Dan moet ik terugschroeven. Het is de laatste tijd zelfs vaak alle hens aan dek om er gewoon voor jullie te kunnen zijn. En dat wil ik in de eerste plaats.’

De vraag kwam van mijn oudste dochter die net achttien is geworden en straks aan de universiteit start. Gisteren zei ze bij een avondwandeling in onze buurt nog dat ze niet wil zijn als papa, want die is nooit tevreden met wat hij heeft. Maar ik lijk geen ambitie meer te hebben en dat vindt ze ook maar niks. De jongste vroeg een week na mijn ontslag uit het ziekenhuis overigens ook ‘of ik eigenlijk nog solliciteer’.

Ik ben blij dat ze me die vragen durven stellen. Maar ze zien het volledige plaatje niet, de inwendige worsteling. Mijn vrienden horen die worsteling wel. De uitersten waartussen ik een pad tracht uit te zetten.

Wat ik bovenal wens is dat de thuis van mijn kinderen een warme thuis is. Dat zij niet de zorg om hun zieke alleenstaande moeder moeten dragen. De afgelopen twee jaar zijn er twee momenten geweest dat zij aan de alarmbel moesten trekken omdat mama ‘vreemd deed’. Ik vind dat geen rol voor een kind om op te nemen. Ook al zijn ze niet meer zo klein, een veilige, warme thuis is wat ik hen wil bieden. Zij zijn ook mijn spiegel. Ik zie aan hen hoe het met mij gaat. Dat intunen en bijsturen vergt continu aandacht en energie.

Hoewel de jongste bij haar eerste bezoek in het ziekenhuis heel erg de kat uit de boom keek, is het evenwicht intussen mooi hersteld. Ze mag weer vooral ‘puber’ zijn…en mama mag het weten…

Mijn oudste dochter zei één van de laatste dagen vóór mijn ontslag uit het ziekenhuis met een huppelpasje ‘mama, ik ben zo blij dat je niet meer raar doet’. Dat soort momenten blijft bij. Dat ze mogen ‘kind’ zijn. Liefst zo lang mogelijk. Maar zich toch ook volwassen vragen mogen stellen en daar bij iemand mee terecht durven.

Ik ben blij dat het schooljaar weer begonnen is. Met de routine van school en sportactiviteiten en afspraakjes her en der. Met mijn rol als moeder die zorgt dat alles vlotjes verloopt. Was, plas, eten…Al zijn het niet mijn favoriete bezigheden. Ik probeer die huishoudelijke taken nu ‘meditatief’ te doen. In liefde voor de ruimtes, voorwerpen en zij die hier leven. Maar cognitief zit er een ventje dat toch steeds weer commentaar geeft…’jaja, uit liefde… saai saai…’

Ik droom van meer. En ik voel de pijn tijdens het schrijven.
Ja dochter, ik droom van meer en ik laat niet los.