Potentialiteit

Hij zei dat hij nood heeft aan positiviteit in zijn omgeving. Dat het lijkt alsof hij en zijn dierbaren constant op de toppen van hun tenen lopen in een poging elkaar niet te enerveren. Dat hij zijn job alleen volhoudt omdat hij anders zijn eigen ruiten in gooit.

Ik kan me op dit moment moeilijk inbeelden hoe dat voelt. Maar ik heb wel aangegeven hoe jammer ik dat vind voor hem.
En ik heb niet doorgevraagd, ik heb vooral geluisterd.

Met hoeveel zouden ze ‘hier’ zo rondlopen, werkende mensen die doorgaan omdat ze geen alternatief hebben? Of geen alternatief zien.
En hoeveel niet-werkende mensen dromen van werk? En mochten we allemaal ons werk zelf kunnen vormgeven, hoe zou dat er dan uitzien? Wat behouden we, wat bouwen we uit en welk stuk staan we van harte af aan iemand die er meer talent en goesting in heeft? En wat met de randvoorwaarden?

Herinnert me aan de animatiefilm die me een poos geleden zo raakte:

Schreef ik een poos geleden ook niet ergens dat ik de ogen van mensen wil laten glanzen? Even opsnorren…

Wat ik wel hoop is dat via de dossiers waarin ik me vastbijt, samen met collega´s over de organisatiegrenzen heen, het leven van kwetsbare mensen draaglijker wordt. Dat hun ogen mogen gaan glanzen en hun hart ietsje sneller gaat kloppen, tussen de pijn door.

En zo een hoopje hoop ontstaat. Dat groeit.
Op weg naar overschotten hoop om te herverdelen.

Daar kan geen geld tegenop.
Die reis is onbetaalbaar.

Ik ben dankbaar dat ik mag doen wat ik doe.

En kreeg ik niet totaal onverwacht net vandaag een woord van dankbaarheid van iemand die van nabij de evoluties in dat ene grote dossier opvolgt en aangeeft dat het niet is omdat ik niet rechtstreeks van haar iets hoor, dat ze er niet aan meewerkt via één van de partners. Dat ze dat even wou laten weten.
Ja, dat mocht me raken…

Zou ik dat niet snel eens in mijn gastenboek schrijven? Zodat mijn gezeur en blokkade over de berg verslagen een beetje verbleekt bij de wetenschap dat het wel degelijk zin heeft wat ik doe? Dat er mensen zijn die er een hoopje hoop in vinden?

Dat het een hoop werk is om Hoop te leren geven, de dag van vandaag.
Zeg dat ik het gezegd heb.

Maar pak uw fiets, vind uw pedalen terug en trap, Fiducia.

Kunstenaarsafspraakje

thomas-lambert-407374

Photo by Thomas Lambert on Unsplash

Ziezo, ik heb mezelf even getrakteerd op een kunstenaarsafspraak.
Een term die ik leerde kennen door het boek ‘The Artist´s Way’ van Julia Cameron door te worstelen. Tot twee maal toe.
Een kunstenaarsafspraak is een afspraak die je enkel met jezelf aangaat en de bedoeling heeft je te voeden. Te prikkelen. Te inspireren. Vanuit de wetenschap dat als je enkel aan je bureau blijft zitten om te schrijven of creëren, er misschien meer van hetzelfde komt of een blokkade. Ontmoetingen met mensen, dingen of natuurelementen vormen andere triggers dan bijvoorbeeld de stilte en warmte van je huis in de winter.

Zo kwam ik daarnet een man tegen die een rugzak droeg waar een bos bloemen uit stak. Ik heb me naar hem toe gebogen en toegefluisterd:
‘Meneer, er groeien bloemen uit je rugzak’.
‘Is dat echt?’, repliceerde hij met uitgestreken gezicht terwijl hij verderstapte.
Zijn vrouw deed een stapje terug en lachte.
‘Het zal daar zeker een goeie bodem zijn’, zei ik nog en stapte verder.

Net voor ik mijn fiets stalde, liep een mama twee meter voor haar uk van een jaar of drie mij tegemoet op de stoep. Hij stampvoette en riep huilend naar mama: ‘mama, ik wil dat niet’.
Zonder zich om te draaien zei de vrouw ’trek uw plan’ en liep door.
Dat kwam bij mij hard binnen. Ik weet niet hoe het binnenkwam bij haar zoontje.

Ik ben nog tegen de groenteman gaan zeggen dat ik de pompoenlasagna die ik gisteren bij hem kocht heel lekker vond. Hij wees met een brede glimlach op zijn collega, dat zij de kok was, dus herhaalde ik mijn boodschap tegen haar. Ze keek eerst wat verbaasd en glansde toen ze haar woorden van dank uitsprak waarna ik mijn weg verderzette.

De HEMA was mijn bestemming. Maar op mijn pad kwam ik nog een Kringloopwinkel tegen.  Waar een collega vrijwilligster van de jeugdbibliotheek op zoek ging naar een handtas. Ze vond er een mooie, maar die had geen rits. En met de fiets (hoor hoe dat rijmt) 🙂 … is dat riskant. Het leidt misschien tot trammelant als graai en hap slik weg zich roert en onbeschaamd je beurs ontvoert.

Hehe…Dat stapje buiten de lijntjes deed deugd 🙂

In de HEMA kocht ik twee bellenblazers. Eentje voor mezelf en eentje om bij wijze van nieuwjaarscadeautje af te geven aan een vriendin-gérante van een schoenenwinkel. Met de boodschap ‘om je winkel op te fleuren’. Ze vond het grappig en toonde het meteen aan haar collega. Ik ben er met een kleine groet stilletjes vandoor gemuisd omdat er klanten binnenkwamen. En het is blijkbaar geen goede tijd voor verkopers.

Heb ook nog een discussie gehad met de cartridge verkoper over de schandalige praktijken van printerfabrikanten. Waar vroeger zijn muur met cartridges een vierkante meter in beslag nam, hangt nu zijn halve muur vol met verschillende soorten van eenzelfde merk. Allemaal een ander nummer voor elk nieuw type printer. Nul de botten (vergeef me mijn uitspraak) standaardisering. Zijn magazijn ligt vol cartridges van oude toestellen. De fabrikanten moeten als een soort uit productie gaat nog wel X aantal maanden de cartridges aanleveren, maar ze verhogen hun prijzen systematisch zodat de klanten zich verleid voelen om een nieuw toestel aan te schaffen. Hij toonde één cartridge waarvan de prijs tussen nu en toen de printer op de markt kwam, meer dan verdubbelde. Hij blijft nu met de overschot aan oude cartridges zitten.
Want zij nemen ze niet terug binnen.

Er zit boosheid in mijn vingers voel ik. Ik merk het aan de snelheid en het geluid waarmee ik mijn toetsen aansla. Ta ta ta Taaaaa!!!

Een kunstenaarsafspraakje dus.
Nu dan maar de afwas, de strijk, was en plas…kunstig mijn huishouden doen. Mmmh…klinkt uitdagend.

Fijn weekend.

 

 

Aandacht

green-chameleon-21532 (1)

Photo by Green Chameleon on Unsplash

Dat ik dat niet kan. Gewoon achter me laten dat een vrouw die ik toevallig ontmoette me trakteert omdat ze dankbaar is dat ik even bij haar kwam zitten. De tijd nam voor een gesprek. Dat was zelfs geen bewuste keuze. Dat gebeurde gewoon. Een babbeltje.

Dus schreef ik gisterenavond na het schrijven van mijn blog een bericht naar de voorziening waar haar zoon doorheen de week verblijft, met de vraag of ze mijn bericht aan deze warme vrouw en haar zoon willen bezorgen.
Hij zal pas zondag weer daar zijn.
Ik verwacht niets. Dat leerde mijn pa mij: ‘verwacht niet, en je wordt niet teleurgesteld.’ Maar ik hoop wel een beetje dat ik een teken van verbinding mag krijgen.
Zodat we volgende keer opnieuw kunnen afspreken en ik op mijn beurt kan trakteren. Neen, eigenlijk zelfs niet om die wederkerigheid. Dat verdomde ‘geld’-denken ook.
Omdat ik weer een babbeltje met haar wil slaan en samen wil genieten van de aanblik van haar zoon die zich op zijn gemak voelt en met een glimlach zijn tevredenheid spiegelt.

Vandaag was er in mijn wijk een Lichtwandeling voor kinderen. Met muziek en lichtjes en gezelligheid. En bewoners van huizen waar de stoet passeerde, had het wijkcomité via een brief gevraagd hun kerstversiering te laten branden en kaarsjes op de stoep, in de voortuin of op de vensterbank te plaatsen. Dus keek ik even buiten wie er mee deed. Niets speciaals te zien. Nog enkele verloren vuilniszakken voor plastic.
Ik liet me niet intimideren en plaatste twee glaasjes met kaarsjes op mijn vensterbank en een lantaarntje met een kaars tegen mijn voordeur. Mijn overbuur-handelaar stak ter instemming zijn duim naar me op van achter zijn raam.

Ik zette me aan de tafel en deed wat administratie met het licht aan. De gordijnen open. Langzaam viel de avond in…kregen mijn kaarsjes buiten meer glans en magie…
Even later klonk muziek. De stoet was in aantocht. Ik besloot in de deuropening te gaan kijken en meevoelen. Mijn overbuur-handelaar liet even zijn klanten achter en haastte zich naar buiten om snoepjes uit te delen aan de kinderen. De dirigent-restaurant-uitbater uit de buurt had al naar me gezwaaid toen ik nog aan tafel zat. En deed dat opnieuw nu ik in de deuropening stond. Geen andere deurbewoners te zien.
Bedankjes, gezang, … en langzaam stapte de stoet verder de wijk door.

Met mij deed het wat. Ontroering borrelde op.
En hoe ik eigenlijk ook best aan de kinderen in de buurt zou kunnen voorlezen in plaats van alleen in de bib. Het is toch maar een kwestie van tijd maken.
En hoe groot mijn eigen kinderen inmiddels zijn. Maar hoe we toch ook, zoals zonet, kunnen genieten van bij elkaar zitten aan het avondmaal en de stress van de blokperiode samen ‘uiten’…
Voluit, omdat dat van me mag. Al krijg ik het soms stevig te verduren.
Maar niet te lang. De rust van de hoofden die weer boven de boeken hangen kan ik best waarderen. De twijfel die af en toe toeslaat, beluister ik.

De jongste bedelde daarnet om een puddinkje. Net als gisteren beloofde ik dat na het schrijven van mijn blogbericht te gaan doen…en gisteren vergat ik het. En een ezel…

Dus zal ik nu dadelijk eens met veel liefde een heel speciaal puddinkje gaan maken zie.

Verwonderen

carlos-dominguez-342207

Photo by Carlos Domínguez on Unsplash

Bijzonder verwonderd ben ik.
Dat de eenvoudige impulsieve beslissing om dagelijks in een gastenboek curiosa, mijlpalen en aanmoedigingen te schrijven me zoveel plezier zou opleveren.
Het is als even stilstaan en de dagelijkse gebeurtenissen tegen elkaar afwegen.
Het is als elke dag een blogbericht creëren zonder dat je een schrijver bent.
Het is als leven met je pretsensoren op volle gevoeligheid gedraaid.

Eén van de curiosa van vandaag is dat ik een nieuwjaarskaartje ontving van een lieve vriendin, waarbij haar reactie op de nieuwjaarsbrief die ik haar stuurde me chronisch kippenvel bezorgde tijdens het lezen. Dankbaarheid, ik ben blij dat dat woord bestaat.

Vandaar deel ik hieronder de essentie van de nieuwjaarsbrief die ik dit jaar verstuurde. Omdat het eigenlijk toch nog actueel is.
En omdat het misschien ook u mag aanspreken.

Goeiedag daar, anno 2018,

Dit jaar heb ik mezelf voorgenomen om brieven te schrijven in plaats van een kaartje te fabriceren en bewoorden. Vraag was dan of ik al die brieven met de hand zou schrijven of dat ik toch maar zou gaan voor digi-taal…

Een mengeling, ik sta het mezelf toe. Zodat ik er niet bij ga zuchten als ik aan brief nummer vierhonderdtweeëndertig ben. Ook die verdient mijn volle aandacht 🙂

Voor dit jaar wens ik jou toe dat je de ‘tijdmaker’ in jezelf mag en kan cultiveren.

Maak tijd, met keuzes.
Om dan te luisteren.
Waarmee ik bedoel luisteren met al je sensoren open. Omdat net dat toelaat jezelf te verwonderen.

Blijf jezelf verwonderen, dat wenste ik ‘iedereen’ vorig jaar.
Maar het kan niet genoeg gecultiveerd worden, sprak de Alice in Wonderland in mij.

Verwonder bijzonder.
Door het moment even vast te houden.
Neer te pennen, te tekenen, te glimlachen. Te dansen op één tegel. Of in de wind te blazen.

Misschien klopt het wel dat als je kiest om tijd te maken alles mogelijk wordt…
In de leegte ligt iets nieuws klaar om geboren te worden.

Verfijnde groeten voor verbindende dagen,

Fiducia in Wonderland

Tijd schrijven

uros-jovicic-322314

Photo by Uroš Jovičić on Unsplash

Zonet heb ik het boek ‘Actieve hoop’ van Joanna Macy en Chris Johnstone weer eens vastgenomen. Om her en der wat stukken te herlezen. Zo spreekt ze over het hanteren van een ruimer begrip van tijd. En raad de lezer aan eens een brief te schrijven vanuit de positie van een aardbewoner in de toekomst, pakweg 200 jaar van hier. Waarbij die schrijver jou bedankt voor de acties die je nu onderneemt om zijn toekomst mooier te maken.
Evengoed gaat het in de andere richting en kunnen voorouders je nu in een brief vertellen waarom ze bepaalde keuzes hebben gemaakt.

Op zijn minst werken dit soort oefeningen inspirerend en geestesverruimend.

Zelf heb ik de daad bij het woord gevoegd (zie mijn blog Liefdesbrieven) en al mijn nieuwjaarswensen in briefvorm verzonden. De ingevulde enveloppen bleven even liggen omdat ik er wat tegenop zag alle brieven met de hand te schrijven. Maar ik heb een tussenoplossing gevonden. De brief heb ik op de computer getypt en de outprints heb ik met de hand een persoonlijke toets gegeven.
Drie versies. Omdat ik aan alle volwassenen schreef maar ook alle kinderen apart een brief wou bezorgen. Hoe vaak krijgen kinderen post?
En krijgen zij graag persoonlijke post?

De inhoud diende voor de jongeren wat aangepast te worden alsook de layout.
Versie drie gaat naar een eerste leerjaar lezer.
Best spannend. Want mijn boodschap voor de volwassenen is er eentje van tijd maken, luisteren en verwonderen…zoals ik in mijn laatste blog schreef.
En ik denk dat dat op zijn zachtst gezegd geen alledaagse boodschap is.
Maar nu ik Joanna Macy net weer heb mogen proeven, koester ik vertrouwen.

Overigens heb ik gisteren mijn fiets, mijn enige persoonlijke vervoermiddel, naar de fietsenmaker gebracht. Er scheelde al een aantal dagen iets met de voorste naafremmen. Met wat afwezigheden tijdens de feestdagen kon de uitbater maar beloven dat de fiets volgende dinsdag zou hersteld zijn.
Aangezien ik nu verlof heb, waagde ik het er op.

Zonder fiets en fietstassen inkopen doen voor een etentje morgen zal niet evident zijn.
Maar overgave aan de eenvoud leidt misschien tot verwondering.

Het is met eenvoud als met tijd.
Hoe meer je erin leeft, hoe rijker je je waant.

Fijne jaaromslag!

Fijn moment gewenst

writing

‘Vind je dat dan niet erg, dat bijna niemand je blogberichten leest? Ik bedoel, je steekt er toch moeite in om ze te schrijven.’

Ik glimlachte naar haar. Neen, ik vind dat dus niet erg.
Meer nog, wellicht is het strategisch gezien wel heel dom om hier zo open en bloot te verkondigen dat bijna niemand mijn schrijfsels leest. Vermindert het lezerspubliek daardoor, omdat de toevallige passant hier dan eens door mijn eigen woorden bevestigd krijgt ‘Oei, normaal volk passeert hier niet. Ik zal ook maar wegblijven.’

Waarom ik dat dan allemaal schrijf?

Wel, beste zeldzame lezer, omdat schrijven voor mij een manier is om mijn leven even te vertragen. Als ik neerleg wat er allemaal in mijn hoofd langskomt, hoef ik het niet meer rond te dragen, het kreeg immers al een plekje. Net als al die ’to do´s’ die mijn hoofd bevolken. Gewoon, bij de afwas, die ik overigens met de hand doe, een blocnote en pen neerleggen op het aanrecht. En even handen afdrogen om een opborrelende ‘to do’ te noteren. En mijn gedachten kunnen weer vrijelijk vloeien langs schoon geschrobde borden en kookpotten. Niet zelden gevolgd door een zelf gefabriceerde aria trouwens.

Mijn eigen voornemen in mijn vorige blogbericht om dagelijks te schrijven lukt aardig. Al willen die dertig minuten ochtendpagina´s in plaats van vóór dag en dauw al wel eens na het avondeten geschreven worden.

Dagelijks mijn dankbaarheid uiten werkt ook heel krachtig.
Vandaag zal ik mijn schriftje wellicht met een glimlach ter hand nemen, schreef ze in ietwat omfloerste bewoordingen.
Klopt dat? Of is het ‘omfloersde’?
Neen, ‘omfloerste’ blijkbaar, want mijn tekst editor geeft een ‘fout-want-rood-onderlijnd’ bij de ‘d’-versie. Wat dit allemaal voor onzin is?
Taal, lieve mensen en een uiting van mijn liefde daarvoor. Ik kan het niet helpen…

Ik herinner me de laatste tijd vaker gemoedstoestanden uit mijn kindertijd. Hoe ik van opstellen hield, maar niet van de tekening die we er aan moesten toevoegen op de laatste bladzijde van het dubbele blaadje. En ook niet helemaal of misschien toch maar dan een heel klein beetje van het voorlezen ervan voor heel de klas.
Met of zonder idiote feedback van de leerkracht.

‘Mijn moeder was een druk bezette vrouw’.
Gelach van de leerkracht.
Alsof wij in het eerste middelbaar moeten weten waar hij met zijn gedachten rondwaart.
Wel 9,5/10 en voor de klas brengen.
Misschien net omdat hij dan de ruimte kon nemen me en plein public uit te lachen om mijn formulering.

Overigens, die 9,5/10 op de spreekbeurt die ik hield over spinnen datzelfde jaar was wellicht ook wat overdreven. Ik bedoel, waar haal je het (als zelfverklaarde mini-bioloog) om op de vraag uit de klas hoe lang het duurt voor een spin om een web te maken te antwoorden ‘soms wel een jaar’.
En niemand die reageert, terwijl jij ietwat onzeker de klas overschouwt.
De vraagsteller keek wel dromerig uit het raam na mijn antwoord.
Overtuigend juffrouw! Goed didactisch onderbouwd ook met uw bordtekening over de creatie van het spinnenweb.
Met een half dode spin – wegens de weken uitstel – in een stevig afgeplakt doorzichtig plastic doosje als studiemateriaal voor de klasgenoten.

Zalig. Me zo´n dingen herinneren.
Vermoeide zucht.

Even stilte.

Tevreden.
Dat is het woord dat nu het meest mijn gemoedsgesteldheid weergeeft.

Dankbaar ook. Voor die zeldzame mensen die wel mijn blogberichten lezen en me even laten weten dat ze er inspiratie uit halen. Het is overigens ook fijn om af en toe zelf één of ander bericht te herlezen. Dat roept herinneringen op. Dan sta ik opnieuw even stil.

En is het niet door even stil te staan dat vooruit gaan dat ietsje soepeler verloopt?

Fijn moment gewenst.

Mijmering

download

Laat het me dan zelf eens hanteren. Het schrijven als herstelinstrument. De tranen amper gedroogd, de appel vers achter de kiezen. Zelfwaardegevoel  onder nul. Traan.

Gisteren schreef ik er dit over:

dat ik het weet
en telkens toch weer hoop
dat het de laatste keer mag zijn
en deze tijd een nieuwe is
die niet gevolgd wordt door pijn

helaas, de les is hard

maar zo verdicht in woorden
klinkt zelfs dit fenomeen apart

Gisteren kon ik nog half lachen.

Ik hoor het mezelf nog zeggen vorige donderdag. Een hele meute mensen kwam luisteren in Thomas More Hogeschool in Antwerpen naar wat o.a. de cursus ‘herstelverhalen schrijven’ voor henzelf of hun cliënten kan betekenen. En één dame zei ‘telkens ik me slecht voelde, begon ik te schrijven maar ik schreef op de duur mezelf vast. Ik doe het niet meer.’

‘Ik denk dat dat komt omdat je het schrijven enkel gebruikt om de negatieve dingen te gaan onderzoeken. Je moet ook met leuke aspecten van het schrijven aan de slag gaan’ zei ik.
In de cursus geef ik naast de thuisodrachten prikkelende oefeningen. Bijvoorbeeld op een bankje gaan zitten en kijken. Zien wat er verandert en je gedachten de vrije loop laten. Voelen. En daarover schrijven. Of luisteren naar de geluiden en zinnen die je opvangt. Zien of er iets prikkelends tussen zit waar je mee aan de slag kan.

‘Denk je dat jij me kan helpen?’ vroeg ze me hoopvol.
‘Ik denk het wel ja’ zei ik.
Kippenvel.

En zie…nu ben ik mezelf aan het helpen. Door me te herinneren dat ik iemand hoop heb gegeven. En yep, daar zijn ze weer, de tranen.

Zucht. Maar de zon wringt zich ook in het zicht. Dat geeft mij dan weer hoop. Dus in sé begint elke ochtend hoopvol voor mij. En als ik dan mijn persoonlijke mails nalees vind ik ook elke ochtend een spreuk van gratefulness.org
Ook dat stemt me heel even mild.

Het strengst ben ik naar mezelf. Boos dat ik er weer niet sta. Wellicht omdat ik vorige week weer te hard vloog. En dat ik het wist. En weet. En toch…hoop is iets vreemds.

Even geen woorden. Kom dat tegen.

Een dag herstel inbouwen. Mag ik het mezelf gunnen? Veel keuze heb ik niet. Mijn lichaam spreekt boekdelen. En zal ik dit dan op wordpress zetten of toch maar niet?

Zo maar even een mijmering ertussen.
Zon breekt helemaal door nu.
Zal maar afsluiten, zien dat ik al mijn bits niet op gebruik…