Beleefwereld

Ken je dat? Dan neem je je voor iets af te werken en kom je allerlei veel interessantere dingen tegen die je aandacht verleiden.
Zo gaat het vaak en ook vandaag met mij, op dit eigenste moment zelfs. Tokkel, tokkel. Uitstelgedrag.
De zondag heeft nog enkele uren in petto voor de zon er af valt en er een maan voor de dag komt, in aanloop naar een vers te vullen week.

Heb trouwens wel goed werk verzet dit weekend. En bovendien één van mijn twee petekinderen gaan bezoeken om het cadeautje voor zijn verjaardag te gaan afgeven.
Ik had hem een brief geschreven. Hij keek ernaar, begon te lezen en legde hem toen met een zucht naast zich op tafel. ‘Veel te lang’, sprak hij. Volle twee bladzijden. Het kaartje dat ik erbij stak liet ik leeg, omdat ik er een vraag over had geformuleerd in de brief. Ook dat vond hij blijkbaar maar niks. Dus heb ik het weer meegenomen. Parels voor de zwijnen hang ik wel rond mijn hals. De samengestelde cent heeft hij mooi gesorteerd in het stapeltje dat hij al bij elkaar had gespaard.

Hij ging door met het doden van bloempotten en aanverwanten op zijn computer. Broer aan de overkant van de tafel speelde hetzelfde spel. Ik ben de naam alweer vergeten hoewel de mama hem heeft uitgesproken. Hoe die behendige kleine vingers in volle snelheid over die enkele toetsen op dat toetsenbord razen. Best wel grappig. Maar wat er intussen op dat scherm gebeurt is niet te volgen als je het spel niet zelf speelt, schat ik. Heb hem dan maar geobserveerd en af en toe herhaald wat hij luidop becommentarieerde in het spel. Totaal absurdisme naar mijn aanvoelen. Mijn herhaling vond hij dan weer wel grappig.

Papa zat intussen te zwoegen in de tuin. Zonder zonnebrandolie op zijn ontblote bovenlijf. Misschien behoeden mijn zusterlijke woorden en de liefhebbende zonnebrandoliehanden van zijn wederhelft tijdens zijn pauze hem alsnog voor een pijnlijke en slapeloze nacht straks. Als het al niet te laat is.

Mijn oudste dochter is wel voor de tweede keer dit weekend gepasseerd terwijl ik niet thuis was. Jammer. Bij haar eerste passage gisteren heeft ze een halve blok kaas opgesnoept. Dus heb ik haar een sms geschreven met de gevleugelde woorden: ‘wie heeft mijn kaas gepikt, een boek van Spencer Johnson. Dat ga ik eens lezen denk ik ;-)’
Vandaag liet ze her en der een post-it achter. Eentje droeg de boodschap ‘dochters laten weten dat je ze graag ziet’. Met daaronder een vakje dat aangevinkt was. Dochters laten zelden een reactie op mijn boodschapjes, maar ik lees tussen de stiltes door wel dat ze dat ‘lichtjes porren’ appreciëren.

En ach, misschien neemt mijn petekind straks zijn brief alsnog stiekem vast om hem eens helemaal te lezen. De volle twee bladzijden lang. Misschien haalt op zijn stoere leeftijd de nieuwsgierigheid naar de woorden van die gekke tante het toch nog op de onverschilligheid.

Als dat niet zo is, dan is dat ook maar zo.
Ik ga er alleszins mijn gedrag niet voor veranderen. Al zal ik binnenkort wel eens naar een wedstrijd van hem gaan kijken. Me in zijn leefwereld begeven.
En als ik straks die radslag zonder handen opnieuw draai of opnieuw spagaat zit als mijn rug het toelaat, dan nodig ik hem uit om naar de kunstjes van zijn tante te komen kijken. En dan eten we een ijsje als hij er zin in heeft.
En anders eet ik er zelf één, zoals daarstraks. En kan hij op zijn kin kloppen 🙂

Uitstelgedrag. Verdorie…nu is mijn blogbericht klaar…waar ligt dat volgende excuus?

Onzichtbaar

moritz-schmidt-17467-unsplash

Photo by Moritz Schmidt on Unsplash

Wil ik echt onzichtbaar zijn?

Ik hoorde het mezelf zeggen op de cursus die ik volgde afgelopen week. Hoe de facilitator er dan op inpikte door te zeggen hoe moeilijk het dan moest zijn als er zo aan me getrokken wordt.
Dat is het ook. Al twee keer het afgelopen jaar werd ik voor een project waar ik aan meewerk, gevraagd of ik op de radio wilde getuigen.
Neen dus. Ik wil meewerken, maar laat me buiten het vizier.

Ik hoef die ongezouten meningen niet van mensen die denken dat ze met A ook B kennen en dus vrijuit mogen spuien.
Wil ik überhaupt ook wel dit bericht geschreven hebben?

Zonet heb ik me nog eens aan freewriting gezet. Drie pagina´s schrijven aan één stuk door. Er vormden zich weer tranen in het laatste stuk. Herinneringen aan vernederingen toen ik op mijn zwakst was. Maar er kwam ook trots bovendrijven omdat ik toch telkens weer opnieuw begon. Hoe ik ook meestal mijn draai weet te vinden in werkomgevingen en thema´s waar ik niet in thuis ben.

Eigenlijk heb ik op dit eigenste moment zin om me even onder een deken te nestelen en eens goed te huilen. Helemaal in elkaar gekruld.

Maar mijn jongste is hier aan het studeren…dus houd ik me sterk. Toen een poos geleden tranen me weer overmanden, zei ze me kordaat dat ik moest stoppen met huilen. Of ik wist hoe erg ze het vond dat mijn gehuil haar niet meer raakte. Ik heb gereageerd dat ik geloofde dat het haar nog wel raakte, dat ze dit anders niet zou vragen. Maar dat ik kon begrijpen hoe moeilijk dit voor haar was om machteloos toe te moeten kijken, zelfs al had het gehuil niets met haar te maken.

Gisteren een uitgebreide babbel gehad met mijn oudste dochter. Ze had mijn Engels artikel over ‘luisteren’ dat ik eerstdaags de wereld instuur onder de loep genomen en ze had heel veel commentaar. Gaf op een bepaald moment ook aan dat zij in haar studie geneeskunde op dit moment heel andere dingen leert dan wat ik schrijf in mijn artikel. Heb haar gezegd dat ik me daarvan bewust ben. Dat de therapeutische distantie haar bestaansrecht heeft, dat het wordt gehanteerd met een reden, maar dat mijn benadering een mens-tot-mens benadering is waar de patiënt zich hoogstwaarschijnlijk meer bij gehoord voelt.

Ik heb de waarheid niet in pacht. Maar ik neem wel bestaande waarheden op de korrel als ze hun tijdsgeest ontgroeid zijn.

Misschien wil ik niet onzichtbaar zijn. Misschien wil ik me wel op elk mogelijk moment onzichtbaar kunnen maken. Wil ik geen aandacht op me. Toch zeker niet in een groep. Maar wel graag van mens tot mens in een setting waar ik de ander kan horen, zien en ten volle beleven. In een ruisarme omgeving.

Volgende week ga ik op restaurant met een goede vriend/ex-collega. En ik merk hoe ik in mijn arsenaal aan eetgelegenheden zoek naar eentje waar ik hem kan horen ook al spreekt hij niet luider dan anders. Waar ik zijn verhaal met gemak kan onderscheiden van dat aan andere tafels. En ik vind er niet meteen één.

Misschien wil ik zo onzichtbaar zijn als stilte.
Zichtbaar onder de juiste aandacht.

Wonderwoorden

picsea-357048
Photo by Picsea on Unsplash

Ik deed mijn toer doorheen de jeugdbibliotheek om kindjes en ouders warm te maken voor ons voorleesuurtje. Sommigen kwamen er speciaal voor naar de bibliotheek afgezakt. Anderen sprongen vlug binnen om gelezen of ongelezen boeken binnen te brengen en/of een nieuwe lading kinderboeken mee te nemen.
Snel, want de tekenacademie wacht.
En daarna een bezoek aan opa en oma.
En dan nog…

Dan zie je dat beteuterde gezicht van enkele kinderen met een blik die bijna smeekt om papa en mama te overhalen om alsnog te blijven. Maar de vaste tred van papa maakte dat ik deze keer niet aandrong of mijn verleidingstruukendoos bovenhaalde. Het zou ook geforceerd zijn vandaag.

Toch een dertiental kinderen met ongeveer evenveel volwassenen in ons theatertje.
Ik nam het woord, zoals mijn duo-voorleesmaatje had gevraagd. Eerst even voorstellen en wat praktische zaken weergeven, zoals de pipi-pauze na een half uur waar ook een drankje en koekje hun weg naar de welwillende buikjes konden vinden.
Waarbij ik met overtuiging uitsprak dat de kindjes wellicht geen van allen het koekje zouden lusten. En of die uitspraak commotie gaf…Zijn we alert?

Ik begon met Nijntje. Omdat er veel kleintjes zaten. Wat rijmen, wat eenvoudige tekeningen. Herkenbaarheid. Vertrouwen. Veiligheid. Mijn ‘maatje’ las ook herkenbare boekjes. Hoewel…het boek over een hoge hoed die spechten aantrekt en uiteindelijk een boom wordt is op zijn minst lichtjes gefantaseerd. Het boek over het potje dat bezet is door zus omdat haar potje bezet is door poes omdat…is dan weer typisch een peuterverhaal. Veel herhaling van dingen die ze kennen. Mijn op één na mooiste boek aller tijden ‘Het land van de grote woordfabriek’ bracht verwarring bij één van de grotere kinderen. Hij kon het verhaal moeilijk vatten. De volwassenen waren dan weer helemaal mee en stil aandachtig omdat er zoveel moois aan waarden schuilt in dat verhaal. Los van de prachtige tekeningen en het virtuoze taalgebruik.

Dit uurtje zou het hoogtepunt van mijn dag worden. Want somberheid overviel me zodra ik thuiskwam en bracht mijn plannen in de war. De zetel riep. En hij zou me het grootste gedeelte van mijn dag in zijn armen houden. Tot nu.

Ik vraag me teveel af.
Weet ondertussen wel dat ik gewoon die somberheid moet doorstaan.
Maar leven is draaglijker zonder.

En toen kwamen de tranen.

 

 

 

Expositie

aaina-sharma-323673

Photo by Aaina Sharma on Unsplash

Het was me iets te veel animo op de bank achter me, waar net twee studenten waren komen zitten. Dus pakte ik mijn spullen bij elkaar en liep naar voor in de trein tot ik een plekje vond in de rijrichting, op een tweezit. Het was er fijn in alle stille eenvoud.

Ik nestelde me tegen het raam, uitgeput en klaar om het landschap en de bewegingen in me op te nemen. Dat is waar genieten voor me. Het kabbelen der dingen.

Een vriendin kwam in mijn bewustzijn en ik besloot haar een sms te sturen. Dus reikte ik naar mijn handtas die rond mijn schouders hing en rechts op de bank rustte, opende de rits en haalde er mijn smartphone uit.
Mijn blikveld ving de vrouw aan de overkant van het gangpad. Ze keek vol aandacht naar me met een boekje op haar schoot.
Ik keek even terug om haar beweegreden te vatten.
Ze was me aan het schetsen. Even glimlachte ik naar haar en keek toen weer uit het raam.

Stuurde het berichtje naar mijn vriendin. Kreeg prompt een antwoord. Stuurde een grapje terug. Tussendoor gleed het landschap mijn aandacht binnen en voelde ik een glimlach om mijn mond krullen.
Ze was me aan het tekenen.
Ik keek nog eens haar richting uit en lachte volmondig mijn toestemming.
Ze glimlachte zelfzeker terug, alsof ze het wist. Ze had mijn permissie. Liever een mooie schets van me gecreëerd na grondige observatie dan een momentopname van iemand die me snel vangt op foto en daarmee denkt dat hij mijn essentie kan vatten.

Ik poseerde niet, maar was me de verdere rit van de trein wel bewust dat ik in haar aandachtszone zat. Op een gegeven moment was de nieuwsgierigheid te groot en heb ik toch gevraagd of ik later het resultaat mocht zien. Ze reikte me haar boekje aan. Ik was haar eerste tekening in een verder leeg boekje. De eerste van een nieuwe reeks voor een expositie.
Vond mezelf er een beetje oud uitzien maar dat deerde me niet. Elk lijntje, kort of korter, was met vaste hand en waarheid neergezet.

We hebben de rest van mijn rit gepraat. Over kunst. Over haar exposities in binnen- en buitenland. Over het hoofd boven water houden als kunstenaar.
Over Wisper en mijn blogbericht over de wisper-express.
Over samenhuizen. Ziek zijn. En doorgaan.
En iets professioneel aanpakken en de neveneffecten daarvan.

Ik heb haar kaartje met een uitnodiging voor haar expositie in het MUHKA in het voorjaar.
Een vriendin met wie ik vanmiddag lunchte gaat met me mee.
Een tweede vriendin vraag ik nog, maar zie ik ook volmondig ja knikken.

Uitstap. Check!

Maar zover zijn we nog niet. Eerst maar een ferme namiddagdut op mijn eerste dag van het weekend. Dat het me deugd mag doen.