Rijexamen

Photo by Alexander Schimmeck on Unsplash

‘Juffrouw, naar rechts.’
‘Jaja’, zei ik opnieuw, en bleef intussen geduldig naar links pinken en uitkijken of de straat vrij was om linksaf te slaan.
Achteraf zei mijn grootvader ‘ik wist het, maar je had gezegd dat ik niets mocht zeggen.’

Maar ik ben uiteindelijk wel rechtsaf gegaan en was uiteindelijk ook voor het rijexamen geslaagd. Van de eerste keer. Hoewel ik ook even benauwd kreeg bij het begin van het traject op de straat, waar er een helling was net voor het verkeerslicht. Even de handrem opgezet en vlot opnieuw vertrokken, zorgend dat ik de baan vrijmaakte en daarmee de knoop op het kruispunt wat lichter maakte. Oef.

Ook bij de manoeuvres was ik even bang dat ik in de fout ging. Eerst moest ik achterin rechts in een parkeerplaats rijden. Daar had ik mijn raampje even naar beneden geschoven om ook even buiten de wagen te kijken. Waarvan mijn grootvader achteraf aangaf dat hij het koud had gehad bij mijn trip op de openbare weg, ‘maja, ik mocht niets zeggen.’

Ik was veel te bewust bezig met trachten geen fouten te maken waardoor ik niet doorhad dat ik mijn raampje nog niet had dichtgedraaid voor ik de straat opging. Waar ik dacht dat het examen eraan ging was bij het vooruit links in een parkeerplaats draaien. Ik moest het in twee stappen doen, maar blijkbaar was dat toegestaan.

Dat ‘ik mocht niets zeggen’ had trouwens een reden. Ik had mijn grootvader ingewreven dat hij tijdens het examen alleszins niet mocht zeggen of de baan vrij was om af te draaien. Bij het oefenen leunde hij vanop de passagiersstoel altijd helemaal naar voren om rechts te kijken of de baan vrij was om links af te slaan. Ik vond dat irritant, maar hij leerde het niet af. Deed het wellicht om goed te doen. Maar ik onderstelde dat de examinator het niet fijn zou vinden als mijn grootvader aanwijzingen gaf. Alleszins, manoeuvres en openbare weg, ik was dus geslaagd.

Dat aan het stuur zitten gebruiken ze ook om ACT (Acceptance and Commitment Therapy) uit te leggen. De metafoor beschrijft jou als chauffeur van je bus, van je leven, en verschillende ‘mensen/monsters’ stappen achterin op. Ze stellen gedachten, gevoelens en gewaarwordingen voor. Het is dan kunst om aan het stuur te blijven en de passagiers te ‘aanvaarden’ (acceptance) op je bus. Hen te negeren als ze veel lawaai maken en je te blijven focussen op de weg die jij uit wil gaan, volgens de waarden die je wil leven. Je niet te laten sturen door de aanwijzingen of gemopper van de passagiers op je bus. Dit vind ik wel een duidelijk filmpje over ACT: https://www.youtube.com/watch?v=ScwXgqO_d7Y

Al zijn er ook filmpjes te vinden met de bus als metafoor.

Misschien is het als chauffeur van je eigen leven ook wel interessant om de venster al eens open te zetten. Een frisse wind te laten waaien in de bus. Ook goed voor je medereizigers in tijden van Corona. Maar of het altijd zo aangewezen is om je te ‘committen’ tot je weg en je waarden en niet naar de stemmetjes van je passagiers te luisteren, weet ik niet zo goed. Ik denk inmiddels dat je er beter met mildheid naar kijkt en tracht te begrijpen wat ze willen vertellen. Welke behoefte er achter zit dat ze zo hardnekkig aandacht blijven vragen. Dat je ook als chauffeur van je bus (die je leven is) tenminste luistert naar je passagiers. Hen negeren zou wel eens een averechts effect kunnen hebben. Ze zouden harder kunnen gaan roepen waardoor je concentratie in het gevaar komt.

Dat doet me dan weer denken aan het gedicht van Rainer Maria Rilke over draken en prinsessen. Hoe de draken in ons leven misschien prinsessen zijn die er in angst en beven slechts naar haken ons eenmaal dapper en schoon te zien ontwaken.

Het volledig gedicht plaatste ik in mijn blogbericht van 28 november 2020: https://fiduciacaro.be/2020-11-28/begrip/

Raampjes en deuren open, af en toe een nieuwe wind en wat beweging brengen onder en in de passagiers. De energie die je meedraagt omvormen zeg maar.

Bestaan daar rijexamens voor?
Of bewustzijnsexamens…

Let´s go for goesting

Photo by Yoab Anderson on Unsplash

Het gaat er hier pittig aan toe en ik zal het geweten hebben…

Elke ochtend  in de afgelopen week had ik een confrontatie met somberheid, soms doorspekt met angst en piekeren. Dan gaan tijd en ik aan de slag om die energie te keren. Door te gaan stappen, door vrienden te ontmoeten, door dingen te doen die me op dat moment erg zwaar vallen maar die ik waardevol vind.

Hoe makkelijk zou het zijn als een positief gevoel kon blijven hangen. Of dat ik in staat was het fijne gevoel van bijvoorbeeld een ontmoeting of verwondermoment weer op te pikken en aan te doen, als een zacht jasje om schouders van kwetsbaarheid.

Het valt niet of amper te zien door de buitenwereld. Tenzij aan de tranen die af en toe boven mijn oogrand wriemelen en prikken. De woordenstroom die wat moeilijker op gang komt. Het eigenwaardegevoel dat zich verstopt achter een venijnige wolk van zelfkritiek. Een pruttelpotje van zelfbeklag bijwijlen.

Tsss…pittig. Dat is het woord ja.

Misschien is er een gerecht dat pittig genoeg is om de pittigheid van moeilijke emoties te overstemmen. Een lekker Indisch schoteltje misschien.
Het valt te proberen, al is de ochtend daar wellicht toch een beetje een vreemd moment voor.

En toch…sta ik niet alleen in mijn strijd.
En dat hoeft geen zalfje te zijn op de open wonde. Ik blijf in contact met mensen en hoor hoe moeilijk bepaalde situaties door hen te dragen zijn. Hoe alleen zij zich voelen in hun strijd. En daar waar ik uitreik, reiken zij evenzeer uit. Daar waar ik een verbinding zoek, zoeken zij evenzeer een luisterend oor. Zijn we er voor elkaar en wordt het allemaal eventjes draaglijk omdat het gedragen wordt door meer dan de eigen schouders. Elk met een andere lading.

Ik blijf graag luisteren, al blijft niet alles hangen dezer dagen. Als er dan een vervolg komt op ons gesprek merk ik dat flarden van het verhaal van de ander me ontglipten. Een nieuwe trigger behoeven om weer ten volle tevoorschijn te komen.
En ik ervaar hoe ook dit wellicht niet enkel mijn verhaal is.

Binnenkort duik ik in verhalen en gedichten met mensen die daar ook goesting in hebben. Niet gewoon al lezend thuis en uitwissslend in een bijeenkomst, neen, al voorlezend en meelezend, al voelend en al dan niet delend. Met goesting als werkwoord. Goesten. Misschien komt dat wel van het Engelse woord ‘to go’ , we go, she goes and they go to do this thing with literature and poetry. Hoor mij…

Enfin. Het zal trouwens in het Nederlands zijn. Maar ik heb er zin in en ben er blijkbaar in geslaagd om ook enkele organisaties warm te krijgen en mee aan te haken. En nog enkele andere organisaties om mee te zorgen voor bekendmaking.

Voor mij mag het starten met een klein groepje. Ik weet nu al dat ik er heel mijn wezen in zal leggen. En dat ik moe zal zijn na afloop. Maar er staan en er met heel mijn wezen bij zijn op het moment zelf is wat ik wil. En als we samen de ladingen onderzoeken en dragen die ons aangereikt worden in literatuur en poëzie, ontwikkelen we misschien een instrumentarium om mee aan de slag te gaan in ons eigen leven.

Gelukkig kan en mag ik nog dromen…

In perspectief

Photo by Laib Khaled on Unsplash

Het werd me de laatste dagen een aantal keer gevraagd, in diverse vormen.

Wat zou je psychiater hiervan zeggen?’ of ‘Hoe zouden je kinderen hierop reageren?
Tot vanochtend: ‘Als je een meta-perspectief inneemt, wat merk je dan op?

Dat is inderdaad de kunst als je vastzit, om een ander perspectief in te nemen dan je gewoontedier en vanuit dat perspectief naar hetzelfde fenomeen te kijken. Waar je vastzit in een emotie en de uitspraak dat je vastzit in een emotie die zelfde emotie nog eens even benadrukt en bestendigt, waar net een ander perspectief opening kan brengen. De energie een andere vorm kan doen aannemen.

Neem verdriet of somberheid. Ik beschrijf het als potentiële energie die door fysieke beweging ook letterlijk in beweging kan komen en zo langzaamaan mag transformeren in een andere vorm. Misschien keert dezelfde emotie later wel terug. Maar op dat moment, het lokaliseren van de energie en haar zien, haar toelating te geven er te zijn maar intussen toch iets te gaan doen dat je waardevol vindt, daar schuilt de kracht richting transformatie.
Zoals schrijven hoewel je een zware lading mee draagt.

ACT (Acceptance and Commitment Therapy) spreekt over waardegerichte acties. Acties die stroken met de waarden die je belangrijk vindt.

Als ik vertrouwen leef, dan doe ik mijn stapschoenen aan en trek er op uit. Dan is bewegen mijn waardegerichte actie. Dan is aanvaarden dat ik me niet goed voel een erkenning voor het gevoel maar de keuze voor actie een gedrag waar ik mijn gevoel in meeneem met de intentie beweging te krijgen in wat vastzit.

In mijn geval is er naast somberheid nog een andere energie die me geregeld in de problemen brengt. Het versnelde denken. De enorme kinetische energie die dan leeft in mijn hoofd en handelen. Waardoor een veel en intens ‘doen’ zich opdringt waar ik vaak aan toegeef omdat het zo fijn voelt. Wat me vervolgens uitput en me weer richting vastzitten duwt. Depressed…lees het als ‘deep rest’. Omdat het lichaam niet meer kan.

Maar net in dat ‘snelle denken’, dat ik kan opmerken als ik even verstil, kan ik de keuze maken voor een waardegerichte actie die mijn denken wat vertraagt. Dat kan door bewust te vertragen in mijn bewegingen, langzaam te stappen. Of bewust de tijd te nemen om te koken en mindful te eten bijvoorbeeld. Te focussen op mijn adem. Minder in de ‘doe-modus’ te gaan zitten en meer te ‘zijn’.

Persoonlijk grijp ik alles aan wat me kan helpen mijn energie meer te doseren. En toch ben ik er nog geen kampioen in. Mijn therapeute zei me ooit dat ze me zou leren surfen op de golven van mijn ziektebeeld. Een kleine golf, een grote golf, een onverwachte golf, een druppel…van intens voelen, over gefocust handelen tot mezelf overgeven aan de energie. Loshouden, een mooi woord vind ik dat. Helemaal afstemmen op de energie die er is en de keuzes maken in de richting van mijn waarden.

Ik weet niet of dit bericht zo samenhangend is als ik zou willen. Maar het is wel geschreven in flow, al tokkel ik nog te hard op mijn toetsenbord om goed te zijn voor mijn collega-werkers hier.

Ik zal mijn woorden herlezen, vanuit het perspectief van de druppel zeewater, of hij nu mee de golven vorm geeft of even boven het wateroppervlak piept.

Eens zien waar dat me brengt en voelen of het stroomt.

zie me met jouw ogen
lonk me met jouw blik
voel me tot de avond valt
en steel de laatste snik

de zon in jouw vermogen
die horizonten peilt
leest trots nog mededogen
in een leven zonder spijt

Hou het leuk

Photo by Courtney Cook on Unsplash

We staken de straat net over toen ik zei: ‘Als ik goed in mijn vel zit ben ik best een toffe madam hé.’
Ze moest lachen, mijn zus, maar beaamde dat we tijdens ons traject vandaag al goed gelachen hadden.

Toen ze daarstraks naast me kwam zitten – ze kwam van de andere kant van waar ik haar verwachtte – ze was er dus al, wat bij de meeste van onze afspraakjes niet het geval is… Zij komt immers ‘altijd’ een vijftal minuten te laat en ik een vijftal minuten te vroeg op onze afspraken.
Maar we waren daarstraks dus op elkaar afgestemd en waar ik toe wou komen is dat ze me meteen vroeg hoe het ging.

Naar waarheid zei ik dat het opnieuw niet zo goed ging. De ochtend was heel zwaar geweest. Ik had een poging gedaan op een andere plek dan naar mijn gewoonte het freewriting op te nemen, maar heel mijn lichaam was een dik half uur in protest mijn schrijven aan het manipuleren en beoordelen.
Tranen rolden. Woede sluimerde. Toch zette ik door.
De oefeningen van week twee in het boek heb ik vandaag niet bekeken, maar dat kan alsnog. De ‘Julia-Cameron’-week loopt tot en met zondag. Daarna wordt het evalueren hoe de week verlopen is en het aanvatten van een nieuwe opdrachtenweek.
Hopelijk met een positieve switch één van de komende dagen. Van bij het opstaan al bijvoorbeeld. Zo vanuit het niets eens kiplekker uit bed kakelen met mijn juiste been.

Maar goed. Mijn zus en ik moesten een halfuurtje wachten vooraleer we de tentoonstelling van de eindwerken van de lokale academie konden bezoeken. Zij was de gratis toegangskaarten al gaan oppikken toen ik nog niet gearriveerd was.
Omwille van Corona-maatregelen mochten er maar een beperkt aantal mensen tegelijk binnen.

Wat bizarre maar ook zeer mooie werken zag ik. Geen idee hoe je dat allemaal maakt. Ook beneden hingen tekeningen waarvan ik dacht ‘mij lukt het nooit om zoiets te creëren’. Al heb ik nog geen traject gevolgd dat mijn tekenvaardigheden aanscherpt. Er liggen wel een aantal boeken klaar om in te duiken. Zoals één van Betty Edwards, met een aanpak waarvan ik me door een tekenaar heb laten wijsmaken dat hij haar veel vroeger in zijn professionaliseringstraject had willen leren kennen.

Vandaag twijfelde ik wel in de boekhandel of ik een tekenboekje zou aanschaffen om het maken van een dagelijkse schets te stimuleren. De juiste intentie in combinatie met een mooi schriftje. Het boekje had een mooie vormgeving.
Ik was altijd al dol op papierwerk en pennetjes allerhande. Als kind kon je me meestal in de papierwarenafdeling vinden in de supermarkt waar mijn ouders elke week naartoe gingen. Mijn ma deed dan de boodschappen, ik stond aan de papierwarenafdeling te genieten en mijn vader en broer snuisterden rond bij de tijdschriften.

In de boekhandel waar we na de tentoonstelling belandden, was ik mijn zus aan het plagen en de verkoper die haar aankoop afhandelde deed met me mee.
Ik nam een flyer bij de hand waarop stond:
Omdat spelen leuk moet blijven – ken uw limieten.’
‘Gok je nog zoveel?’
vroeg ik. ‘En hoe gaat het nu met je alcoholverslaving?’
‘Hier staat dat je je limieten moet kennen.’

Zus lachte.

De verkoper zei: ‘ja, gooi het in de groep.’
Voor de zekerheid en het imago van mijn zus voegde ik toe dat ik een grapje maakte.
De verkoper antwoordde dat hij dat doorhad. Wat ik eigenlijk wel besefte. Vanwaar dan toch al die woorden…

Ik nam de flyer mee en ga meteen even analyseren of mijn gewoonte om mezelf af te breken als ik me niet goed voel een goede raad mag horen van een foldertje dat gokverslaving wil aanpakken of vóór zijn.
Al vind ik het ook een beetje dubbel…dat foldertje lag bij loten van de Nationale Loterij…dan is het van ‘koop ze, speel mee, maar zeg niet dat we u niet verwittigd hebben.’
Dat lijkt in mijn ogen veel op ‘koop maar en rook ze, maar kijk hier alvast wat je te wachten staat.’

Wie is dan verantwoordelijk voor wat?
De koper of de verkoper, of de goede intentionalistenaar?

Ik lees verder op de flyer: ‘(…) Toch heeft 1 tot 2% van de westerse volwassenen een gokprobleem. Bij jongeren loopt dat zelfs op tot 5%. (…)

Dus voeg ik meteen ook maar de regel toe die past bij dit soort mededelingen:
Doe de test via www.ken-uw-limieten.be om te kijken of u een gokprobleem heeft.

En voor mezelf zal ik dan morgen op zoek gaan naar wat mensen die me willen laten weten of ik een toffe madam ben of niet. En dan eventueel verwijzen naar https://www.fiduciacaro.be

Verleg uw grenzen, Fiducia, maar let erop. 😉

Wees taai en teder voor jezelf

Die paar woorden kreeg ik vandaag toegestuurd.
Ik werd er stil van. Ik stond er bij stil. En het werd stil.

Zonet zocht ik er een dansfilmpje bij.

Wees taai en teder voor jezelf.
En dans je.

Dankjewel voor de inspiratie!

Draken

Photo by Vlad Zaytsev on Unsplash

ik wil dat je weet dat ik in je geloof
tot je eigen geloof overtuigd is

ik hoop dat je voelt hoe je passie niet dooft
als één enkele taak niet volmaakt is

ga door en vrees geen donkere dagen
doorvoel wat zich aandient, heel zacht

vraag het beest dat je dooft wat het vreest
laat het vrij en ga door

kijk, je lacht

Afstemmen

Photo by Danielle MacInnes on Unsplash

Vreemdsoortige lichaamssensaties houden me alert dezer dagen.
Sensaties die ik niet herken en dus niet helemaal kan plaatsen of een waarde toekennen.
Mijn lichaam voelt aan als een leeg vat waar ik geen pijn of emoties in kan benoemen.
Alleen die bevreemdende ervaring van, ja, leeg zijn, anders krijg ik het niet verwoord.

Nu word ik niet snel ongerust wat betreft sensaties in dit voertuig van me. Ik tracht wel opmerkzaam te zijn om veranderingen die meer aandacht vergen dan mijn eigen waakzaamheid snel te bespeuren en indien nodig uit te reiken naar een gepaste extra kijk.
Zo heb ik gisteren aan mijn therapeute laten weten dat ik handvatten mis om in vertrouwen met die bevreemdende ervaringen om te gaan. Ze heeft nog deze week ruimte voorzien om mee te kijken. Mogelijk stuur ik haar al dit bericht door, ter inleiding of zo. Dat laat ik van het moment afhangen.

Ook bij de beoefening van de TRE (Trauma Releasing Exercises) merk ik verschillen op in sensaties. Daar waar meestal vooral mijn bovenbenen aan het trillen gaan, voelde ik de laatste sessies doorheen mijn onderlichaam heel subtiele vibraties, alsof er in heel diepe lagen iets wordt losgemaakt. Ook daar heb ik even telefonische hulp ingeroepen van een TRE-coach om één en ander wat te duiden. En na te gaan of ik misschien extra voorzichtig moet zijn en bijvoorbeeld de trilling korter moet laten duren dan de vooropgestelde tijd.

Ze stelde me gerust, zei dat het inderdaad om dieperliggende lagen ging die losgemaakt worden.
Ik hoef er volgens haar niet per se voorzichtiger mee om te springen.

Maar dat er oude pijnen losgemaakt worden en dat een invloed heeft op mijn algemeen welbevinden, dat is een feit. Daarnaast staat ook de wereld niet stil en moet ook daarop verder gesurfd worden. Ik las net in een boek de raad om niet meer te streven naar stevige verankering maar naar een stevig afgestemd geraken op de verandering en er voeling mee te houden. Om zodoende niet te verstarren of verstikken doordat de verandering je overspoelt.

Dat ik aan mezelf blijf werken en aldus zal geconfronteerd worden met meer ervaringen die bevreemdend zijn, daar ben ik me van bewust en ik ben er niet bang voor. Ik heb al wel wat ervaringen opgedaan, heel pijnlijke en minder pijnlijke. Groeimomenten. Inzichten.
Zolang ik hindernissen zie als uitdagingen komt het mijn leerproces tegoed en behoud ik wellicht een constructieve houding tegenover wat me overkomt.

Ik ben iemand die over het algemeen niet makkelijk uitreikt naar anderen. En ik merk wel dat vaak alleen al de bereidheid ervaren dat iemand mee wil kijken, zij het een vriend, familie of betaalde kracht, een kentering in mijn houding, mijn vertrouwen, kan geven.

Zelf heb ik me net ook gerealiseerd dat het afgelopen jaar best intens voor me was.
Zelfs los van de Corona-golf.
Volgens mij heeft het loslaten van situaties en me telkens ankeren op een nieuw pad, ertoe bijgedragen dat ik mijn systeem heb uitgeput. Wellicht heb ik onvoldoende gerouwd over oude en nieuwe verlieservaringen. Rouw over het doorleefd hebben van moeilijke sensaties en ervaringen. Voldoende tijd te besteden aan de emoties die ermee gepaard gaan. Voldoende in gesprek te gaan met die emoties.

Als dat de les is die ik hieruit moest leren, dan is dat mooi.
Dan heb ik een nieuw instrumentarium om me aan nieuwe uitdagingen te zetten.
Zonder de ervaringen achter me te laten die onvoldoende verteerd zijn.
Met de voeten op mijn surfplank en een rugzak die hanteerbaar is.
Deinend op het water of uitreikend naar een nieuwe golf.

Waar de reis me brengt weet ik niet, ik kan alleen terugkijken op de reis van vandaag, van het afgelopen jaar, van de afgelopen decennia.
Pittig, jawel.
Maar ik schrijf nog.

Als ik het kan, dan ligt het in ieders bereik.
I´m only human.

Hou je!

Koesteren

Photo by Banjo Emerson Mathew on Unsplash

De afgelopen dagen, weken misschien, ontving ik van vooral organisaties wensen voor het nieuwe jaar. Woorden die eerst steevast terugblikken op het vorige jaar…“en dat het zo afschuwelijk toch niet opnieuw moet worden of zo niet moet blijven duren.”
Of met andere woorden van deze strekking.

Bij mezelf merk ik dat ik helemaal niet op een ‘never-again‘ manier naar vorig jaar kijk.
Naar gebeurtenissen tout-court.

Vorig jaar is niet meer dan een verzameling dagen waar inderdaad Corona energie opeiste, wat mezelf betreft was er ook een maandenlange opname in een psychiatrisch ziekenhuis maar veel belangrijker dan dat, door de ruimte en tijd in een ‘nieuwe werkelijkheid’, dienden nieuwe sporen zich aan. Ik ging ze exploreren, op mijn tempo, op mijn manier ook…en ik vond pareltjes die mijn leven vandaag verrijken. Ik vond die pareltjes dus in 2020.

En die pareltjes werden wellicht gevormd door ambetante zandkorreltjes nog veel vroeger dan dat de pareltjes kans zagen zich er mooi rond te ontwikkelen. Zo gaat dat met pareltjes.

Ik ontmoette ook vorig jaar bijzondere mensen die ik in mijn hart sloot, er wervelden nieuwe inzichten binnen die ik het doorleven waard vond. En ik doorleefde ook ‘mij-initieel-enorm-uit-evenwicht-brengende-Zink-Innen’ die tenslotte mijn intuïtief aanvoelen bevestigden en loslaten vergemakkelijken.

Er was veel ‘vertrouwd’ dat ik intussen losliet, op zijn minst al energetisch. Concrete stappen moeten voor een aantal aspecten nog genomen worden.
Maar dat komt, als het pad dat ik bewandel zich wat duidelijker aftekent.
Of als mijn ware verlangens en behoeftes zich nog duidelijker aftekenen zodat wat zich wil manifesteren in mijn leven concreter wordt.

Vandaag was mijn energie fijn. Mijn dag knisperde zachtjes om me heen.
En ik bedenk me dat het wel eens zou kunnen dat die ommeslag tegenover de vorige dagen er kwam doordat ik voor mezelf besloot om de audiobestanden die ik gisteren voor mezelf creëerde met mijn eigen stem, audiobestanden die me ‘leiden’ doorheen oefeningen die mijn relatie met mijn eigen lichaam en haar/onze grenzen verbetert en dieper maakt…
veel te lange zin merk ik…maar…
Ik besloot dus deze rauwe en onbehandelde audiobestanden door te sturen naar een aantal mensen in mijn netwerk waarvan ik weet dat ze met lichaamsgerichte therapie bezig zijn. Mensen die in de kracht van lichaamsgerichte therapie geloven op een manier van ‘dit-zijn-oefeningen-en-ik-reik-ze-je-aan-zodat-je-er-zelf-mee-aan-de-slag-kan‘.

Alleszins voelt het voor mij heel veilig om op deze manier de gefragmenteerde energie in mijn eigen lichaam te ontdekken. Zonder dat handelingen van anderen de subtiele verschuivingen kunnen ‘bezoedelen’. Doordat ze een eigen agenda hebben eventueel.
Niet zuiver ‘luisteren’ misschien.

Mijn eigen stem te horen doet me ook deugd.

Zo zie je maar.
Gisteren heb ik trouwens een prentenboek gekocht dat ik gisterenavond ook even doorgelezen heb: ‘De voelsprieten van Neel’ van Steven Gielis en Carolien Westermann. Over hoogsensitiviteit.

Ik denk dat ik toch eerst maar dit boek inlees. Het prentenboek dat ik gisteren vermeldde, over geheimen die beter geen geheimen zijn, laat ik nog maar even rusten. Voor dat boek is het immers noodzakelijk dat de kleine luisteraars er niet alleen naar kijken en luisteren…dat er een vertrouwenspersoon in de buurt is die hun vragen en emoties op een gezonde manier kan opvangen. Zodat mijn relaas geen brokken maakt, zeg maar.

Nog een regeltje poëzie om af te ronden:

ik koester mezelf het duister uit

rupi kaur

Quantum surfen

Photo by Mathieu CHIRICO on Unsplash

Hoe zou het zijn om te schrijven wat ik allemaal voel.
Wat ik denk.
Wat ik hoop.
Wat ik denk te hopen.
Wat ik hoop te voelen.
Wat ik meen te weten. Voorbij de kennis … die ik niet draag…

Voorbij de tranen van nietigheid.

Ronduit. Ongecensureerd. Schrijven wat er is.

Wie zou me dan dit keer geloven?
De hoeveelste keer zou ik mezelf belachelijk maken?
De hoeveelste keer zou de hoop die ik vandaag koester, morgen weer niet vervuld zijn maar de verbeelding opnieuw aansturen om het daarmee te redden tot de volgende dag.
Van hoop langs onvervulde paden naar nieuwe hoop op … en tijd die voortschrijdt.

En wat met geven. Langsheen genieten bij het zien van een flinter dankbaarheid.
De glans kunnen waarnemen in ogen die nog niet ontgoocheld werden.
Of erin slagen voorbij de ontgoocheling te reiken naar elk volgend avontuur.

Wie niet waagt, niet wint.
Hoe zou het zijn om mij te zijn?
Hier en nu?

Punten in plaats van vraagtekens. Het zijn nochtans vragen die ik stel.

Gelukkig is de muziek die dezer uren mijn oren bereikt rauw en eerlijk.

Misschien weet ik zelf niet hoe je dat doet.
Leven.
Doen leven.
Laten leven.

******

En toch…
Ik liet mijn schrijven los – verliet mijn blogruimte – doorvoelde wat was…

En toen botste ik bij een geïnitieerd goochelmoment rond quantum denken op onderstaande Ted Talk:

En los van de ietwat, hoe zou ik het verwoorden, ‘commerciële look and feel‘ in de presentatie, …. voelde ik mijn energie een tandje hoger schakelen.
Een vibratie hoger trillen.

Tot het punt waar ik niet, zoals ik me voorgenomen had, mijn blogruimte weer opende en weggooide wat ik hier boven schreef om opnieuw te beginnen … omdat ik bovenstaande woorden niet an sich wilde openstellen omwille van de “lading” die erin ligt, …
Tot hetzelfde punt waar ik besloot eerlijk de energie te tonen waar ik uit vertrok om al surfend te landen in een energie die weer fijn voelt…weer vloeit…

En zo te vertrouwen dat ik telkens weer die energie vind waar het fijn is om op te surfen.
En te concluderen dat als ik dat kan…het niet moeilijk kan zijn…

Liefs.
Omdat dat weer eerlijk voelt…
Fiduciaans…



Lichaamsgrenzen

Photo by Ben Wogl on Unsplash

Het is van het grootste belang te weten waar je zelf ophoudt en de rest van de wereld begint.’
Dat las ik in het boek van Midas Dekkers: ‘De thigmofiel: het verlangen naar geborgenheid.’

Thigmofilie, wat volgens hem zoveel betekent als ‘aanraking liefhebben’.

Ik denk wel dat de meeste mensen graag aangeraakt worden. Ons tastzintuig is ook het grootste zintuig dat we hebben. En met elke aanraking is er zowel een geven als een nemen. De hand streelt de onderarm, de onderarm ontvangt de streling. Gepaste aanraking geeft troost en geborgenheid.

In coronatijden waar afstand houden de boodschap is, wordt aanraken vooral een solo-activiteit.
Maar gelukkig bestaat zoiets als douchen, elke ochtend bijvoorbeeld. Waar je je ingekapseld weet door de douchecel en verwarmd wordt door de waterstralen.
Zo bestaat er een zacht deken waar je je in de sofa in kan duffelen en je geborgen weten.
En dan is er nog kleding. Kies je echt vrijwillig voor die naaldhakken of verlang je vooraf al naar het moment dat je ze uitdoet en je tenen weer ruimte en misschien wat massage krijgen?

Ik biecht op: ik heb een ‘koesterpull’.
Ik weet nog op welke rommelmarkt ik hem kocht, aan drie euro. Het is eigenlijk een mannenmodel in zuivere wol en ik draag hem graag als ik nergens naartoe moet.
De bakkerin van de zaak in de buurt kent het verhaal. Ze zegt telkens een woordje van troost als ik haar winkel betreed gehuld in mijn koesterpull.
Ik ben blij dat je je koesterpull draagt, dat betekent dat je goed voor jezelf zorgt,’ zegt ze dan.

Ik wens iedereen die zich wat verlaten voelt dezer dagen, een koester-outfit.
Een kledingkeuze die geborgenheid omvat. Iets makkelijks, dat lekker zit en zacht is. De huid verwent en niet leidt onder de zwaartekracht 🙂

Ik wens iedereen ook een bewust beleven van de eigen lichaamsgrenzen.
Hoe voelt de grond onder je voeten. Hij draagt jou, merk je dat?
Hoe voelt het hoofdkussen waaraan je je dromen ‘s nachts toevertrouwt? Ben je er dankbaar om?
Kan je wat bewuster je handen wassen, nu het zo vaak moet gebeuren? Of is het een opdracht waar je snel vanaf wil?

In zijn boek haalt Midas Dekkers al vrij snel het voorbeeld van katten aan. Hoe ze zich liefst in een doos of papieren zak murwen, omdat ze dan helemaal omvat zijn.
Bij gebrek aan zak of doos vleien ze zich tegen benen, kasten of deuren en aanverwanten. Ze voorzien in hun eigen thigmofilie.

Mijn verbeelding gaat er alvast mee aan de slag wat mensen betreft…

Ik hoor net op de radio dat mensen dansen en er filmpjes van posten op sociale media.
Wat als ze ook eens dansen met de grenzen van en in het huis…om zo in hun thigmofilie te voorzien…
Katgewijs dansen met muur, kast, stoel…
Zolang het maar subtiel is, zodat de huid ook nadien nog kan glimlachen…