Naastenliefde

gleren-meneghin-246485

Photo by Gleren Meneghin on Unsplash

Ik was net liefdevol mijn plantjes aan het verzorgen toen er op de voordeur werd geklopt. Mijn buurvrouw, met een plateau vol dampend eten en hapjes.
Het is Nieuwjaar in haar land vandaag, haar man had gekookt en ze hadden eten over. Of alles goed was met de kinderen.

Ik vroeg haar even binnen te komen omdat de buitenlucht mijn huisje afkoelde.
Net als een week voordien toen ik haar voorbijfietste en even stopte om te vragen hoe het met haar ging, gaf ze aan dat haar huisbaas de herstellingen niet uitvoert. Ze wachten al heel lang. Vanochtend vertelde ze uitvoerig: het dak lekt, ze heeft een grote schimmelvlek op de muur, de verwarmingstoestellen slaan niet altijd aan en geregeld valt de elektriciteit uit. Ik had haar toen beloofd één en ander op te zoeken en zei haar vanochtend dat ze in haar huurcontract moet kijken welke herstellingen ze zelf moet doen en welke voor zijn rekening zijn. Dat ze eerst een aangetekend schrijven moet sturen naar haar huisbaas met een oplijsting van alle problemen. Als hij dan nog in gebreke blijft, kan ze verdere stappen ondernemen. Ik vond modelbrieven.

Maar de opsomming die ze gaf voelt dringend. Is de brandveiligheid trouwens wel in orde bij mijn buur? Ze gaf bij mijn opmerking dat de schimmelvlek niet gezond is aan dat ze soms ademhalingsproblemen heeft.
Ze gaf aan dat haar huisbaas altijd boos wordt als ze melden dat er een probleem is.
Hij zegt dan dat ze maar moeten betalen voor de herstellingen. En dat ze beter ergens anders gaan wonen. In september wonen ze er twee jaar, ze hebben een contract van drie jaar.

Dat lieve koppel doet wellicht te moeilijk. Fijne zachtaardige mensen. Ik zei haar nog dat ik vanochtend gemediteerd heb. Zij mediteert ook. Yoga niet, mediteren wel. Ik kan hen heel moeilijk verstaan door het gebrekkige Nederlands, maar ze zijn vriendelijk en dankbaar en rustige buren.
Ze keek op onze portretfoto aan de muur van mama en dochters en was vol lof over hoe mijn jongste haar laatst te woord had gestaan toen ze kwam vragen of we ook elektriciteitspanne hadden. Hoe ze haar op de elektriciteitskast had gewezen en aangaf de zekeringen te controleren.
Hoe erg mijn dochter op me lijkt, glimlachte ze nog. Dezelfde ogen, dezelfde mond en dezelfde lach. Ze had het weer eens tegen haar man verteld.

Ik beloofde verder op zoek te gaan, want een aangetekend schrijven sturen naar een man die al niet vriendelijk doet lijkt me misschien toch niet de beste oplossing. Of er misschien bemiddeling bestaat. Maar bij mijn zoektocht daarstraks kwam ik al snel tot de constatatie dat de problemen die ze omschrijft wel eens op ‘onbewoonbaar’ zouden kunnen uitdraaien als er een onderzoek aan te pas komt.
Dat zou ik een eerlijk verdict vinden. Maar voor dit koppel is het uiteraard geen oplossing. Waar moeten ze dan terecht?

En meteen kwam die al lang sluimerende wens weer naar boven om zelf te verhuizen naar een cohousing project. Zodat zij in mijn huisje terecht kunnen, al dan niet tijdelijk.
Heb meteen het plaatselijk cohousing project waar ik acht jaar geleden al een kort traject mee liep, een mail gestuurd. En morgen adviseer ik mijn buurvrouw om in het sociaal huis van de stad haar situatie te gaan uitleggen. En als het niet lukt vanwege de taal, dan zoek ik samen met haar naar een oplossing, als ze dat wil.

Misbruik. Graaiers. Geldklopperij. Ik kan er echt, echt, echt niet tegen!