Versluiering

Photo by David Kiriakidis on Unsplash

Het is opmerkelijk hoe de kleur van een bericht een donkere sluier krijgt als ik in een sombere bui ben.

Dan geeft meteen herlezen geen andere interpretatie dan deze die net binnenkwam als waarheid en pijn deed. Dan lijkt het of er maar één betekenis aan de andere kant wordt ingelegd. Eén die me neer wil sabelen. Dan kan je verstandelijk wel zeggen: ‘een uitspraak zegt meer over de zender dan over de ontvanger.’ Maar aan hoe de woorden binnenkomen en pijn triggeren, kan ik niets veranderen op dat moment. Dan wordt het voor dat moment de opdracht om gewoon de lading te doorvoelen, trachten te verteren en iets anders te gaan doen.

Maar als ik de volgende dag een beter humeur heb en ik bij wijze van dubbele check het betreffende bericht herlees met een nieuwe bril, dan klinkt het ineens frisser.
Niet meer als een persoonlijke aanval. Zelfs warmhartig, in uitzonderlijke gevallen.
Zo vreemd vind ik dat. Hoe mijn eigen gemoed mijn waarnemingen kleurt.

Ik weet hoe dat komt.
En dit schrijven gaat op dit moment weer vergezeld van tranen. Een inzicht, welaan.
Ik weet dat het komt doordat ik in se nog steeds niet op een duurzame manier geloof dat ik van waarde ben. Dat ik vind dat ik ‘iets moet betekenen’ of ‘ondernemen’ om menswaardig te zijn.
Elke boodschap die dan neigt mijn eigen overtuiging kracht bij te zetten, komt dan stevig binnen.

Als ik me goed voel, waan ik me waardig en onderneem ik ook allerlei acties.
Zit ik als het ware in een virtuose opwaartse spiraal.
Als ik me klein en kwetsbaar voel, vertoef ik vaak in een ‘lege ruimte’. En gedachten kronkelen zich in een vicieuze cirkel. Wat op zich wel maakt dat nederigheid gevoed wordt. Dat is dan weer een goede zaak voor intermenselijke contacten.

Ik merk het bij het schrijven van affirmaties in het kader van mijn traject met het  boek van Julia Cameron, ‘The Artist´s Way’. Dan schrijf ik zelfbevestigende uitspraken als ‘ik mag mijn creativiteit voeden’ een aantal keer onder elkaar en komt er doorheen het geschrijf een censor die soms de wreedste verwensingen naar mijn kop gooit. Het boek adviseert die zogenaamde ‘censoruitbarstingen’ ook op te schrijven, om ze nadien te transformeren tot uitspraken die als affirmatie kunnen dienen.

Waar de voorbeelden van affirmatieve zinnen in het boek over creativiteit gaan, zijn de nieuwe affirmaties die op bovenstaande manier gecreëerd worden nog belangrijker om te herhalen.
In het kader van je algehele welbevinden als mens. Om gaandeweg de weerstand voor de weg die je bewandelt en waard bent wat minder groot te maken. Jezelf wat liever te gaan zien. Stel u voor…

Ik weet niet waar die wrede uitspraken vandaan komen. Ik herinner me geen dergelijke uitvallen verbonden aan een persoon uit mijn jeugd. Ik heb er alleszins geen levendige herinneringen aan, hoewel ik wel een vermoeden heb waar ze vandaan komen.

Bij andere mensen merk ik die sluier ook op.
Ik durf al eens complimenten geven aan mensen en niet zelden geven die emotie of zelfs tranen bij de ander. Omdat ze iets raken waar kwetsbaarheid op zit.
Soms omdat er ongeloof bij de ander zit dat wat hij of zij hoort wel eens zou kunnen kloppen.

Ondertussen heb ik een idee voor een nieuw projectje.
Een kunstig experiment dat ik nog wat moet uitwerken. Kleinschalig maar denkelijk wel amusant.
Iets met toevallige ontmoetingen, luisteren en katalyserend vermogen.

Dit schrijven heeft me alvast deugd gedaan.
Mmmh. Voelt fijn.

Wees taai en teder voor jezelf

Die paar woorden kreeg ik vandaag toegestuurd.
Ik werd er stil van. Ik stond er bij stil. En het werd stil.

Zonet zocht ik er een dansfilmpje bij.

Wees taai en teder voor jezelf.
En dans je.

Dankjewel voor de inspiratie!

Emoties

Photo by Senjuti Kundu on Unsplash

Ik herinner me niet dat dat in mijn jeugd bestond, prentenboeken die specifiek over emoties gingen.
Mijn favoriete lectuur als jong kind waren de prentenboeken van ‘Tiny’, met al haar avonturen.
Ik vond vooral de tekeningen zo mooi.
Soms durf ik in een boekhandel nog even de ‘Tiny‘-boeken doorbladeren, gewoon omwille van de nostalgie.

Vandaag zijn er wel prentenboeken met als onderwerp één of andere emotie, zelfs met (ademhalings) oefeningen erbij. Zoals de reeks ‘Wat Victor voelt’ met tekst en illustraties van Aurélie Chien Chow Chine met titels als ‘Ik ben verlegen’, ‘Ik ben boos’ en ‘Ik ben bang’.

Of ‘Waar geluk begint’ en ‘Als verdriet op bezoek komt’ van Eva Eland.

Vaker nog vind je natuurlijk de prentenboeken waar de emoties doorheen het verhaal weven. Zoals in de reeks met ‘Kikker’ van Max Velthuijs, zoals het heerlijke ‘Kikker is Kikker’ bijvoorbeeld of ‘Rood, of waarom pesten niet grappig is’ van Jan de Kinder. Waar ook de kleuren heel erg spreken. Er is ook een theatervoorstelling van dit boek gemaakt.
Deze laatste auteur/illustrator, Jan de Kinder, heeft trouwens net een nieuw prentenboek uit, het staat op mijn ‘to do’-lijstje om dat even nader te bekijken…

Onlangs kwam ik voor het eerst in een stripwinkel in Leuven. Op één of andere manier werd ik er naartoe getrokken.
Er lagen twee hoopjes postkaarten naast elkaar vlakbij de ingang. Eentje van het prentenboek ‘Mare en de dingen’ met illustraties van Kaatje Vermeire en tekst van Tine Mortier. Een heel mooi verhaal over een meisje en de relatie met haar oma.

De andere postkaart betrof het boek ‘nooit meer alleen’ van ephameron. Een beeldverhaal dat werd ontwikkeld in het kader van een doctoraatstraject in de kunsten.
Een heel bijzonder boek, lijvig ook, dat ik al een aantal keer met volle aandacht heb doorbladerd.
Het wekt enorme emoties op bij mij. Het is alleszins van een andere orde dan de boeken die ik bovenaan in dit blogbericht aanhaalde.
Geen echt voorleesboek, eerder een ‘kijk, voel en doorvoel’-boek.
Een zet-even-weg-, heropen- en herbegin- en herontdek-boek.

Ik ben ook niet te verlegen om prentenboeken aan volwassenen te schenken. Om nog maar verder te gaan in de opsomming en u daarbij eventueel te inspireren om ook eens te gaan snuisteren in prentenboeken…
Zo gaf ik nog niet zo lang geleden een vriend ter ere van zijn verjaardag het boek ‘Het meisje dat nevel weefde’ met tekst van Agnès de Lestrade en illustraties van Valeria Docampo.
Ook ‘De omhelzing’  met illustraties van Michal Rovner en tekst van David Grossman gaf ik ooit cadeau aan een lotgenote op haar verjaardag. Dat was zelfs in het ziekenhuis, ik kende haar amper.

Ik had het boek bij, omdat ik van plan was maar één nacht te blijven en de volgende ochtend te gaan voorlezen in de jeugdbibliotheek…tja…
De lotgenote gaf aan dat ze jarig was en dat het zo zielig was dat ze op dat moment in het ziekenhuis verbleef op zo een heuglijke dag. Ik aarzelde niet en gaf het boek aan haar. Volgens mij heb ik er zelfs een geïmproviseerd kaartje bij geschreven.

Ze toonde het blijkbaar aan haar therapeut met de mededeling dat ze het van mij cadeau had gekregen. Hij was verwonderd en best onder de indruk…althans, dat vertelde ze me nadien.

En zo vind ik troost en vreugde in mijn boekenarsenaal.

Het blaadje van 11 april in mijn scheurkalender vind ik wat tekst van schrijfster Andrea Owen. Ik zal die even inlezen bij wijze van audio-aanvulling.

Hou het gezond daar!
En kies een goed boek 😉

Return to sender

Photo by Priscilla Du Preez on Unsplash

you can pull me out of Love
way back into anxiety
but resilience and trust are rooted
deep inside a core of me

I move within my misery
and question my own pain
sometimes a simple shower helps
to get back on the train

moving towards UsTopia
where we´ll never arrive
the journey is worth feeling though
each moment we´re alive

just knowing that somewhere out there
somebody feels the same
and that maybe, a word or poem
could help to ease the pain

not sure of course, but nonetheless
just imagining a tale
is a cure to breath:  inhale – exhale
and return to Love again

Quantum surfen

Photo by Mathieu CHIRICO on Unsplash

Hoe zou het zijn om te schrijven wat ik allemaal voel.
Wat ik denk.
Wat ik hoop.
Wat ik denk te hopen.
Wat ik hoop te voelen.
Wat ik meen te weten. Voorbij de kennis … die ik niet draag…

Voorbij de tranen van nietigheid.

Ronduit. Ongecensureerd. Schrijven wat er is.

Wie zou me dan dit keer geloven?
De hoeveelste keer zou ik mezelf belachelijk maken?
De hoeveelste keer zou de hoop die ik vandaag koester, morgen weer niet vervuld zijn maar de verbeelding opnieuw aansturen om het daarmee te redden tot de volgende dag.
Van hoop langs onvervulde paden naar nieuwe hoop op … en tijd die voortschrijdt.

En wat met geven. Langsheen genieten bij het zien van een flinter dankbaarheid.
De glans kunnen waarnemen in ogen die nog niet ontgoocheld werden.
Of erin slagen voorbij de ontgoocheling te reiken naar elk volgend avontuur.

Wie niet waagt, niet wint.
Hoe zou het zijn om mij te zijn?
Hier en nu?

Punten in plaats van vraagtekens. Het zijn nochtans vragen die ik stel.

Gelukkig is de muziek die dezer uren mijn oren bereikt rauw en eerlijk.

Misschien weet ik zelf niet hoe je dat doet.
Leven.
Doen leven.
Laten leven.

******

En toch…
Ik liet mijn schrijven los – verliet mijn blogruimte – doorvoelde wat was…

En toen botste ik bij een geïnitieerd goochelmoment rond quantum denken op onderstaande Ted Talk:

En los van de ietwat, hoe zou ik het verwoorden, ‘commerciële look and feel‘ in de presentatie, …. voelde ik mijn energie een tandje hoger schakelen.
Een vibratie hoger trillen.

Tot het punt waar ik niet, zoals ik me voorgenomen had, mijn blogruimte weer opende en weggooide wat ik hier boven schreef om opnieuw te beginnen … omdat ik bovenstaande woorden niet an sich wilde openstellen omwille van de “lading” die erin ligt, …
Tot hetzelfde punt waar ik besloot eerlijk de energie te tonen waar ik uit vertrok om al surfend te landen in een energie die weer fijn voelt…weer vloeit…

En zo te vertrouwen dat ik telkens weer die energie vind waar het fijn is om op te surfen.
En te concluderen dat als ik dat kan…het niet moeilijk kan zijn…

Liefs.
Omdat dat weer eerlijk voelt…
Fiduciaans…



Wat ik zie

Photo by Graham Ruttan on Unsplash

Ze houden van hun werk.

Dat zie ik. Dat voel ik.
Als ze er zijn, ‘geven’ ze. Stuk voor stuk.
Verbinden ze. Bevragen ze. Grappen en relativeren ze.

Van mens tot mens.
Eén voor één zie ik hen passeren. Elke dag iemand anders. Moeilijk te volgen. Ik observeer.
En voel. Ook mee, ja. Ik voel de energie waarin ze zich bewegen.

Ik zie vermoeidheid. Ik zie hoe de lichaamstaal getuigt dat ze helemaal nog niet willen denken aan hun volgende cliënt en de tijdsdruk die in hun systeem zit.
De tijd tikt cliënten weg.
Wanneer zal vandaag hun ronde afgelopen zijn?
Hoe lang kunnen ze twee shiften trekken?

‘Het is wel ok, hoor. Ik heb wel geen leven. Maar ik doe het graag.’
‘Sorry dat ik een fout maakte met de medicatie. Dit zou inderdaad niet mogen gebeuren. ‘
‘Ik ben vanochtend om zes uur begonnen. Mijn shift zit er nog niet op.’
De klok tikt 22u23 op dat moment.

Kunnen we hen een moment van aandachtsslapte kwalijk nemen?
Ik niet. En hoewel ik zelf niet al te veel draagkracht heb, ik wil een beetje mee dragen met hen. Grappen. Relativeren. Een hart onder de riem steken.
Een woordje van respect uiten. Hen een dikke woordenknuffel en hartegroet toewensen die deugd mag doen. De hele dag. Of de avond die rest voor de nachtrust zich opdringt.

En neen, noch cliënt, noch verpleegkundige vindt het fijn dat de pyjama pas om 13u wordt verruild voor de dagtenue.
Half acht ´s avonds is inderdaad vroeg om ondergestopt te worden.
Je zal maar naast je eigen worstelingen ook nog op onbegrip bij de cliënten mogen stuiten. Alsof zij er iets aan kunnen veranderen. Of mogen.

Wat rest nog?

Hoe zouden die zorgzame mensen zelf hun zorgprogramma invullen, als ze er de ruimte zouden voor krijgen?
Wat vinden zij essentieel in wat ze hun cliënten willen aanreiken en wat vinden ze ballast? Wat doet hen opstaan en drijft hen vooruit de rest van de dag? Met de glimlach van cliënt naar cliënt.
Waar zijn ze dankbaar voor aan het eind van hun dag en hoe zouden ze hun dankbaarheidsschriftje nog wat willen aandikken? Als ze er al eentje hebben…

Wat als ze eens zouden mogen proberen hun eigen zorgaanbod vorm te geven.
Samen.
Laat tijd weg en stel de cliënt en de zorgverlener aan het roer van het zorgaanbod.
Wat zou er dan veranderen?

Een kompas voor zorg.
Tijdloos.
Mateloos goesting-gevend.
Honderduit besmettelijk.
Zoiets?

Coping

Photo by Ahmad Odeh on Unsplash

Soms zorgt de simpele bewustwording dat je niet de enige bent die iets meemaakt, voor troost.

Misschien moet dit blogbericht niet langer zijn dan deze eerste zin hierboven. Moet die een beetje doordringen om tot het besef te komen dat je er niet alleen voor staat, waar je ook voor staat. Kan de wetenschap van samen te strijden je net tot actie aanzetten. Al is het maar een zoekactie naar een verhaal dat op het jouwe lijkt met hopelijk een les die daaruit meegenomen kan worden.

Als je bepaalde ervaringen aan vrienden of familie vertelt, krijg je de meest diverse reacties. Van ongeloof tot medeleven tot goedbedoeld advies.
De mooiste reactie kreeg ik onlangs van een vriend die mijn verhaal aanhoorde en er helemaal niet inhoudelijk op inging. Hij liet het gewoon allemaal binnenkomen. Hij bleef bij het gevoel dat ik uitgesproken had en herhaalde dat toen hij ons onderonsje enkele uren nadien een tweede keer afrondde met een lieve sms.
Mooi was dat. Ik wist me gekoesterd door zijn attente gebaar.

Ik vraag me eigenlijk af of er veel mensen in staat zijn troost te bieden aan hun medemens. Of troost niet iets is dat je beter in andere dingen zoekt dan in mensen die je niet altijd omringen. In boeken, spreuken, een knuffel. Een beeld, een liedje of een wandeling met de hond die op je aangewezen is.

Wat is er nodig om troost te vinden?
Dat je gevoel zich gehoord weet.

Kunst kan dat ook doen. Een mooi schilderij, beeld of gedicht dat je weet te raken.
De juiste foto op het juiste moment.
Een herinnering aan een fijn moment. Een beeld dat de essentie van geborgenheid vat.

Zolang je maar niet het gevoel overhoudt dat je de enige bent in je situatie.

Als hij een gevoel van geborgenheid kan weten te incorporeren, dan kan een mens in mijn ogen veel aan. En verder is dansen met het gevoel dat zich aandient of erop surfen, als dat een sport is die je beter ligt, een goede strategie. Er tegen vechten of het negeren niet.
Vechten maakt het gevoel alleen maar koppiger en moeilijker te hanteren.

Ontwaren

Photo by Sai De Silva on Unsplash

Het was niet in het park dat ik haar tegenkwam. Daar ontmoetten me enkel de glimlach van een jonge vrouw die een relaas van haar oudere compagnon aanhoorde en die van een mama op wandel met twee jonge kinderen.

Ik was naar het park gereden om me op een bank te installeren en wat te lezen. Hoopte zo een nieuwe toevallige ontmoeting te ontlokken. Het zou niet de eerste keer zijn dat ik, gezeten op een bankje, al dan niet voorzien van boek en/of drankje, in gesprek ging met een wandelaar. Of eerder andersom. Een wandelaar die een begroeting aanhief en me bevestigde in mijn me-time vol van genieten.

Ge-nieten vind ik overigens een vreemd gekozen woord. Me-wellen klinkt beloftevoller wat toevallige ontmoetingen betreft. Of ons-wellen. Voor de verbinding. Al lijkt dat nogal op ontzwellen. Wat mijn verbeelding dan weer prikkelt.
Waar zat ik?

Maar dit keer geen heen en weer van vriendelijke wensingen. Weinig volk in het park trouwens. Ik besloot niet lang op mijn bankje te blijven zitten omdat ik, bij vertrek van huis eigenlijk al, een beetje koud had. Mij zal je zelden naar een weerbericht zien zoeken. Maar dat vertrouwen kan al eens tegenvallen. Waarom was ik niet teruggereden?

Neen, wat ik wou vertellen. Waar ik haar tegenkwam was vanochtend, tijdens een meditatie. Ze nam plaats tegenover me, zoals de mannenstem me opdroeg. Ze keek me uitdagend aan met haar nieuwsgierig monsterende ogen. Als om me uit mijn tent te lokken. ‘Hoe zit het, wanneer verschijnt hier deze versie van jezelf?’
Ja, voor me zat de ultieme versie van mezelf. In mijn verbeelding oogt die speels, grappig en ze danst het leven door. Hoedanook, toen de mannenstem me opdroeg de ultieme versie van mezelf in mijn lichaam te laten plaatsnemen, voelde ik een rilling door mijn lijf sidderen.

Er zit wel wat in. Al die versies van mezelf die ik verafschuw, liefheb of mis…ze zitten ergens in me. Het is gewoon de kunst om ze weer op te roepen als ik in een modus vertoef waar het wat killig aanvoelt.
Maja, hoe doe je dat?!

Het werd trouwens, ondanks de met de glimlach weggewerkte strijk, vooral een moeizame dag waarop momenten van immens verdriet me overspoelden. Omdat er geen herinneringen bij zitten. De pijn en de tranen zijn er gewoon. Ineens. Soms zak ik dan op de grond van de intensiteit waarmee het verdriet me overvalt. Dat was zo vorige dinsdag, toen ik thuiskwam van een intense danssessie. Iets getriggerd? Het voelde trouwens als heel oud verdriet, …dat niet alleen van mezelf is. Maar dat klinkt wellicht vreemd voor lezers voor wie die dit soort huilbuien onbekend terrein is.

Hoedanook. Op dit moment voelt het alsof die speelse versie van mezelf thuis is. Ze heeft net een douche genomen en zit een beetje te bedenken hoe ze haar toevallige ontmoeting morgen wil triggeren.

Speels. Fris gewassen. Veel potentiële energie die actie zoekt.
Even verstillen met verhaaltjestijd 😉

Ommekeertje

Photo by Conor Gilbert on Unsplash

Pssst…een weetje. Na drie weken intens afzien is mijn gemoed, na nog één bijzonder intense en pijnlijke huilbui, als bij wonder gekeerd. Door een radicaal (voor mij) nieuwe levenshouding te doorvoelen en  incorporeren.

Ik voel me goed op dit moment.
Fris. Alert. Hernieuwd.

Ik (be)leef weer alle kleurtjes van de regenboog en ik geniet ervan.

Stilletjes. Zonder te gaan zweven, hopen of flippen.
Dansen, dat wel.
Dichten, dat ook straks.
En zingen binnenkort ook.

Meer ga ik hier voorlopig niet over zeggen. Maar ik wou toch iets schrijven vanavond. Omdat ik seffens weer iets anders ga doen en ik ook niet meer al mijn geheimen volledig prijs wil geven.
Of toch niet meer zoals tot nu.
Omdat ‘nieuw’ soms ook iets ‘anders’ nodig heeft.

Gloeiende groet,
Frisse Fiducia, want net gewassen 😉