Zinsbegoocheling

Photo by Peggy Anke on Unsplash

Ik heb nooit leren goochelen
hoe kan ik dan ontgoocheld zijn
teleurgesteld om zoveel schijn
voel ik me erg misleid

Is leiderschap niet meer dan dat
bestaat dan ook Miss Leit
baart pionieren meer van dat
hoe geraak je een illusie kwijt

Het goede

Photo by Hanna Zhyhar on Unsplash

‘Je verliest de verbondenheid met mensen die je veroordeelt.’

Ik had gevraagd wat zij van deze uitspraak vonden.
Hij vroeg: “oordelen, veroordelen of beoordelen?” Ik keek voor de zekerheid even opnieuw in mijn notities. Ik had dus gevraagd ‘veroordelen’, bij oordeel verwerpen dus.
Daardoor was het antwoord in de groep unaniem:
“Ja, dan verlies je de verbondenheid.”

Als je slechts oordeelt, volgens van Dale dus ‘tot een gevolgtrekking komt door te redeneren’ is er nog altijd de optie je met meer ogen op de kwestie te richten en in een co-creatief redeneringsproces en groepswijsheid tot een andere gevolgtrekking te komen.

Het is zeker niet bevorderlijk voor de verbinding om te oordelen. Ook niet voor de verbinding met jezelf trouwens, als je nogal eens de neiging hebt om streng te zijn over je eigen doen en laten.
Of eigen denken en voelen zelfs misschien…

Het helpt al een beetje om je bewust te worden van die malende uitspraak in je hoofd en ze te benoemen als ‘oordeel’. Te bekijken of er geen alternatieve invalshoeken zijn om de kwestie of persoon te benaderen. Een beetje aan onderzoek te doen. Te vertrekken vanuit de waarnemingen.

‘Geen gedrag is vreemd als je de context in rekening brengt.
Eén van mijn ‘wijsheden’.
Wat niet betekent dat het gedrag altijd goed te keuren is, maar onderzoeken vanuit welke behoefte bepaald gedrag zich stelt kan verrassende inzichten geven.

Zo is het concept ‘vrijheid’ een basisbehoefte die door verschillende mensen en groepen anders wordt ingevuld. Zo heb je, om er een paar te noemen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid om te beschikken over je eigen lichaam en vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Niet iedereen geeft dezelfde invulling aan die vrijheden. Niet iedereen heeft zelfs echt de vrijheid om zich ook daadwerkelijk vrij te kunnen noemen.

Misschien zitten we teveel in ons hoofd en te weinig in ons lichaam.
Ons lichaam is wijs en oordeelt niet. Het geeft eerlijk aan of er ergens een problematische energie zit en/of dwingt ons tot stilstaan in het slechtste of moet ik zeggen ‘beste’, geval.

De slogan van Radio 1 vind ik wel een mooie: ‘Alles begint bij luisteren’. ‘
Luisteren met alle sensoren die we hebben. Dat zou ik eraan toevoegen…
Luisteren naar behoeften. Van onszelf en van anderen.
Dat, overgoten met een grote portie eerlijkheid.

‘Je kunt niet in je eentje bepalen wat het goede is.’
Hoe denken we intussen over deze uitspraak?

Billijken

Photo by saiid bel on Unsplash

Het was een woord dat ik niet kende, toch niet als werkwoord.

Billijken.

Ik kende de uitdrukking ‘een billijke vergoeding’ maar werkwoord-variant was me vreemd.
Van Dale zegt “gepast achten, goedkeuren.” Ik weet niet meer in welke context mijn gesprekspartner dit werkwoord gebruikte. Ik gaf alleszins aan dat ik het niet kende.

Nu is het in het kader van een uitbreiding van mijn woordenschat een kwestie van het woord te integreren in mijn dagelijks taalgebruik, anders ben ik het zo weer kwijt. Maar…het bekt niet bij mij. Ik krijg het niet in mijn mond gelegd.

Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk ook kan, niet?

Ik gebruik wel ‘gepast achten’of beter nog ‘gepast vinden’ of ‘goedkeuren’ als het aan de orde is. Ook met een beperkte woordenschat kom je al een heel eind.

Billijken doet me misschien teveel denken aan de roze billekes van een baby. Al is het misschien niet gepast, niet billijk, dit als voorbeeld te nemen in deze context.

Nu, ik hou van taal, daar niet van.
Maar dit woord, neen, het wil niet bekken.

Het zij zo.

Inspinatie

Photo by Peter Fogden on Unsplash

Ze beweert dat ze een blogbericht van me in haar wachtkamer heeft hangen.
En dat ik haar met mijn laatste schrijven per e-mail ‘opnieuw’ op een idee bracht.
Zot vind ik dat!
Ik schrijf toch maar wat?!

De laatste tijd wil de inspiratie me niet echt ‘toevallen’, waardoor het uitreiken naar mijn laptop om ‘neer te pennen’ wat me gegeven wordt, niet aan de orde is.
Ik kan toch niet zomaar beginnen schrijven? Of wel?
De eerste letter typen en zien waar ik uitkom…

Meestal verloopt het bloggen wel op die manier, eerlijk is eerlijk.
De tijd dat ik elke dag wat woorden breide, ik mis hem.
De tijd dat ik weer woorden kan aanreiken, ik verwelkom hem. (Of is ‘tijd’ vrouwelijk?)
De tijd die ik nu neem om te schrijven wat zich in mijn hoofd ontvouwt, … ik dans hem.

Ik merk ook op dat mijn zus tegenwoordig bij wandelingen sneller vreemdsoortigheden of moois opmerkt dan ik. Ben ik teveel gericht op mezelf dezer dagen?

Zonet ontwaarde ik op de nok van een zonovergoten dak een stelletje meeuwen. Met hun borst naar de zon gericht, elk op een tweetal meter van elkaar. Dat beeld ontroerde me. Ik vroeg me even af of het duiven waren, want ik vond het een vreemde plek voor de meeuwen om zich even te ’nestelen’. Maar het waren wel degelijk meeuwen.
Inmiddels zijn ze weg en zit er een duif in haar uppie te duivelen.
Net zoals ik in mijn uppie zit te tokkelen.
Wat klankmatig wel erg op een kippenactiviteit lijkt 😊

Wat me dan weer doet denken aan de twee doosjes eieren die ik even geleden in de supermarkt kocht. De eieren waren elk enorm groot en bleken alle twaalf een dubbele dooier te bevatten. Ik zou kunnen opzoeken hoe dat komt, maar ik besluit even dat niet te doen. Ze waren smaakvol. Bijzonder smaakvol. En een beetje grappig, vond ik.

Wat me opnieuw brengt bij inspireren. Wat was er eerst, de kip of het ei? Het ei blijkbaar.
En wat komt eerst: de inspiratie of de transpiratie?

Zonet zat er een mini-spinnetje op mijn rechterhand. Inmiddels blijkt dat ze via een zelfgeweven draadje met mij verbonden is. Ik moet wel uitkijken waar ik mijn elleboog neerzet. Dat is niet met mijn gewicht mijn compagnon van het leven beroof.
Dancing with the stars…

Er heeft lange tijd een spinnenweb gehangen aan de buitenkant van het raam vlakbij mijn keukentafel. Ik vond het fascinerend om de spintaferelen te aanschouwen tijdens mijn maaltijden. Een gevleugelde formaatgenoot die per abuis in het web verstrikt geraakt. De efficiëntie waarmee de spin haar buit inblikt. Het deskundig renoveren van het web na stormschade. Het geduld. De eenvoud.

Ook aan mijn waslijn achteraan in mijn tuintje hangt er af en toe een kunstig spinnenweb. Daar zitten van die stevige kleppers in. Als je er zo eentje recht in je gezicht krijgt omdat je niet opmerkzaam bent bij het wegbrengen van je groente- en fruitafval naar de composthoop, dan ontstaat instant een dans die wild ‘exuberant’ is. En wat primitieve keelgeluiden verrassen daarbij dan de buren. Niets aan de hand, gewoon een spin die me ‘inspireert’. Inspinatie.

Ja, het is me wat. Ik kijk uit naar de komende dagen. Tot schrijfs!

Meer van dat

Photo by Sai De Silva on Unsplash

jij bent liefde, zei hij
waarop ik fronste
dat leek me wel erg veel en groot voor een mens
om alleen te dragen

you´re nice, vulde hij aan als antwoord op mijn zwijgen
ah, ik ben lief, dat kon ik wel plaatsen
dat had mijn dochter me ook wel eens gezegd
voor ze zich luidop afvroeg wat ik nog meer was

Let´s go for goesting

Photo by Yoab Anderson on Unsplash

Het gaat er hier pittig aan toe en ik zal het geweten hebben…

Elke ochtend  in de afgelopen week had ik een confrontatie met somberheid, soms doorspekt met angst en piekeren. Dan gaan tijd en ik aan de slag om die energie te keren. Door te gaan stappen, door vrienden te ontmoeten, door dingen te doen die me op dat moment erg zwaar vallen maar die ik waardevol vind.

Hoe makkelijk zou het zijn als een positief gevoel kon blijven hangen. Of dat ik in staat was het fijne gevoel van bijvoorbeeld een ontmoeting of verwondermoment weer op te pikken en aan te doen, als een zacht jasje om schouders van kwetsbaarheid.

Het valt niet of amper te zien door de buitenwereld. Tenzij aan de tranen die af en toe boven mijn oogrand wriemelen en prikken. De woordenstroom die wat moeilijker op gang komt. Het eigenwaardegevoel dat zich verstopt achter een venijnige wolk van zelfkritiek. Een pruttelpotje van zelfbeklag bijwijlen.

Tsss…pittig. Dat is het woord ja.

Misschien is er een gerecht dat pittig genoeg is om de pittigheid van moeilijke emoties te overstemmen. Een lekker Indisch schoteltje misschien.
Het valt te proberen, al is de ochtend daar wellicht toch een beetje een vreemd moment voor.

En toch…sta ik niet alleen in mijn strijd.
En dat hoeft geen zalfje te zijn op de open wonde. Ik blijf in contact met mensen en hoor hoe moeilijk bepaalde situaties door hen te dragen zijn. Hoe alleen zij zich voelen in hun strijd. En daar waar ik uitreik, reiken zij evenzeer uit. Daar waar ik een verbinding zoek, zoeken zij evenzeer een luisterend oor. Zijn we er voor elkaar en wordt het allemaal eventjes draaglijk omdat het gedragen wordt door meer dan de eigen schouders. Elk met een andere lading.

Ik blijf graag luisteren, al blijft niet alles hangen dezer dagen. Als er dan een vervolg komt op ons gesprek merk ik dat flarden van het verhaal van de ander me ontglipten. Een nieuwe trigger behoeven om weer ten volle tevoorschijn te komen.
En ik ervaar hoe ook dit wellicht niet enkel mijn verhaal is.

Binnenkort duik ik in verhalen en gedichten met mensen die daar ook goesting in hebben. Niet gewoon al lezend thuis en uitwissslend in een bijeenkomst, neen, al voorlezend en meelezend, al voelend en al dan niet delend. Met goesting als werkwoord. Goesten. Misschien komt dat wel van het Engelse woord ‘to go’ , we go, she goes and they go to do this thing with literature and poetry. Hoor mij…

Enfin. Het zal trouwens in het Nederlands zijn. Maar ik heb er zin in en ben er blijkbaar in geslaagd om ook enkele organisaties warm te krijgen en mee aan te haken. En nog enkele andere organisaties om mee te zorgen voor bekendmaking.

Voor mij mag het starten met een klein groepje. Ik weet nu al dat ik er heel mijn wezen in zal leggen. En dat ik moe zal zijn na afloop. Maar er staan en er met heel mijn wezen bij zijn op het moment zelf is wat ik wil. En als we samen de ladingen onderzoeken en dragen die ons aangereikt worden in literatuur en poëzie, ontwikkelen we misschien een instrumentarium om mee aan de slag te gaan in ons eigen leven.

Gelukkig kan en mag ik nog dromen…

Present

Photo by Jon Tyson on Unsplash

“Mag ik je een tip geven?”

De ober leek gejaagd maar zei toch ja.

“Als je zegt “sorry voor het wachten”, dan leg je de nadruk op een tekortkoming. Als je zegt “bedankt voor jullie geduld”, dan geef je de mensen een compliment.

De ober leek nog steeds gejaagd en ging snel door naar een andere tafel. Maar blijkbaar was de boodschap wel ietwat fijn binnengekomen want een tijdje later bracht hij een koekje naar mijn vriend en zei “hier, voor je geduld.”

Mooi vond ik dat. Dat koekje heb ik trouwens opgegeten.

Vaak zijn mensen geneigd koekjes van eigen deeg te geven. Handelt iemand op een manier die je stoort, om welke reden dan ook, dan is de ‘gedupeerde’ geneigd dat storende gedrag er even lekker in te wrijven bij de ander. Door net op dezelfde manier te reageren, een schepje bovenop te doen eventueel. We reageren dus op een manier die we zelf niet goedkeuren maar gezien de omstandigheden wel gepast vinden. ‘Omdat de ander er hopelijk uit leert.’

Mijn vriend verdiept zich in geweldloze communicatie. Ik volgde er ooit een halve dag vorming over en dacht dat ik het begreep. Het gaat erom je behoeften duidelijk te krijgen en van daaruit te handelen. Als de ander iets doet dat indruist tegen je behoeften, is het een kwestie van dat gedrag te benoemen, op een niet verwijtende manier duidelijk te maken wat het effect op je is, je behoefte aan te geven en de ander te vragen of hij/zij daar in de toekomst rekening mee wil houden.

Kort door de bocht wellicht, aangezien mijn vriend er al jaren mee bezig is…

Ik had trouwens de anekdote tussen hem en de ober verteld tegen mijn zus. Ze kopieerde de uitdrukking op een iets andere manier: ‘Dankjewel dat je daarstraks hebt gewacht’ schreef ze, en ze voegde er een smiley aan toe. Die uitdrukking is nog net iets anders dan ‘bedankt voor je geduld’ maar haar woorden kwamen toch wat tegemoet aan mijn pseudo-behoefte aan stiptheid. Al zal het wel altijd tussen ons zo blijven dat zij degene is die te laat komt op een afspraak en ik te vroeg.

Sommige patronen moet je in stand houden…

Nu voel ik de behoefte wat poëtische woorden neer te pennen:

the meaning of life
is to be (a) present
in time and beyond

Schrijven

Photo by Yannick Pulver on Unsplash

Zo heb ik ze graag, de schrijfopdrachten. Een insteek, een perspectief, een aandachtspunt. En als wat geschreven is mag gedeeld worden, één ronde van feedback waar je iets mee kan of iets net niet zal gebruiken om je tekst te ‘verbeteren’.

Veel verschillende stijlen onder de andere cursisten. Dat vind ik ook een meerwaarde. Stokpaardjes ontdekken. Teksten die stromen, teksten die de poëzie bewandelen, verhalen die blijven hangen.

Vorig jaar volgde ik het eerste jaar schrijven van een driejarig traject. Ook daar waren opdrachten die ik fijn vond. Maar naarmate het jaar vorderde moesten de teksten drie, vier keer herlezen en herbekeken worden en dat vond ik minder fijn. Wat was dan al gelezen en wat was intussen verbeterd? Het tweede en derde jaar zou bovendien gaan over grotere schrijfwerken volgens een genre dat ons lag.

Ik heb me niet ingeschreven voor het vervolg. Ook omwille van mijn gezondheid maar toch vooral ook omdat schrijven bij mij geen herschrijven is. Vaak wordt gezegd dat schrijven schrappen is. Wat mijn blogs betreft schrap ik zelden. Ik zet me aan het klavier en typ. Is het af dan post ik het. Dat is toch het meest authentieke, niet?!

Als je alsmaar gaat schaven aan een tekst doet dat afbreuk aan het stromen van de woorden, vind ik. Wordt het geheel wat gekunsteld.
Ook in mijn spreken ga ik zelden vooraf bedenken hoe ik iets ga formuleren. Zeg wat er te zeggen is op dat moment en verwoord het eventueel anders of geef duiding als blijkt dat één en ander wat averechts binnenkwam. Verduidelijking behoeft.

Wat ik ook vaak heb met informatieve boeken is dat ik al die voorbeelden of duiding eigenlijk liever oversla. Geef mij de essentie van waar het in het boek om draait en laat alle toelichtingen weg. Daarom houd ik ook zo van wijze quotes. De complexiteit van een heel universum kan je vatten in een paar woorden. Niet iedereen kan dat, maar de wijzen onder ons wijzen hier de weg.

Eigenlijk wou ik vandaag een blogbericht schrijven over de vraag of ik het zinvol vind om in volzinnen te schrijven. Maar het liet zich niet aanpakken.

Gedichtjes laat ik vaak wel even rijpen. Als het niet goed bekt na een aantal keer hardop lezen dan sleutel ik wat en proef na een tijdje nog eens. Zo kan een werkje verschillende keren door mijn vingers glijden, evenzoveel keer ‘in het net’ herschreven worden, voor het gepubliceerd wordt.

Ik weet niet meer hoeveel jaar het geleden is maar in het kader van de Werelddag van de Geestelijke Gezondheid ging ik met een paar werken naar een ‘poëziedokter’. Ik nam een aantal werkjes van mezelf mee, zoals gevraagd werd, en legde ze voor aan de dokter. Die overigens in een echt ziekenhuis een kantoor bemande. Hij duidde op een aantal verbeterpuntjes maar was wel lovend over mijn schrijfsels. Ik ging naar de vervolgafspraak enkele weken later, met de werkjes die ik ‘verbeterd’ had, en hij vond ze minder goed dan tevoren. Tja, zo zie je maar. Overigens had in in de wachtzaal een gedicht voorgelezen gekregen dat me erg raakte toen.

Daarstraks heb ik een gedichtje geschreven dat ik van de eerste tokkel wel ok vond. Ik plaats het hieronder. Misschien gaat het wel over mijn relatie met schrijven…of net niet.

Hou me niet
of zachtjes
stil tegen je aan

een perzik
een radijsje
of vrucht zonder een naam

Tip getopt
en zoetgevooisd
geklikt en -klakt
maar nooit voltooid

Ik aarzel nog heel even
en dan raak ik je aan

Kappersbezoek

Photo by PHOTO RES on Unsplash

twee versgeperste roddels
een halve kilo achterklap
zeven sneetjes ondeugd
en wat water voor de hond

meer moet dat niet zijn
dan een weerborstel of drie
in vijfenzestig tinten grijs
met duurzaamheid verzameld

mijn kapper was content
mijn hond blafte zich kater

Onderhand-delen

Photo by Andrew Neel on Unsplash

“Als je een euro hebt, krijg je mijn kar”, zei ik zelfverzekerd.
“Ik heb geen euro”, schudde de man terwijl hij zijn fiets vastmaakte, “ik heb geen kleingeld bij.”
“Ah, dan zal je niet binnen kunnen, want je moet hier een kar nemen en deze hier zijn er met geld.”
“Misschien heb ik een jeton”, sprak hij nog.

Ik ging tijdens het spreken verder met het wegstoppen van mijn luttele moestuinzaaiplan-aankopen en hij stond daar nog steeds aan zijn fiets en tasje te foefelen.
“Ik heb wel vijftig euro”, grapte hij.
“Dat is ook goed”, heb ik al glimlachend geantwoord, zonder hoop op een goeie deal overigens.

“Hier, neem de kar maar”, zei ik en ik gaf ze een klein duwtje.
“Ik kan je euro komen brengen”.
“Haha, neen, laat maar.”

Ik heb voor de voorzichtige volledigheid nog aangegeven dat de kar ontsmet was.
Hij wilde weten of de euro dat ook was.
Ook dat nog…
Een euro in ‘bruikleen’ krijgen en dan nog kieskeurig zijn ook…

Het was maar een euro, maar ik heb hem dus weggegeven hoewel ik had gehoopt een eerlijke deal te kunnen sluiten.
Zo goed ben ik dus in onderhandelen…

Het was ‘maar’ een euro maar ik had er eerder goed op gelet hem niet uit te geven omdat ik niet zo een jeton bezit om winkelkarren los te maken en de enige restjes van mijn kleingeld zo van die gelige en koperen muntjes zijn.

Dus zal ik opnieuw mijn onderhandelvaardigheden moeten boven halen bij de bakker of zo…
Of die al bereid zal zijn vijf ‘twintig-centiemp-jes’ te ruilen voor een euro…in deze tijd…
En anders wordt het winkelen in zaken waar de karren vrij van muntstuk zijn…en hopen dat ze hebben wat ik zoek.

Zucht. Dat het allemaal niet simpel is.

Of wie weet, reikt iemand ook gewoon ooit een keer zijn of haar kar aan mij aan zonder iets terug te vragen.
Of ik ga niet meer winkelen hé, dat is wellicht nog de verstandigste oplossing.

Ik herinner me wel nog de drie jongeren toen bij de broodautomaat, waar één van hen me niet alleen een euro gaf maar me ook het pompoenbrood adviseerde. Duizendmaal dank, waar je ook bent! Ik vrees dat ik de jongeman niet meer ga herkennen als ik hem tegenkom, maar ik ben nog altijd blij dat ik tenminste heb benadrukt dat hij en zijn makkers zichzelf moesten zien als ‘primair’ in plaats van ‘secundair’, zoals zij zichzelf noemden. Omdat ‘wij’ hen zo noemen.

Ik snor even het juiste blogbericht op. Voilà, bij deze de link.
Ook de spontane kus van de zwerver toen ik hem centjes gaf voor twee overnachtingen in de nachtopvang, herinner ik me. Daar schreef ik ook een berichtje over ooit…maar ik heb geen zin om het op te zoeken.

Inmiddels weet ik al langer dan vandaag dat ik anders in elkaar zit dan de doorsnee mens.
Zo herinner ik me de woorden van dezelfde zwerver over het ‘deksel-op-de-neus’ van een vrouw die hem radicaal had afgewimpeld toen hij haar alleen nog maar had aangesproken.

Misschien worden mensen niet graag geconfronteerd met kwetsbaarheid. Dat kan hé.
´t Zal daarom zijn dat geen kat mijn blogberichten leest 😊

Een euro opbrengst per klik.
Stel u voor dat dat kon…
Dan kan je na een tijd wellicht alle winkelkarren uitlenen, heel alleen in alle rust de keten doorstruinen en zonder file aan de kassa verschijnen.

Ik zal er eens over nadenken…
Zo, dat is ook weer gebeurd 😉

Over woorden, hun betekenis en hun afleidingen