Als het leven je ontglipt

Photo by Viktor Forgacs on Unsplash

Als het lijkt alsof je niets meer kan
je leven door je vingers glipt
de zetel lonkt je bed je claimt
als alles pijnlijk wordt en vreemd

als je zo twijfelt aan jezelf
hoewel je wereld best nog draait
al blijft de wijzer staan op zelf
en lonkt de plek vlakbij de haard

weet dat een nieuwe ochtend komt
ontbijt straks lacht, leven weer vonkt
vergeet mij niet waar je ook gaat
je bent er nog. hebt het gehaald

ja, moedig toch
is dat jouw aard?!

Let´s go for goesting

Photo by Yoab Anderson on Unsplash

Het gaat er hier pittig aan toe en ik zal het geweten hebben…

Elke ochtend  in de afgelopen week had ik een confrontatie met somberheid, soms doorspekt met angst en piekeren. Dan gaan tijd en ik aan de slag om die energie te keren. Door te gaan stappen, door vrienden te ontmoeten, door dingen te doen die me op dat moment erg zwaar vallen maar die ik waardevol vind.

Hoe makkelijk zou het zijn als een positief gevoel kon blijven hangen. Of dat ik in staat was het fijne gevoel van bijvoorbeeld een ontmoeting of verwondermoment weer op te pikken en aan te doen, als een zacht jasje om schouders van kwetsbaarheid.

Het valt niet of amper te zien door de buitenwereld. Tenzij aan de tranen die af en toe boven mijn oogrand wriemelen en prikken. De woordenstroom die wat moeilijker op gang komt. Het eigenwaardegevoel dat zich verstopt achter een venijnige wolk van zelfkritiek. Een pruttelpotje van zelfbeklag bijwijlen.

Tsss…pittig. Dat is het woord ja.

Misschien is er een gerecht dat pittig genoeg is om de pittigheid van moeilijke emoties te overstemmen. Een lekker Indisch schoteltje misschien.
Het valt te proberen, al is de ochtend daar wellicht toch een beetje een vreemd moment voor.

En toch…sta ik niet alleen in mijn strijd.
En dat hoeft geen zalfje te zijn op de open wonde. Ik blijf in contact met mensen en hoor hoe moeilijk bepaalde situaties door hen te dragen zijn. Hoe alleen zij zich voelen in hun strijd. En daar waar ik uitreik, reiken zij evenzeer uit. Daar waar ik een verbinding zoek, zoeken zij evenzeer een luisterend oor. Zijn we er voor elkaar en wordt het allemaal eventjes draaglijk omdat het gedragen wordt door meer dan de eigen schouders. Elk met een andere lading.

Ik blijf graag luisteren, al blijft niet alles hangen dezer dagen. Als er dan een vervolg komt op ons gesprek merk ik dat flarden van het verhaal van de ander me ontglipten. Een nieuwe trigger behoeven om weer ten volle tevoorschijn te komen.
En ik ervaar hoe ook dit wellicht niet enkel mijn verhaal is.

Binnenkort duik ik in verhalen en gedichten met mensen die daar ook goesting in hebben. Niet gewoon al lezend thuis en uitwissslend in een bijeenkomst, neen, al voorlezend en meelezend, al voelend en al dan niet delend. Met goesting als werkwoord. Goesten. Misschien komt dat wel van het Engelse woord ‘to go’ , we go, she goes and they go to do this thing with literature and poetry. Hoor mij…

Enfin. Het zal trouwens in het Nederlands zijn. Maar ik heb er zin in en ben er blijkbaar in geslaagd om ook enkele organisaties warm te krijgen en mee aan te haken. En nog enkele andere organisaties om mee te zorgen voor bekendmaking.

Voor mij mag het starten met een klein groepje. Ik weet nu al dat ik er heel mijn wezen in zal leggen. En dat ik moe zal zijn na afloop. Maar er staan en er met heel mijn wezen bij zijn op het moment zelf is wat ik wil. En als we samen de ladingen onderzoeken en dragen die ons aangereikt worden in literatuur en poëzie, ontwikkelen we misschien een instrumentarium om mee aan de slag te gaan in ons eigen leven.

Gelukkig kan en mag ik nog dromen…

Herstel

Photo by Dan Meyers on Unsplash

Als ik mensen zie die plezier maken, ben ik niet jaloers. Ik geniet van hun energie. Al sta ik er nu zelf zover vanaf en … toch ook weer niet.

Je mag dan wel deskundig zijn in het herstellen, als het leven je telkens weer nieuwe obstakels voorlegt zonder dat je voldoende kracht hebt opgebouwd uit vorige herstelperiodes, geraakt de rek er uit. Schreef ze in tranen…

Dan lukken alledaagse dingen steeds moeilijker. Wat ronduit pijnlijk is.

Het helpt om mensen rondom je te weten. Een menselijk woord doet deugd, toch een woord dat getuigt van invoelingsvermogen en begrip. Of een invoelende stilte. Dan doet zelfs kijken naar dollende mensen deugd. Kriebelt dit een potentie die aangeboord mag worden… ooit, als de tijd voor jou ook weer rijp is.

Humor helpt ook. Je obstakel vanuit een ander perspectief bekijken. Al rolt er nu weer een traan langs mijn rechterwang, toch schuilt er ergens nog een sprankel hoop in mijn duisternis.

Maar intens moe ben ik wel, mentaal vooral. Al erg lang. Mijn lichaam voelt ook uitgeput aan. Ik voel het aan de neiging om door mijn rug te zakken. Ik voel het aan mijn benen als ik de voorlaatste oefening doe van mijn TRE (Trauma Releasing Exercises). Hoe ik mezelf bijna niet meer weet te dragen in een zithouding met mijn rug tegen de muur. Slechts enkele seconden en ik voel de pijn.

Ik hoor Wim Hof (The Ice Man) net in zijn speedcursus zeggen ‘a cold shower a day keeps the doctor away’ en dat doet me glimlachen. Dat ga ik seffens even doen, want mij doet het inderdaad ook deugd, een koude douche nemen. Al heb ik recent ook mijn haar gewassen met ijskoud water, dat is toch wel een pittige…vooral omdat de koude dan voluit over je rug spartelt.

Ik zie hem een dansje doen onder de douche. Grappig is dat. Misschien moet ik dat seffens ook maar doen onder de douche. Al dansend mijn rug aan het water reiken om de koude haar werk te laten doen. Met de songtekst van die ronduit chronisch grappige zanger in mijn hoofd.
Zijn glimlach werkt gewoon aanstekelijk.

Kleine stapjes. En elk stapje telt. Het zal niet altijd vooruitgaan, soms ook terugvallen, maar gestaag moet ik voortschrijden. Naar voortschrijdend inzicht. Naar een nieuwe staat van zijn. Dit wordt geen lange tekst. Wel een eerlijke.
Van een vechter tussen de partijen door.

Emoties

Photo by Senjuti Kundu on Unsplash

Ik herinner me niet dat dat in mijn jeugd bestond, prentenboeken die specifiek over emoties gingen.
Mijn favoriete lectuur als jong kind waren de prentenboeken van ‘Tiny’, met al haar avonturen.
Ik vond vooral de tekeningen zo mooi.
Soms durf ik in een boekhandel nog even de ‘Tiny‘-boeken doorbladeren, gewoon omwille van de nostalgie.

Vandaag zijn er wel prentenboeken met als onderwerp één of andere emotie, zelfs met (ademhalings) oefeningen erbij. Zoals de reeks ‘Wat Victor voelt’ met tekst en illustraties van Aurélie Chien Chow Chine met titels als ‘Ik ben verlegen’, ‘Ik ben boos’ en ‘Ik ben bang’.

Of ‘Waar geluk begint’ en ‘Als verdriet op bezoek komt’ van Eva Eland.

Vaker nog vind je natuurlijk de prentenboeken waar de emoties doorheen het verhaal weven. Zoals in de reeks met ‘Kikker’ van Max Velthuijs, zoals het heerlijke ‘Kikker is Kikker’ bijvoorbeeld of ‘Rood, of waarom pesten niet grappig is’ van Jan de Kinder. Waar ook de kleuren heel erg spreken. Er is ook een theatervoorstelling van dit boek gemaakt.
Deze laatste auteur/illustrator, Jan de Kinder, heeft trouwens net een nieuw prentenboek uit, het staat op mijn ‘to do’-lijstje om dat even nader te bekijken…

Onlangs kwam ik voor het eerst in een stripwinkel in Leuven. Op één of andere manier werd ik er naartoe getrokken.
Er lagen twee hoopjes postkaarten naast elkaar vlakbij de ingang. Eentje van het prentenboek ‘Mare en de dingen’ met illustraties van Kaatje Vermeire en tekst van Tine Mortier. Een heel mooi verhaal over een meisje en de relatie met haar oma.

De andere postkaart betrof het boek ‘nooit meer alleen’ van ephameron. Een beeldverhaal dat werd ontwikkeld in het kader van een doctoraatstraject in de kunsten.
Een heel bijzonder boek, lijvig ook, dat ik al een aantal keer met volle aandacht heb doorbladerd.
Het wekt enorme emoties op bij mij. Het is alleszins van een andere orde dan de boeken die ik bovenaan in dit blogbericht aanhaalde.
Geen echt voorleesboek, eerder een ‘kijk, voel en doorvoel’-boek.
Een zet-even-weg-, heropen- en herbegin- en herontdek-boek.

Ik ben ook niet te verlegen om prentenboeken aan volwassenen te schenken. Om nog maar verder te gaan in de opsomming en u daarbij eventueel te inspireren om ook eens te gaan snuisteren in prentenboeken…
Zo gaf ik nog niet zo lang geleden een vriend ter ere van zijn verjaardag het boek ‘Het meisje dat nevel weefde’ met tekst van Agnès de Lestrade en illustraties van Valeria Docampo.
Ook ‘De omhelzing’  met illustraties van Michal Rovner en tekst van David Grossman gaf ik ooit cadeau aan een lotgenote op haar verjaardag. Dat was zelfs in het ziekenhuis, ik kende haar amper.

Ik had het boek bij, omdat ik van plan was maar één nacht te blijven en de volgende ochtend te gaan voorlezen in de jeugdbibliotheek…tja…
De lotgenote gaf aan dat ze jarig was en dat het zo zielig was dat ze op dat moment in het ziekenhuis verbleef op zo een heuglijke dag. Ik aarzelde niet en gaf het boek aan haar. Volgens mij heb ik er zelfs een geïmproviseerd kaartje bij geschreven.

Ze toonde het blijkbaar aan haar therapeut met de mededeling dat ze het van mij cadeau had gekregen. Hij was verwonderd en best onder de indruk…althans, dat vertelde ze me nadien.

En zo vind ik troost en vreugde in mijn boekenarsenaal.

Het blaadje van 11 april in mijn scheurkalender vind ik wat tekst van schrijfster Andrea Owen. Ik zal die even inlezen bij wijze van audio-aanvulling.

Hou het gezond daar!
En kies een goed boek 😉

Artificial Intelligence v16.3.21

Photo by Markus Winkler on Unsplash

Ik vroeg het me al eerder af. Hoe dat zit met artificiële intelligentie (AI) en of dat allemaal wel goedkomt als voortschrijdend inzicht de intelligentie doet toenemen.

AI is immers geprogrammeerd door mensen en als de onderliggende waarden van die mensen niet ‘oer-degelijk’ of ‘universeel’ zijn, is wat op de voorgrond treedt bij opeenvolgende iteraties van de intelligentie misschien helemaal niet zo proper meer.
Mijn waarden zijn niet noodzakelijk uw waarden, die van uw ziekenhuis/high-tech bedrijf of die van een superdiverse samenleving.

Maar nog…stel dat het brein van een mens kan worden in kaart gebracht en dat men ontdekt waar zogenaamde ‘fouten’ zitten in de constructie. Op het systeem ‘mens’ zit dus een fout. Ik zeg maar wat, bijvoorbeeld een persoon met de ziekte van Parkinson. Dan kan misschien met een beetje programmatuur aan energiefrequenties op de juiste plek in de hersenen gezorgd worden dat die Parkinson niet zoveel impact meer heeft in het leven van de zieke.
Misschien moet je daarvoor ‘als patiënt’ zelfs niet uit je douche komen.
Gewoon een beetje geduld oefenen en goed afdrogen.

Mooie intentie.
Vanaf dan wordt de persoon een beetje een cyborg, denk ik dan.
Een Natuurlijk Object met een vleugje Artificialiteit.
Maar zeker ben ik niet…

Maar met de Natuur van een mens weet je nooit wat er vanaf dan gebeurt.
Wat als die codering gaat interageren met andere ‘Natuurlijke’ onderdelen in het lichaam en bijvoorbeeld de tremor van de Parkinson overgaat in verstarring van ledematen.
Of zintuiglijke ervaringen veranderen en je bijvoorbeeld niet meer kan ruiken.
Hoe los je dat dan op?

Ga je dan nieuwe programmatuur loslaten op het brein of het geheel formatteren of een upgrade ‘installeren’ van de oude programmatie?
Als een middel om de nevenwerkingen van een eerder middel teniet te doen.
(Waar heb ik dat nog gehoord?)
En hoeveel iteraties zijn hiervoor dan nodig en hoeveel ‘mens’ is onze ‘cyborg’ dan nog?

Stel dat die cyborg dan, ik zeg maar wat, de autostrade oversteekt en een ongeluk veroorzaakt.
Welke verzekering moet hij/zij/het dan aanspreken?
En wie is aansprakelijk voor het ongeval?
Het object of de installateur van de programmatuur of de overhead?

En zijn mensenrechten trouwens ook toepasbaar op cyborgs?

En tenslotte, hoeveel ‘foefkes’ moet je nog bovenhalen om te zeggen dat je toch liever terug de parkinson zou dragen, liever Natuur bent dan Artificieel?
Meer nog, kan je dan nog terug?
Zoja naar welke leef-tijd?
En hoe is je verhouding tot het klimaat dan?
En valt je spirituele ontwikkeling dan ook weg?

#dathetallemaalnisimpelis

Quantum surfen

Photo by Mathieu CHIRICO on Unsplash

Hoe zou het zijn om te schrijven wat ik allemaal voel.
Wat ik denk.
Wat ik hoop.
Wat ik denk te hopen.
Wat ik hoop te voelen.
Wat ik meen te weten. Voorbij de kennis … die ik niet draag…

Voorbij de tranen van nietigheid.

Ronduit. Ongecensureerd. Schrijven wat er is.

Wie zou me dan dit keer geloven?
De hoeveelste keer zou ik mezelf belachelijk maken?
De hoeveelste keer zou de hoop die ik vandaag koester, morgen weer niet vervuld zijn maar de verbeelding opnieuw aansturen om het daarmee te redden tot de volgende dag.
Van hoop langs onvervulde paden naar nieuwe hoop op … en tijd die voortschrijdt.

En wat met geven. Langsheen genieten bij het zien van een flinter dankbaarheid.
De glans kunnen waarnemen in ogen die nog niet ontgoocheld werden.
Of erin slagen voorbij de ontgoocheling te reiken naar elk volgend avontuur.

Wie niet waagt, niet wint.
Hoe zou het zijn om mij te zijn?
Hier en nu?

Punten in plaats van vraagtekens. Het zijn nochtans vragen die ik stel.

Gelukkig is de muziek die dezer uren mijn oren bereikt rauw en eerlijk.

Misschien weet ik zelf niet hoe je dat doet.
Leven.
Doen leven.
Laten leven.

******

En toch…
Ik liet mijn schrijven los – verliet mijn blogruimte – doorvoelde wat was…

En toen botste ik bij een geïnitieerd goochelmoment rond quantum denken op onderstaande Ted Talk:

En los van de ietwat, hoe zou ik het verwoorden, ‘commerciële look and feel‘ in de presentatie, …. voelde ik mijn energie een tandje hoger schakelen.
Een vibratie hoger trillen.

Tot het punt waar ik niet, zoals ik me voorgenomen had, mijn blogruimte weer opende en weggooide wat ik hier boven schreef om opnieuw te beginnen … omdat ik bovenstaande woorden niet an sich wilde openstellen omwille van de “lading” die erin ligt, …
Tot hetzelfde punt waar ik besloot eerlijk de energie te tonen waar ik uit vertrok om al surfend te landen in een energie die weer fijn voelt…weer vloeit…

En zo te vertrouwen dat ik telkens weer die energie vind waar het fijn is om op te surfen.
En te concluderen dat als ik dat kan…het niet moeilijk kan zijn…

Liefs.
Omdat dat weer eerlijk voelt…
Fiduciaans…



Energie

Photo by Constantine Fountos on Unsplash

Energie. Er valt wel wat over te vertellen.

Het heeft me een dag gekost om mijn eigen energie terug in beweging te krijgen. Ik deed het dan ook op de verkeerde manier. Zoals we zo vaak doen als we moe zijn. Beetje rusten…mag toch op een zondag. Met de gedachte dat we dan wat later wel weer opgeladen zullen zijn.

Niet dus.

Tot ik wat actie bracht in mijn lichaam en ik één en ander weer voelde stromen. Met kippenvel all over the surface op sommige momenten.
Dan maar een fleece aan en de dag ietwat actiever afronden.

Hopelijk vindt de rust me vannacht nog voldoende, nu ze vandaag al zo lang in mijn gezelschap verbleef…En sta ik morgen wat fitter op. Of volg ik mijn hernieuwbaar inzicht en breng ik meteen met het juiste been uit bed wat beweging in lijf en leden.

Meestal sta ik ´s ochtends op met rugpijn. Omdat ik op mijn buik slaap. Niet slim. De huisarts die ik laatst bezocht was er erg duidelijk over: ‘dat ga je echt moeten afleren!´
Ik ben er hardleers in. Het ligt ook zo lekker om te beginnen snoezelen…

Nochtans heb ik al wel geleerd hoe ik mijn energie moet sturen. Als het denken vastloopt, kan beweging in het lichaam helpen. Als het denken te snel gaat, helpt het me om bewust heel traag te gaan stappen. Als het hart op hol slaat, kan bewust erin ademen haar tot rust brengen. En als een brok energie klaar zit, dan dans ik die los. Van subtiel tot wild. Uit het zicht, dat wel 😉

En als ik voor de verandering eens niets te vertellen heb, dan begin ik met schrijven en maak er een freewriting van. Schrijven zonder censuur en zonder stoppen. Als je even aan niets denkt, schrijven dat je aan niets denkt en uitkijken naar de volgende gedachte die zich aandient.
Tot ik leeg geschreven ben. Voor dat moment weliswaar.

Ik mis wel de tijd dat ik dagelijks gedichten schreef. Of neen, ik mis niet de tijd maar het schrijven van gedichten. Het was vaak een fijne flow waar het leek alsof ik gewoon neerpende welke inspiratie mijn systeem opving. Er zaten er best leuke tussen. Niet allemaal.
Als ik sommige gedichten teruglees vraag ik me af wat me bezielde… Of wat de inspiratie bezielde, want het enige dat ik deed was de woorden opvangen en neerpennen. 😉
Teruggeven via geëigende kanalen. Met en zonder lezers die feedback gaven. Enkele fans zelfs.

Ach ach. Ik vraag me soms af hoe het moet zijn om één passie te hebben. Om je te verdiepen in één activiteit of onderwerp en daar dan je leven aan te wijden. Waarom moet ik toch zonodig in zoveel verschillende dingen geïnteresseerd zijn en kan ik me niet focussen op één domein?

Het zal wel te wijten zijn aan mijn energiespectrum. En is het een kwestie van de juiste filter erop te zetten. Een chebishev-filter bijvoorbeeld. Filtert de hoge frequenties vrij scherp weg…als ik me goed herinner…
Ik schreef ooit een programma in Matlab om dit soort filter te berekenen…
Een gedicht heb ik er nooit over gemaakt.

Maar morgen is een nieuwe dag. Met verse energie en lonkende frequenties om op in te tunen.

Brief aan een lezer

Photo by Javardh on Unsplash

Dat ik al langer zocht naar een gelegenheid om mijn blog nieuw leven in te blazen. Dat jij en de ziekte die je treft me zo raakt, dat ik wellicht woorden tekort kom, maar hier en nu toch een poging waag om verbinding te maken.

Je meest nabije collega vertelde het me toen ik passeerde op jullie werkstek enkele weken geleden.
En ik kreeg prompt kippenvel.
Niet eerlijk. Niet jij. Niet deze ziekte.

Maar ja, beaamde ze zonet via mail, volgens haar zal het je deugd doen als ik je schrijf. Dat ik het via deze weg doe is een beetje onconventioneel. Maar zo ken je me denk ik wel.
Een hoekje af. Maar het hart wel op de juiste plaats, net zoals bij jou, bij haar. Woorden te over die daaruit mogen groeien.

Ik herinner me jullie kostuum enkele jaren geleden op de verwendag in de oude werklocatie.
En het geeft me prompt een glimlach.
Ik herinner me hoe je je vaak naar me toeboog om even iets in te fluisteren. En hoe fijn ik dat vond.
Ik herinner me cervantes en de sfeer die daarrond hing.
En de parade…ja, die gekke parade…

Ik wou dat ik je hier en nu iets kon influisteren dat jou een opkikker geeft op elk moment dat het teveel weegt. Een hoopje hoop om aan vast te houden. Een klein donsje dat je in je ooghoeken in de gaten kan blijven houden. Om je te verwonderen. Net als al die kleine koters die mogen genieten van wat jij en je collega´s voor hen op het getouw zetten. Waar ik soms deel van mocht en mag zijn.

Knuffel. Voilà!
OK, virtuele knuffel, maar even welgemeend en recht uit het hart. En coronavrij, dat scheelt.

Eén been in en één been uit het ziekenhuis. De onzekerheid daartussen. Het wachten. Het hopen. De onrust. De strijd. De strijdvaardigheid. De glimlach. Knuffel. Warm woord. En beeld dat blijft hangen.

Straks, als deze woorden rijp zijn, kies ik een foto uit die ik boven dit bericht plaats. Nu ja, voor jou is dat niet straks, want je ziet hem eerst verschijnen. Voor mij moet hij echter samenvatten wat ik hier wil neerpennen. Ik stel me dan voor hoe hij een glimlach op je gezicht initieert en nieuwsgierig maakt naar woorden. Geen vluchtige, maar welgemeende, die een beetje blijven plakken.

Ik hoop dat alle woorden die jij schikte en herschikte, uitleende en inde, aanbevool en consumeerde jou nu mogen vinden in de juiste volgorde. Van stapje één richting herstel naar stapje twee en zo gaandeweg tot jouw overwinning mogen leiden.
Herstel is niet rechtlijnig, breek me er de mond niet over open, maar laat de kronkels klein zijn.
En de weg een beetje zacht. En omringd.

Met dons. Om te herwonderen.

Hou je vast daar!

Dan

Photo by Steve Carrera on Unsplash

zodra ik vrede vind in mij
loop ik onrecht tegemoet
koester het kind dat troost ontbeert
hoogmoed breng ik weer bij zinnen

als verstand dan zegeviert
helpen de wijzers wonden helen
dan laat ik alles rusten
en het nu wordt stil

Dik zeven jaar geleden geschreven: 15 Mei 2012