wat als ik zeker was op elk moment niet vreesde hoe een fout me kwelt als leven ‘zijn op aarde’ was zoals het pluisje dat me zag in zoeken naar het juiste woord reik me een knuffel en geen koord wat als geen twijfel naast me stond wat als ‘wat als’ niet meer bestond…
Het was een woord dat ik niet kende, toch niet als werkwoord.
Billijken.
Ik kende de uitdrukking ‘een billijke vergoeding’ maar werkwoord-variant was me vreemd. Van Dale zegt “gepast achten, goedkeuren.” Ik weet niet meer in welke context mijn gesprekspartner dit werkwoord gebruikte. Ik gaf alleszins aan dat ik het niet kende.
Nu is het in het kader van een uitbreiding van mijn woordenschat een kwestie van het woord te integreren in mijn dagelijks taalgebruik, anders ben ik het zo weer kwijt. Maar…het bekt niet bij mij. Ik krijg het niet in mijn mond gelegd.
Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk ook kan, niet?
Ik gebruik wel ‘gepast achten’of beter nog ‘gepast vinden’ of ‘goedkeuren’ als het aan de orde is. Ook met een beperkte woordenschat kom je al een heel eind.
Billijken doet me misschien teveel denken aan de roze billekes van een baby. Al is het misschien niet gepast, niet billijk, dit als voorbeeld te nemen in deze context.
Nu, ik hou van taal, daar niet van. Maar dit woord, neen, het wil niet bekken.