Loshouden

Photo by Arif Riyanto on Unsplash

Ik keek er naar uit en ik was voorbereid.

Voor een startbijeenkomst in een voornamelijk onbekend gezelschap gisteren en voor een vervolgbijeenkomst in een andere setting vandaag. Jammer genoeg dacht mijn lichaam daar anders over en besliste me vanaf afgelopen weekend klein te houden. Zowel mentaal als fysiek. Dat ik net als onhebbelijke pseudo-houvast enkele tassen échte koffie heb gedronken bij mijn handgeschreven hersenspinsels en ik me slurpendeweg wat beter begin te voelen.
Tijdelijk wellicht…maar die wetenschap negeer ik even.

Maar ik ben dus nog thuis zoals de afgelopen dagen. Die tweede bijeenkomst is al lang bezig en overigens niet op fietsafstand.

Wat ik wel hoop is dat ik mijn belofte kan houden om binnenkort te getuigen over de kracht van verbeelding bij mijn herstel.
Daarvoor ben ik nog niet helemaal voorbereid, al ving ik mijn eerste bloggewijze exploraties van dat vraagstuk al een tijdje geleden aan.
De verzamelzoektocht heb ik wel afgerond. Het is nu een kwestie van de dingen die ik bij elkaar sprokkelde nog eens door te nemen, vervolgens los te laten en mijn onderbewuste het tot een logisch beknopt geheel te laten bricoleren dat dan straks uit de losse pols mag gebracht worden. Zodat mijn hartslag erin voelbaar is.

Het is niet dat ik de vorige dagen niets gedaan heb. Maar wat ik deed was op een wel erg somber en vermoeid bedje gestoeld en doorleefde af en toe een fikse traan van onmacht.
Mystieke zucht.

Vandaag trek ik er alleszins nog op uit. Een paar noodzakelijke boodschappen. Een paar deugddoende tijdbreiages.

Ik neem me voor de tijd tussen mijn hormoonmedicatie en mijn ontbijt – meestal gevuld met ‘verder soezen’ – vanaf nu in te vullen met freewriting. Fiducia, is dit een belofte aan je welzijn?
Ik weet hoeveel deugd het me doet en hoe weinig deugd het doet in mijn bed te blijven malen…en toch verkies ik vaak de nacht te lengen, al is het al volop licht buiten en dus allang geen nacht meer waardig.

Dat het zonnetje er nu weer is mag mijn gemoed wel helpen. Thermostaat een paar graden lager, achterdeur openschuiven, zuurstof toelaten in mijn verbeelding. Frisdenken en vervolgens warmschrijven. En die koffie vervangen door duurzamer alternatief…
We zijn benieuwd.

Een streepje dansen om de dag te eren.
Wat inspiratie daarbij kan helpen.
Loshouden.

Doofpotten

Photo by Matteo Maretto on Unsplash

Als Neverland ‘Wonderland’ had geheten en de kinderen getraind waren om op hun gevoelige sensoren te vertrouwen alvorens in dat land te gaan ‘logeren’; hulp in te roepen van mensen die te vertrouwen zijn (wat op zich al een vraagstuk inhoudt)…
Misschien had ‘leven’ er dan anders uitgezien voor velen.

Ik weet nog hoe de man heette. In de sportkringen waar ik rondturnde was hij gekend voor zijn ‘daden’.
Stoefend, hij kon immers ‘handstand op een slappe koord’ in zijn tijd.
Hij hing rond op wedstrijden. Ze gebruikten het woordje ‘vuil’ vóór zijn naam, zo weet ik nog.
Nu ging hij mee op trainingsstage.

We spraken op een bepaald punt af om met alle auto´s vanuit verschillende turnclubs in België samen de landsgrenzen te overschrijden richting stageplek.
Een naamgenote was met hem meegereden naar de verzamelplek. Net voor de afrit was hij op de pechstrook gaan staan. Zo vertelde ze toen we na één van de trainingsdagen wat met enkele meisjes rondhingen in de gedeelde slaapkamer. Ze huilde. Ik zie haar nog staan in de kamer. Ze was groter dan ik. Ze luisterde naar Danny De Munk zijn ‘Ik voel me zo verdomd alleen‘ en wilde naar huis, zo zei ze.
Was bang. Van hem en van blijven.
Hij had zijn broek geopend in de wagen en de inhoud aan haar getoond. We waren toen tussen 10 en 14 jaar.
Er waren volwassenen op de verzamelplek. Trainers. Chauffeurs.
Maar wij, kamergenootjes, moesten haar verhaal zwijgen, want ze was bang. Om te slapen ook.

Toen mijn trainersduo één van de avonden tijdens zo´n stage zou uitgaan, zoals er wel meerdere avonden waren, drukten ze mij en enkele clubgenoten op het hart niet met ‘onze man’, nu oppasser van dienst, alleen door te brengen in een kamer.
Ik denk dat dat jaar mijn naamgenote er al niet meer bij was. En ik meen dat we met drie van onze club samenklitten die avond.
We ontwijkten hem. We zagen al met andere ogen.
Al bleven we wel overgeleverd uiteraard.

Ik merk dat ik zit te trillen nu, maar ook dat gaat over.

Vele weekends in mijn jonge leven was er een extra trainingsdag in een andere stad, naast de vaste trainingsuren in de eigen club doorheen de week. Op één van die trainingsdagen was er commotie in de kleedkamer. Eén van de turnsters wou zich niet omkleden. Toen begreep ik niet waarom. Ik denk dat het stilaan begint te dagen. Verbindingen leggen, weet je wel.

Op een bepaald moment moesten we krachthandstand doen in de krachttraining. Ik beheerste die oefening al lang. Dus was ik verbaasd dat de trainer van de club waar we onthaald werden, pal voor me kwam staan. Ik droeg een turnpak. Geen turnbroek. Toen ik me vanuit de schouders verder opdrukte en alleen nog mijn benen moest sluiten, voelde ik zijn vlezige hand op mijn geslacht. Ik deed mijn benen verder dicht, de hand ging weg, ik kwam uit handstand terug tot stand en keek hem aan. Hij keek niet mijn kant op. Ik keek rond. Niemand deed anders dan anders.
Misschien heb ik het me ingebeeld‘, dacht ik. En een beetje minder zelfzeker leefde ik de rest van de training uit.
Het bleef blijkbaar hangen tot nu…verbeelding versus realiteit…een vraagstuk? Een constante in mijn leven, toen al?

Toen jaren later een trainer van een andere club zou stoppen met lesgeven, werden we met een aantal turnsters opgeroepen om hem mee hulde te brengen. Ik zag ‘haar’ terug. De turnster voor wie ik een bijzondere bewondering had. Ze trainde in de club die de bestemming was in de paragraaf hierboven. Ik had haar graag ooit verslagen op een wedstrijd, maar op die ene wedstrijd in mijn thuisstad na waar ik tot op een tiende punt naderde, kwam ik nooit in haar buurt. Zij leek zo standvastig, vooral op de balk. Dansen op een slappe koord…

Toen ik haar op de huldebetuiging zag, ging het niet goed met haar. Gebroken relatie, studies die niet vlotten. Depressie die roerde. Waren we een jaar of achttien, negentien?
Een paar jaar geleden heb ik haar online proberen op te zoeken en hoewel ik pal tot in haar vroeger turnnetwerk ben geraakt, ben ik er niet in geslaagd haar terug te vinden. Ook zij blijft hangen in mijn hoofd…ik hoop dat het haar goed gaat.

Mijn jongste dochter kreeg jaren geleden in haar sportclub een charter mee, dat we als ouders moesten ondertekenen. Het was een uitgebreid document en bevatte onder andere de gedragscodes waar trainers zich aan moeten houden.
Misschien is dat geen overbodige luxe zolang kinderen nog niet geleerd hebben op hun intuïtie te vertrouwen en betrouwbare personen aan te spreken voor één en ander escaleert.

Of is het eerder andersom,  een handleiding als houvast voor het moment dat ze het afgeleerd hebben (hun eigen waarnemingen) te vertrouwen en hun verhaal te delen…

En ik nu?
Het is zondag, ik heb net dingen verteld die ik nooit eerder vertelde.
Het waait en een ballon vond mijn koertje.
Ik heb hem opgevist.
Zonder haak hé…dat zou anders een knal geven…

Verrast

Photo by Bekah Russom on Unsplash

nooit beseft dat jij in mij
meer zag dan een geval apart

nooit vergeten hoe je zei
dat ook wel kon wat ik niet zag

vertrouwen is het codewoord
waar jij voor mij aan dacht

toen vond ook hoop mijn duister
en werd Fiducia verdacht 🙂

Uitgeblust

victoria-palacios-355597-unsplash

Photo by Victoria Palacios on Unsplash

Dat ik steken laat vallen zonder dat ik aan het breien ben.
Dat ik het heel vervelend vind om steken te laten vallen, omdat ik mensen dan klein of groter geweld aandoe. En dat is het laatste wat ik wil.
Dat ik soms ook denk dat mensen het niet geloven dat dat inderdaad het laatste is dat ik wil.

Feit is ook dat ik kleine steken soms veel groter maak dan grote realisaties op mijn balans ‘of ik goed bezig ben’.
En dat is een beetje dom. Daar wordt een mens geen sterker mens van.
Gelukkig heb ik wel de vaardigheid om heel kleine verwondermomenten te kunnen verinneren.
Zoals die glimlach van een baby die helemaal gebiologeerd geraakt door een eend annex handpop die moeite doet in gesprek met hem te gaan. Neen, die daarin slaagt.
Of die warme gloed die me vervult bij de vraag of ik af en toe zou willen babysitten op diezelfde kleine baby. Dat ook hij dat fijn zou vinden, glimlacht hij groot.
Dankbaar om het vertrouwen.
Die kleine momenten zinderen soms behoorlijk na. Herwonderen me. Zalig.

Eigenlijk voel ik me vanavond leeg. Daarstraks ook, toen ik aan het woord moest op een studiedag. Dan zeg ik dat tegen het publiek, dat ik moe ben en me dus neerzet om mijn verhaal zo te brengen. En dan voel ik me tijdens de babbel helemaal opkikkeren terwijl ik het dossier doorleef. Zie dat geknik, de gevangen aandacht en de glimlach van mijn collega.

Als ik dat dan zo getuig tegen de tot vanochtend onbekende man met wie ik de rit terug mocht meerijden, zegt hij inderdaad ook verrast te zijn dat ik ‘dat’ vermoeidheid noemde.

Kwart voor negen ´s avonds. En het eten staat op. Nu pas.
Eigenlijk heb ik geen honger.
Maar ik maak het voor mijn oudste en eet een hapje mee. We keuvelen wat. Kleine en grotere verhalen.

Dit weekend neem ik tijd om wat orde in mijn context te brengen.
En uit te sluiten of ik die zomercursus nu al dan niet ga doen.
Goesting zegt ja, ja, ja…natuurlijk want er ligt een leutige toekomst in…met zingeving en waarden.
Verantwoordelijkheidsgevoel en financiën zeggen ‘ja, maar…’.
Eigenlijk is er tot hiertoe niets of niemand die echt ‘neen’ zegt.
Alleen een stukje ‘ik’ ergens heel diep zeurt een beetje, de snoodaard.

Wat was die droom die je een tijd geleden formuleerde?
En zie nu die weg daar naartoe via je microfoon?
Hoe zit het, spelen of spelen?

Morgen hak ik de knoop door.
Lap, de vermoeidheid is alweer verdwenen.

Stabiliteit

ashim-d-silva-149106

Photo by Ashim D’Silva on Unsplash

Misschien nog even schrijven voor het eten dan. Omdat ik besloten heb vanavond mijn laptop toe te laten en te doen wat ik deze namiddag van plan was. Maar niet deed omdat de zon me buiten lokte. En daar heb ik absoluut geen spijt van.
Mysteries…

Het was nochtans wel bitter koud.

Ik was te vroeg op de afspraak vanochtend dus besloot ik even op een bankje aan de tramhalte te wachten vooraleer me naar mijn bestemming te begeven.  Tot mijn tenen en vingers verkleumden en ik stroef opstond.

Ik begon mijn relaas over de fijne gebeurtenissen.
‘Dat is mooi allemaal, maar hoe zit het met je eigenwaardegevoel?. 

Ik doorvoelde de vraag en verdriet kondigde zich aan. Omdat het nog steeds niet goed zit. En dat ik dat wel besef. De waardering die ik van anderen krijg heb ik nog steeds nodig om in evenwicht te blijven. En in de dagen dat ik een zwaar gemoed doorleef, vind ik moeilijk houvast. Maar dat ik goed bezig ben en dapper doorga, dat kan ik aan mezelf wel bevestigen. En ik zie ook al wel vaak dat de complimenten die ik krijg niet zomaar worden gegeven om me tevreden te stellen. Dat ze een grond hebben. Hoewel ik de mededeling… – ik voel de twijfel of ik het hier zou neerschrijven – onlangs schreef iemand me dat mijn ‘mooie ziel’ hem ontroert. Dat heeft nog nooit eerder iemand tegen me gezegd. En ik weet ook niet precies waar ik het een plekje moet geven in mezelf.
Dat het een bijzondere uitspraak is besef ik wel. Ik onderzoek ze dankbaar.

Op dit eigenste moment welt er verdriet op dat getriggerd wordt door die ene uitspraak. Dat is helemaal ok, hoewel het me overvalt.

Mijn levenspad bewandelen is verdomd niet simpel. Dat ik toch een verschil maak voor een aantal mooie mensen doet me doorvechten. De pijn die al jaren vastzit in me, mag mondjesmaat vrijkomen. Het uit zich via verdriet dat ik niet herken. Gisteren schreef ik aan twee mensen dat het me een rijker mens maakt om deze pijn mee te dragen.

Ik heb het geluk dat ik nieuwsgierig ben. Dat ik bewust grenzen opzoek om over de horizon te piepen. Te kijken wat er daar ligt aan de andere kant. En ik hoef echt niet het hele verhaal achter de pijn te kennen. Oh wat is mijn lichaam op dit eigenste moment aan het tegenwringen… Mijn enige hoop is dat mondjesmaat de lading die erop zit lost en ik me wat lichter maar standvastiger mag gaan voelen.

Ik verlang wel naar wat stabiliteit. Houvast voor de moeilijke dagen.
Een wat gefundeerder eigenwaardegevoel dat past bij wie ik ben en waar ik voor sta.

Omdat de tranen me even te overvloedig worden, rond ik hier nu af.
Ik koester de fijne toevallige ontmoetingen met bekenden en minder bekenden, uren en gesprekken vol potentieel en een fossiel dat mijn aandacht vasthield.

De tijd overbrugd. Een lichaam in transitie. Rust lonkt en wint.
Ook dat is Valentijn.

 

.