
het is zalig te zien hoe jouw jeugd
regelrecht uit je buik lijkt te stomen
je dansende ogen omschrijven met goud
de kier in mijn huilende hart
het turven van keren de grenzen betast
hoe ik merk dat ik schrijf en mijn pen me verrast
alleen door jouw gloed te omschrijven
kon ik maar zingen, je trilling weerkaatsen
zal ik dansen of beter nog, schaatsen?
vloeiend en vlotjes in rondjes gedraaid
blote tenen en sporen in ´t strand losgehaaid
was jij het paard in de sportzaal ik zou je bespringen
een overslag, twist met een vrolijke graai
een vreugdekreet, hoog en met heel veel lawaai
maar ik hou het bij schrijven en in stilte verwoorden
wat er met me gebeurt als ik kijk
tot blozende wangen me dwingen naar hier
wat een wervelwind was dat nu weer door die kier
in mijn ogen van beeld naar verbeelding alom
de rots en de zee in verlangen naar meer
dedju toch, dedju. toch die zorgen, … waarom?