Photo by Pablò on Unsplash
Zo overduidelijk heb ik het nooit eerder waargenomen.
Ik werkte op één van mijn vrijwilligerssteks vanochtend. Had net spontaan een collega voorgesteld dat ik haar zou helpen met een vraagstuk waarmee ze wat worstelt. Een datum geprikt. Haar meegedeeld wat ik intussen al gedaan had.
Ook een verslag nagelezen van een zoom-vergadering van vorige week waarvoor ik me verontschuldigd had. Enkele bedenkingen doorgegeven.
Dat ik me net zat af te vragen waar ik me nog op zou focussen toen de directeur binnenkwam met opengeklapte laptop.
Mijn collega was net bij wijze van middagpauze een wandeling gaan maken. Dus legde de directeur aan mij voor wat hij wou communiceren aan de medewerkers over een bepaald project dat op stapel staat.
Ik zag wat hiaten, wees hem erop en toen ook mijn collega aansloot en de directeur zijn consult concludeerde met de woorden ‘goed, ik vraag het na en zet jou als contactpersoon’…wel toen voelde ik heel mijn lichaam zich heel subtiel opspannen.
Ik heb meteen woorden aan de spierspanning gekoppeld, dat ik niet als contactpersoon wil fungeren, dat ik wil meewerken maar niet in een ’trekkersrol’. ‘OK, dan nuanceer ik dat‘, zei de directeur nog.
Ik was een beetje verbouwereerd van mijn eigen reactie.
Heb ik dat echt gezegd?
Heb ik echt deze woorden zo snel aan deze spanning gekoppeld?
Toen de directeur weer vertrokken was vroeg mijn collega nog even door om te achterhalen wat er onder mijn woorden zat.
Het heeft met het gevoel van ‘moeten‘ te maken, denk ik.
Laat mij ‘willen’ en ik verzet bergen.
Maar doe me ‘moeten’ en mijn goesting verdwijnt en ik bouw stress op.
Ben bij mijn vertrek een tijdje later nog even in het bureau van de directeur gepasseerd.
Hij verstond mijn reactie en waardeert de bijdrage die ik wel ‘wil‘ leveren.
Maar dit voorval stemt me hoopvol. Want als ik inderdaad op mijn spierspanning leer te vertrouwen op het moment dat het zich aandient. Als ik me behoed dat de spanning die ik voel bij een intentie niet uitgroeit tot een chronische spanning omdat ik me voor iets engageer en plichtsbewust mijn verantwoordelijkheid opneem, dan denk ik dat mijn herstel een ‘duurzamer’ karakter krijgt.
En ik voel een beetje mijn lichaam opspannen bij het schrijven nu. Tja…
Wellicht omdat ik dit een belangrijk ‘inzicht‘ vind dat voor meer mensen van dienst kan zijn.
‘Wil‘ ik dit delen of ‘moet‘ ik dit van mezelf? 😉
Ik weet niet of het door de drie eutonie-kennismakingssessies komt dat ik zo bewust mijn (energie)grens waarnam en aangaf vandaag.
Het maakt niet uit. Ben er best een beetje trots op.
Misschien is het zelfs nog net iets complexer dan dat. En zat er ook een beetje spanning door de ‘evidentie‘ waarmee de uitspraak gedaan werd.
Misschien wil ik geen ‘evidentie‘ zijn.
Misschien wil ik elke dag ‘verdiend worden‘. Of zoiets.
Dat vind ik eigenlijk wel een mooie gedachte…
Wat als ik daar eens op verder surf?!
‘Gevers zijn niet ‘vanzelfsprekend’.
Ze moeten daarvoor eerst hun grenzen leren voelen en durven aangeven.
En ze moeten verdiend worden. Elke dag.’
Dat is al bijna een antwoord op mijn gedichtje van twee dagen geleden.
En ‘gevers’ mag misschien zelfs vervangen worden door ‘medewerkers.’
In de hoop dat de leiders dan zelf ‘vanzelfsprekend’ zijn.
Deze is idd ene om bij stil te staan. Goed verwoord ook, dank je Fiducia.
Ik worstel er ook mee. Als vrijwilliger werken en sommige vanzelfsprekendheden voelen die eigenlijk behoren bij professioneel en bezoldigd werk. En me dan afvragen: is dit iets wat ik wil of wat ik moet?
Mijn eigen knarsetanden hierin heeft te maken dat ik ook veel wil (geven) als vrijwilliger en het bijna vanzelfsprekend vindt dat ik dit dan nog op een zo professioneel niveau doe ook. Voor mezelf heb ik door dat het ook veel te maken heeft met identiteit. Met maatschappelijk herstel. Met bewijzen dat ik ‘geen profiteur van het systeem ben’. Helaas merk ik … dat het me ook opbrandt. Want het leidt … naar niets dat opbouwt in de richting van het maatschappelijke herstel en erkenning waar ik zo naar smacht. Ik ‘moet’ enkel maar geven en berusten dat meer terug krijgen (loon naar inhoud en daar niet financieel voor afgestraft worden) zal komen ‘van zodra het kan’.