Bewust onwijs

Photo by Inês Pimentel on Unsplash

Het is niet dat ik niet zorgzaam ben voor mijn gemoedstoestand. Dat ik negeer hoe ik me voel en doorga, ongeacht wat er zich aandient. Maar er sluimert een triestheid doorheen mijn dagen, die groter aanvoelt dan mezelf en ik weet amper hoe ik ze moet hanteren.
Een triestheid die volgens mij zelfs niet de mijne is, hoe vreemd dat ook klinkt.
Veel grootser is, allesomvattender.

En het lijkt voor vandaag pas nu, dit laatste uur, dat mevrouw zich even terugtrekt. Plaats maakt voor een sprankel vreugde.
Nu de ovenschotel vrolijk de groentjes gaar pruttelt, mijn oudste dochter zich onverwacht en halsoverkop aan de voordeur heeft aangemeld met de woorden ‘ik kwam hier toch eten hé?!’ en haar zotte afreagerende studiehoofd mama weer eens ongehinderd overdondert.
Tussen de ernstige vragen door. Over vroeger en nu.
Wijze beschouwingen afgewisseld met onzekere reflecties. Mama?!

Mijn jongste dochter heeft vandaag de stilte opgezocht. Is na het ontbijt één en al gerugzakt richting het huis van papa gestapt met enkele samenvattende pagina´s cursus in de hand ter ‘afleiding’ voor onderweg.
Ik verwacht haar binnen dit en tien minuten aan de voordeur om aan te schuiven voor het eten.

Hoe de rest van de avond en de volgende dagen er zullen uitzien weet ik niet. De wens om dat te willen weten, de controle te blijven houden over de planning in mijn gezin, heb ik al enkele jaren losgelaten.
Mijn dochters zijn volwassen. Enkel als ze komen eten weet ik het graag, om hen niet zonder voedselvoorzienigheid te moeten verwelkomen.

Maar dus, doorheen de tristesse die mijn dag oversluiert, draag ik zorg voor mezelf door te schrijven, mijn brein uit te dagen, stilte op te zoeken, te niksen, overpeinzen, reflecteren, dagdromen en doen.
Toen enkele dagen geleden een oud-studiegenoot en intussen heel goede vriend even uitreikte, heb ik zijn verzoek aanvaard en gisteren zijn we een stapje in de wereld gaan zetten.

Het was fijn om hem weer eens te zien, bij te kletsen. Nog steeds had de tristesse de overhand, ik vind ook dat ik niet in mijn optimale doen was qua aangenaam gezelschapsgehalte, maar hij beweert dat hij ons onderonsje gezellig vond.
En ik weet dat hij het zou zeggen mocht hij dat niet heus gevonden hebben. Zo eerlijk is hij wel.

Dat is het vreemde eraan.
Ik kan me slecht in mijn vel voelen en blijkbaar zelfs in die toestand toch iets betekenen voor andere mensen.

Eigenlijk ben ik ook best dankbaar dat ik niet continu in een eufore gemoedstoestand verkeer.
Ik bedoel, waar zou je dan nog dankbaar voor kunnen zijn?
Nu kan ik dankbaar zijn voor de opflakkerende vreugdemomenten. Of de niet-alledaagse alledaagsheden waar de meeste mensen geen aandacht aan schenken.

Misschien stelt de kwetsbaarheid die een integraal deel van me is, me in staat me te verwonderen over wat de meesten onder ons als ‘normaal’ beschouwen. Dus oninteressant.
Al ben ik er zelfs met mijn meest onderzoekende nieuwsgierigheid nog niet in geslaagd mijn eigen transformatieprocessen te doorgronden.
Misschien maar beter ook. Wie weet zou ik anders pogen er controle over te krijgen.
Hoe authentiek ben je dan nog?

Neen, liefst van al ben ik het grote kleine kind.
De leeftijd waar ik ooit in ben blijven hangen omwille van…en die me nu opnieuw, na intensief de meest pijnlijke stukken die in me opgeslagen liggen in de ogen te hebben gekeken, toelaat in algehele nieuwsgierigheid en verwondering stapsgewijs uit te reiken naar de wereld.

Niet te veel ineens.
Op tijd naar bed, dat ook. Om al die indrukken te verwerken.
Hoeveel keer slapen nog voor ik groot ben? 🙂

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.