Photo by David Martin on Unsplash
Net had ik mijn laptop toegeklapt omdat de intentie om aan een blogbericht te beginnen de reflectie ‘waarover dan?’ teweegbracht.
Bovendien is de avond nog jong genoeg om inspiratie te vinden.
Vind ik een creatieve kronkelgedachte in iets dat ik net voor mijn voordeur vond.
Herlees ik veiligheidshalve mijn blogbericht van gisteren en moet ik tot de conclusie komen:
‘potverdikkeme, de aliens hebben me gevonden!’
De lach die de productie van bovenstaande zin vergezelt zal ik seffens misschien pseudo-spontaan trachten te herhalen als ik een audio-versie maak van mijn verhaal. Ik zeg wel ‘ALS’. Verwacht niet en je wordt niet teleurgesteld.
Da´s wijsheid van mijn papa.
Het was nog net niet donker toen ik terug thuis arriveerde daarstraks, mijn sleutel opsnorde om de deur open te doen en op de grond iets zag liggen dat ik niet kon thuisbrengen. Dus heb ik me gebukt, het in mijn handen genomen en naar binnen gebracht.
Thuisgebracht dus, alsnog.
Want de uitzondering op de regel van ‘niet kunnen’ zegt dat het wel kan. Toch?!
Ik liet ‘het’ verder links liggen, begon wat met financiën te puzzelen hoewel dat absoluut niet mijn favoriete bezigheid is, tot ik ‘het’ weer in mijn vizier kreeg.
Een klein multiplex rechthoekig plaatje met afgeronde hoeken, pakweg 17mm op 40mm groot en een 5-tal mm dik.
Gelaserde letters of variaties op letters. En een getal. Dat aan de achterkant in spiegelbeeld stond en bij nader inzien gelaserd leek want ik kon dwars doorheen de randen kijken. Fijn, loepzuiverrecht…cool!
Aaargh!!, krijste de Alice in mij. Dat witte konijn dat me daarstraks door het konijnenhol sleurde op de tafel bij mijn lichaamstherapeut, heeft de Aliens verwittigd! De snoodaard!
Oh, wat ben ik me hier weer aan het amuseren met mijn fantasie…
Ik herinner me nog toen ik het mysterie opraapte dat ik dacht: ‘wellicht uit een spelletje gevallen.’
Ook kwam even de associatie met de afhaalchinees naar boven, waarbij de leemtes een gerecht voorstelden met het getal als codewoord om aan de telefoon door te seinen.
Wie bedenkt nu zoiets?
Of misschien is er nu een kind dat tranen met tuiten huilt omdat het haar eerste laseroefening heeft voltooid bij wijze van kerstactiviteit op school en intussen dus haar resultaat kwijt is.
Lieve schat, je werk is in goede handen. Het krijgt een heel verhaal.
Droog je tranen mijn kind, oh kind toch,
Geef toch een glimlach cadeau
Tover wat kleur op je wangen
Trek eens een vrolijke snoet
Toe laat je hoofd niet zo hangen
Een lach doet iedereen goed
Droog je tranen mijn kind, oh kind toch
Ik let op je plaatje
Tot jij weer la-acht
Vrij naar Bonnie St. Claire.
Waar haalt ze dat nu weer vandaan? Associatie. Meer dan een samengaan van verschillende organisaties. Verbinden van zaken die het brein wil klutsen. Moet ik er trouwens het woordenboek bijhalen? Neen he?! Niet dit keer.
Wat ik me nu ook afvraag is of ik een foto van dat ding zou maken en boven dit werkje zetten…
Of laat ik het mysterie wat voortbestaan?
Dat laatste. Uiteraard. Niets zo mysterieus als een deel van het verhaal niet vertellen. Niet tonen.
Hup verbeelding, laat de poppetjes dansen.
Wat me brengt bij de vrouw in de trein een paar dagen geleden. ‘Wat ben je met een goed verhaal als het niet goed verteld wordt’.
Zei ze het zo? Of moet ik ook daarvoor even opnieuw gaan kijken?
Seg, doe het zelf! 🙂
Wat kan ik nog betekenen voor deze avond?
Wacht. Ik zal zorgen dat er na de avond en nacht weer een ochtend komt.
Pffft, wat leg ik me nu weer op. Zal al maar vast beginnen tijdbreien.
Ze zei het zo. 🙂 (À propos – gaaf zenkaboutertje!)
En dat ik wist dat je op de kabouter zou reageren Peter. Ik kon hem niet onaangeroerd laten staan.
🙂