Photo by Tim Mossholder on Unsplash
Zonet heb ik aan mijn buur beloofd dat als noch het sociaal huis, noch hun huisbaas het gefixt krijgt dat ze binnenkort verwarming hebben in hun vochtig huis (dat blijkbaar toch voldoende voldoet aan de Vlaamse Wooncode – cijfer negen, whatever that may mean), dat ik dan zorg dat er een chauffagist hun verwarmingsketel inspecteert slash repareert. En dat ik dat zal betalen.
Dat ze zich tot zolang hier mogen komen warmen als het nodig is en ze dat wensen.
Maar dat hen ook te slapen leggen voor mij wat moeilijk ligt gezien de open structuur van mijn huis.
Dat op die manier straks iedereen aan mijn deur staat? Dat kan.
Maar wellicht niet met zulke overheerlijke vegetarische loempia´s.
En ook niet met het verzoek een paar documenten door te lezen en voor hen te hertalen, nadat ik met aandrang vroeg me een antwoord te geven op de vraag hoe het nu gaat met hem, zijn vrouw en hun woonsituatie.
Waarom ik dat doe? Puur egoïsme wellicht. Die loempia´s doen het em. Duh!
En, gezien de felheid waarmee ik hier op mijn toetsenbord klater, ook omdat ik – vloek verwijderd – niet kan aanzien hoe mensen de dupe worden van systemen. En ik, tot mijn dood hen spijt, zal roeien op gerechtigheid.
Trouwens ook uitgelegd wat die bedragen betekenden op de papieren over hun pensioenplan. Wat die in de toekomst volgens mij zullen betekenen heb ik verzwegen. Deze mensen hebben nu geld nodig, niet virtueel.
Over systemen schreef ik enkele dagen geleden nog een gedicht, naar aanleiding van een verhaal dat me via een vriendin bereikte.
Leed
hoe ik mij in haar herken
het incasseren, dulden dragen
bijna niet meer durven vragen
fout systeem
gerechtigheid
het lichaam schrijnt
de kracht verdwijnt
verdween
is misschien nooit geweest
ja stel maar uit jij doof systeem
een mens is toch ooit beest
geweest