Laat ik bij deze ochtend beginnen.
Ik schiet wakker met het besef dat ik een voorleessessie heb in de bibliotheek. Had ik de wekker gezet? Ben ik nog op tijd?
Weinig besef van tijd immers dezer dagen. Het lijkt of mijn be-leef-tijd zich eindeloos uitstrekt, hoewel het door-leven van de momenten intens aanvoelt, veel intenser dan ik gewoon ben.
Energieverhoudingen die zich aan het herschikken zijn in mijn buik.
Handen die als vanuit het niets beginnen muziek spelen, op de melodie die ik in mijn buik ook voel. Zeer subtiel. Rustgevend. Ik die nog de touwtjes in handen schijn te hebben. Al voelt het allemaal heel vreemd, toch is het ook vertrouwd. Met die momenten dat ik in psychoses zat en niemand leek te begrijpen wat ik en mijn lichaam wilden vertellen. Nu is er niemand die het omwille van mijn gedrag nodig vindt om hulp in te roepen. De band met mijn kinderen zit goed. Veel diepgaandere gesprekken dan ‘normaal’. Maar ach, wat is ‘normaal’?
De meest bevreemdende ervaring had ik enkele nachten geleden. Wakker worden en even de trap afdalen om naar het toilet te gaan. Me onderweg koortsig afvragend in welk tijdsbestek ik me bevind. Ben ik deze keer de moeder of het kind? Ik zie mijn dochter in bed liggen dus besluit ik dat ik de moeder ben en me dus ook als dusdanig zal gedragen. Het lukt of ik doorheen de tijd gereisd heb. Intens.
Een andere keer dat ik wakker schiet en huil…iemand ergens heel ver hoor roepen. Het is mijn oudste die vraagt waarom ik huil. Oudste dochter, dus ben ik de moeder. Dus raap ik mezelf bij elkaar en zeg rustig ‘Ik had een nachtmerrie schat’. Ze zegt iets in de trant van ‘heb je iets nodig?’ Ik vraag om een knuffel, die krijg ik en ik bedank haar erom.
Het blijven vertrouwen op het proces kent her en der een hapering. Maar de liefde die ik dezer dagen ervaar is zo groot dat ik ‘vertrouwen’ stevig op me plak. Intens. Nodig. Kwetsbaar maar erg moedig. En huilend nu, dan toch…
Dankbaar ook, dat ik mag doorleven wat ik te doorleven heb. Dat er mensen zijn die van me houden.
En dat er kleine ukjes in de bibliotheek zijn die mijn apekuren nadoen.
Glimlach. Laat ik daarmee afsluiten.