tussen de laatste regels van dit dicht
daar, ja daar, rust wie ik ben
nochtans is rust niet wat ik ken
althans niet in mijn hoofd
het vergt me grote moeite
zelfs als de laatste prikkel dooft
smeul ik nog na of kwijn ik weg
tot ik tegen mezelf zeg
stop
het is genoeg geweest
de stekker uit
laat los dat beest
ja, wie herstelt
be/le-eft het meest