Photo by Anton Repponen on Unsplash‘
Reizigers uit het laatste rijtuig kunnen niet uitstappen wegens perronbeperking.‘
Oh wat ben ik blij deze regel te vinden in mijn concepten.
Opgepikt in de trein vanochtend, nu klaar om verder op door te breien.
Ik hou daar wel van, van mensen die creatief omgaan met taal. Ik durf ook al eens zelf woorden te verbasteren omdat ik vind dat er wel wat inzit. Herwonderen, verinneren, venstertijd. Ah neen, dat laatste woord blijkt echt te bestaan volgens van Dale.
Zoek het maar op, ik ga u dat hier echt niet voorkauwen, wat denkt u wel…
Luieraar! 🙂
Ik moet het ze nageven, die conducteurs van vandaag. De hele trein toespreken en eventueel geklungel met de microfoon zonder rode wangen dragen als ze bij de ronde die volgt ’treinkaartjes alsjeblieft – dankuwel -alsjeblieft’ dichten. (Merk trouwens op hoe ze switchen tussen je en u). Dat ze nu ook telkens al naar de microfoon moeten grijpen als we voor een rood sein staan. Of als er mensen op het spoor lopen. Of om te zeggen dat we langzaam door zullen rijden aan vijf kilometer per uur ondanks het rode sein. Slik.
Alleen wanneer de machinist de vertraging tracht in te halen door over de rails te razen als een gek waarbij ik me toch wel erg benauwd overgeleverd voel…dan zegt de conducteur niets. Tikt zijn collega niet op de vingers. Maant de reizigers niet aan om hun veiligheidsgordels aan te doen, elkaar stevig vast te houden of hun koffers van de bagagedrager te halen. Voor het geval er een rood sein komt en de machinist alleen nog abrupt kan stoppen bijvoorbeeld.
Misschien denk ik teveel in doemscenario´s. Maar de hoeveelheid boodschappen dat over de perrons dwarrelt over technische problemen bij ‘vorige treinen’ lijkt me echt wel te zijn toegenomen. Mogelijk komt dat door het feit dat ze je nu meer informeren. Wat dan weer een goede zaak is.
Ja, ik leg al eens wat meer linken dan de gemiddelde mens …misschien moet ik het loslaten.
Let go and let come.
Eigenlijk heb ik niet echt iets te vertellen vanavond. Had een fijne dag. Mijn baas vroeg vanochtend wel ‘is het nog steeds van dat?‘ Tja, hij kent me inmiddels. Maar ik mag lustig op mijn schommelingen surfen als ik er geen rommeltje van maak. Het moet plezant blijven. Toen ik vanavond het kantoor verliet, passeerden we elkaar. En ik had op dat eigenste moment een heel gezellig binnenpretje waar ik net stiekem in mijn vuistje om aan het lachen was. Had hem niet opgemerkt. Was effe schrikken. Net geen rode wangen. Maar er was ook geen microfoon in de buurt. Denk ik. Slik, weeral… 😉
Hij vroeg hoe de workshop gegaan was. Ik was het al vergeten. Maar hij was goed gegaan. Wat me doet denken dat ik vanavond nog even moet voorbereiden voor een vrijwilligende schrijve-rijles van morgen…Mijn co-begeleidster komt niet opdagen omdat ze ziek is. Net nu ik eens achterover wou leunen en lekker naar weer niets op de TV wou kijken.
Neen, het zal wel niet te lang duren.
Fijne avond nog daar, lezer van me :-)!
Ik ben teveel een luieraar om het op te zoeken 🙂 Ik reis te weinig met de trein om te weten of er de laatste tijd meer wordt omgeroepen dan vroeger. Je kunt ook te ver gaan misschien met de mededelingen. Dat zo’n conducteur meldt wat-ie gisteren gegeten heeft bijvoorbeeld. Of dat de machinist een oogje heeft op Betsie van kaartverkooploket nummer drie. Willen we dat weten? Nou…. misschien wel eigenlijk 🙂 Het geeft vast stof voor een gesprek in de coupé. Succes met de voorbereiding!
Goh, ik zou dat willen weten. En hoe Sarah van loket 5 daar dan mee omgaat…daar heb ik trouwens geen goed oog op. Je zou voor minder een wissel saboteren. Merci om mee te surfen Peter!