Bij mijn weten ligt er in de organisatie waar ik werk geen visietekst over de inzet van ervaringsdeskundigen in de la van de directie. Ooit goedgekeurd door de Raad van Bestuur na wijs beraad. Toch werk ik er nu iets meer dan zes maanden en ben ik net aangeworven omdat ik inmiddels al tien jaar deuren plat loop op mijn eigen-wijze manier in de sector van de geestelijke gezondheidszorg.
Tien jaar als vrijwilliger. Als iemand die weet wat het is om chronisch psychisch ziek te zijn, dagelijks nog keihard knokt om daarmee om te gaan en zo meer inzicht krijgt in eigen denkpatronen en vooroordelen. Wijs te worden, zeg maar. En inzichten over wat ze ervaart, leert en oppikt te delen.
Als iemand die zo gevoelig is dat ze geen woorden nodig heeft om kink in een sfeer te vatten, maar dat aspect pas kon plaatsen nadat ze een vorming ‘hoogsensitiviteit: gave of opgave’ volgde, nu alweer vijf jaar geleden. Niet georganiseerd door de sector waarin ik me begeef overigens. Of hoe vreemd het is, om zelfs met je diagnose ineens niet meer zo vreemd te zijn tussen andere mensen die toevallig ook hooggevoelig zijn.
Was dat mijn intentie, werken in de Geestelijke Gezondheidszorg? Helemaal niet.
Had ik er een visie over? Helemaal niet.
Ervaring? Dat wel, als patiënt in diverse opnames.
Die visie en intentie zijn gegroeid. In de eerste plaats door te ervaren hoe eenzijdig de blik op zorg vaak is bij hulpverleners. Het sterke wij-zij denken. En het zien welke kloven kunnen dichten als je er een brug tussen bouwt. Tussen dat ‘wij’ en ‘zij’. Want ook onder de ‘wij’ van hulpverleners functioneren ’zij’ die ook de pet van de patiënt dragen. Maar er niet voor durven uitkomen omdat ze dan hun job kunnen verliezen.
Want hoe kan je voor anderen zorgen als je zelf niet helemaal ‘gezond’ bent, toch?
En ik zwijg nu even over de plaats van de familie, om het niet nodeloos ingewikkeld te maken.
Maar laat net dat onderdeel ‘inzet van ervaringsdeskundigheid’ deel hebben uitgemaakt van wetenschappelijk onderzoek. En laat nu net aangetoond zijn dat de inzet van ervaringsdeskundigen het herstel van de patiënt in de geestelijke gezondheidszorg bevordert.
‘Ja maar, hoe moet dat dan?’ hoor ik u denken. ‘We kunnen toch geen patiënten aannemen, die zijn onbetrouwbaar.’
Ja, dat zou je als werkgever kunnen zeggen.
Maar mag ik dan twijfelen aan uw goede zorg? Want waarvoor lapt u uw patiënten op? Zodat ze terug een rol kunnen opnemen in de maatschappij, toch?
Zodat ze weer betaald aan de slag kunnen misschien, toch?
Zodat ze u in die zorg voor anderen kunnen bijstaan ook? Of is dat toch net een brug te ver?
Ik werk nu zes maanden halftijds als betaalde frisdenker bij mijn huidige werkgever. Daarvoor werkte ik de helft van de uren bij een startup bedrijf. Daar had ik heel vaak mijn jobcoach nodig om mezelf in gezonde banen te blijven houden. Bij mijn huidige werkgever heb ik nog amper op die dienst beroep gedaan. Maar het besef dat ik iemand kan contacteren als ik het moeilijk heb op het werk, dat is een hele geruststelling. Dat mijn eigen-wijsheid en kwetsbaarheid bespreekbaar mogen zijn op de werkvloer is een steun. En werk mogen doen waarin ik geloof en waarvan ik zie wat het effect is op mensen die ik her en der inspireer of hoop geef, dat is waarvoor ik het doe.
In goede en kwade dagen.
De menselijke kant, zeg maar. De menselijke kant van zorg.
Mmmh. Dat vind ik wel een mooie om het weekend mee in te nemen.