Vanochtend hadden we samen vergaderd over de verdere uitbouw van depressiehulp.be. Eén van mijn vrijwillige engagementen. En op de terugrit hadden we het dus over de prijs van het treinticket. Hij mailde me die prijs deze namiddag door. Ik was opgelucht dat het net evenveel was als de rit op mijn rail pass. En in mijn antwoord zonet op zijn mail plaatste ik nog een voetnoot: (…) dat ik me heel erg ‘gewaardeerd’ voel in de kliek van depressiehulp. Voelt fijn. Warm dankjewel voor je bijdrage daaraan 🙂
Het deed me denken aan een voorval eerder deze week. Een aantal dagen geleden reageerde ik op een artikel op Linkedin over de meest effectieve leiderschapsstijl. Ik vond het vreemd dat nergens in het artikel het woord ‘luisteren’ voorkwam in één of andere vorm. En dat meldde ik ook in een commentaar. Vandaag zag ik hetzelfde artikel verschijnen in het Engels, met een ietwat vrouwelijke toets in de begeleidende foto en titel. Leading with style.
Ik volg al enkele jaren vanop afstand wat gezegd en geschreven wordt over leiderschap. Misschien omdat ik zelf een goed voorbeeld wil zijn. Misschien omdat ik graag werk voor iemand die sterk waardengedreven leiderschap toont. Ik weet het niet. De ambitie om zelf een leiderschapscursus te volgen heb ik alvast niet.
Het idee dat een leider volgers ‘moet’ hebben vind ik ook al zoiets vreemds. Als ik al een leider zou willen zijn, dan eentje waarvan je niet weet dat hij de leider is. Eentje die ervoor zorgt dat je zelf leiderschap opneemt in datgene waar je hart een sprongetje van maakt.
Trouwens, ik ben een groot deel van de tijd een lijder. En daar kan je zelfs met wat creativiteit geen omelet uit halen.
Maar sprankels in de ogen van anderen zie ik wel vaak verschijnen.
Zoals bij Manon een poos geleden, haar oogsprankels waren zeer intens. En dat alleen omdat ik ervoor koos tijd te nemen om een boekje voor haar te lezen. Of mijn beste vriendin, toen ik eerst het woord wat geladenheid gaf en dan aandrong dat ze zelf als ontbijt het ‘triootje’ bestelde bij de niet onknappe ober. Sprankels, gestotter en gelach. Dit geheel terzijde overigens. Behoorlijk ‘stijlloze’ anekdote. Maar sprankelen deed ze wel.
Wat ik wel hoop is dat via de dossiers waarin ik me vastbijt, samen met collega´s over de organisatiegrenzen heen, het leven van kwetsbare mensen draaglijker wordt. Dat hun ogen mogen gaan glanzen en hun hart ietsje sneller gaat kloppen, tussen de pijn door.
En zo een hoopje hoop ontstaat. Dat groeit.
Op weg naar overschotten hoop om te herverdelen.
Daar kan geen geld tegenop.
Die reis is onbetaalbaar.
Ik ben dankbaar dat ik mag doen wat ik doe.
Eén antwoord op “Lijden met stijl :-)”