Als het leven je ontglipt

Photo by Viktor Forgacs on Unsplash

Als het lijkt alsof je niets meer kan
je leven door je vingers glipt
de zetel lonkt je bed je claimt
als alles pijnlijk wordt en vreemd

als je zo twijfelt aan jezelf
hoewel je wereld best nog draait
al blijft de wijzer staan op zelf
en lonkt de plek vlakbij de haard

weet dat een nieuwe ochtend komt
ontbijt straks lacht, leven weer vonkt
vergeet mij niet waar je ook gaat
je bent er nog. hebt het gehaald

ja, moedig toch
is dat jouw aard?!

Wat als

Photo by Nicolas Hoizey on Unsplash

wat als ik zeker was op elk moment
niet vreesde hoe een fout me kwelt
als leven ‘zijn op aarde’ was
zoals het pluisje dat me zag
in zoeken naar het juiste woord
reik me een knuffel en geen koord
wat als geen twijfel naast me stond
wat als ‘wat als’ niet meer bestond…

De laatste zon

Photo by Caseen Kyle Registos on Unsplash
De laatste zon

De laatste zon schijnt op de gevels
blik omhoog.

En kijk.

De weg vertrouwd maar nieuw vandaag
ik kijk omhoog.

Zo wijs.

De richting van oneindigheid
de zon nabij als vederlicht
ik aarzel niet
ik dicht de tijd

En morgen kom ik thuis.

Zinsbegoocheling

Photo by Peggy Anke on Unsplash

Ik heb nooit leren goochelen
hoe kan ik dan ontgoocheld zijn
teleurgesteld om zoveel schijn
voel ik me erg misleid

Is leiderschap niet meer dan dat
bestaat dan ook Miss Leit
baart pionieren meer van dat
hoe geraak je een illusie kwijt

Lorgnet

Photo by Bud Helisson on Unsplash

het duister wil niet wijken
ik geraak flink op de dool
een bril is aanbevolen
een lorgnet, ietwat frivool

met het handvat in mijn foute hand
kan ik de tijd doen keren
zo word ik wellicht weer bestand
tegen diep donk’re zeren

Het goede

Photo by Hanna Zhyhar on Unsplash

‘Je verliest de verbondenheid met mensen die je veroordeelt.’

Ik had gevraagd wat zij van deze uitspraak vonden.
Hij vroeg: “oordelen, veroordelen of beoordelen?” Ik keek voor de zekerheid even opnieuw in mijn notities. Ik had dus gevraagd ‘veroordelen’, bij oordeel verwerpen dus.
Daardoor was het antwoord in de groep unaniem:
“Ja, dan verlies je de verbondenheid.”

Als je slechts oordeelt, volgens van Dale dus ‘tot een gevolgtrekking komt door te redeneren’ is er nog altijd de optie je met meer ogen op de kwestie te richten en in een co-creatief redeneringsproces en groepswijsheid tot een andere gevolgtrekking te komen.

Het is zeker niet bevorderlijk voor de verbinding om te oordelen. Ook niet voor de verbinding met jezelf trouwens, als je nogal eens de neiging hebt om streng te zijn over je eigen doen en laten.
Of eigen denken en voelen zelfs misschien…

Het helpt al een beetje om je bewust te worden van die malende uitspraak in je hoofd en ze te benoemen als ‘oordeel’. Te bekijken of er geen alternatieve invalshoeken zijn om de kwestie of persoon te benaderen. Een beetje aan onderzoek te doen. Te vertrekken vanuit de waarnemingen.

‘Geen gedrag is vreemd als je de context in rekening brengt.
Eén van mijn ‘wijsheden’.
Wat niet betekent dat het gedrag altijd goed te keuren is, maar onderzoeken vanuit welke behoefte bepaald gedrag zich stelt kan verrassende inzichten geven.

Zo is het concept ‘vrijheid’ een basisbehoefte die door verschillende mensen en groepen anders wordt ingevuld. Zo heb je, om er een paar te noemen, vrijheid van meningsuiting, vrijheid om te beschikken over je eigen lichaam en vrijheid om te gaan en staan waar je wilt. Niet iedereen geeft dezelfde invulling aan die vrijheden. Niet iedereen heeft zelfs echt de vrijheid om zich ook daadwerkelijk vrij te kunnen noemen.

Misschien zitten we teveel in ons hoofd en te weinig in ons lichaam.
Ons lichaam is wijs en oordeelt niet. Het geeft eerlijk aan of er ergens een problematische energie zit en/of dwingt ons tot stilstaan in het slechtste of moet ik zeggen ‘beste’, geval.

De slogan van Radio 1 vind ik wel een mooie: ‘Alles begint bij luisteren’. ‘
Luisteren met alle sensoren die we hebben. Dat zou ik eraan toevoegen…
Luisteren naar behoeften. Van onszelf en van anderen.
Dat, overgoten met een grote portie eerlijkheid.

‘Je kunt niet in je eentje bepalen wat het goede is.’
Hoe denken we intussen over deze uitspraak?

Verankeren

Photo by Gabriel Rodrigues on Unsplash

Dit keer heb ik het durven vragen.

Ik was pas vertrokken met de fiets toen ik haar de voordeur uit zag stappen. Een stoffer in de hand, een blik op de rij auto´s aan de overkant van de straat. We groetten elkaar, zoals we altijd doen. Soms aangevuld met een heen en weer babbeltje.

Ik hield even verderop stil.

We zaten vroeger in de middelbare school in dezelfde turnkring. Zij bij de juffers, ik bij de wedstrijdturners al nam ik ook meestal deel aan de lessen van de juffers. We hadden toen geen nauwe band. Het moet ergens 2005 geweest zijn toen ik haar voor het eerst weer tegenkwam op een perron in Brussel Noord. Beide wachtend op dezelfde trein richting Jette om er te gaan werken.

Destijds en ook nadien vroeg ik het niet maar dit keer stopte ik dus en stelde de vraag ‘mag ik nu eens wat vragen, klopt het dat jij Kathleen heet?’.
‘Neen, Marleen’, zei ze, ‘maar iedereen noemt me Leentje.’
Oef, dan zat ik er niet ver naast.

Ik had het destijds niet durven vragen omdat zij duidelijk mijn naam wel kende. Wat me nog al wel is opgevallen bij andere mensen die ik ‘van gezicht ken’ uit de turnkring. Wedstrijdturners staan nu eenmaal wat meer individueel in de kijker dan iemand die in de afdelingen turnt. Ik had het niet durven vragen toen ik haar zeventien jaar geleden weer ontmoette. Dom eigenlijk.
En na al die jaren en korte fijne babbels die volgden, durfde ik het zeker niet meer te vragen, hoewel de vraag telkens aan mijn bewustzijn wriemelde.

Maar ze stond dus met een stoffer in de hand op de stoep. Ik maakte er een grapje over.
‘Ja, ik was net bezig de deur af te stoffen toen ik me afvroeg of ik de deuren van de wagen wel had afgesloten daarstraks.
Waarop ze de daad bij het woord voegde en even met uitgestrekte arm en een klik op de juiste knop in gesprek ging met haar wagen.
Hij pinkte terug. Afgesloten.

‘Ga je maar lekker ontspannen’ zei ze nog, nadat ik haar had verteld waar ik naar op weg was.
Dat heb ik dan maar gedaan.
Een beetje minder onzeker nu dan bij al die vorige ontmoetingen, omdat haar naam nu wel verankerd zit.

Dom eigenlijk, om het ongemak zo lang te laten voortduren…

Billijken

Photo by saiid bel on Unsplash

Het was een woord dat ik niet kende, toch niet als werkwoord.

Billijken.

Ik kende de uitdrukking ‘een billijke vergoeding’ maar werkwoord-variant was me vreemd.
Van Dale zegt “gepast achten, goedkeuren.” Ik weet niet meer in welke context mijn gesprekspartner dit werkwoord gebruikte. Ik gaf alleszins aan dat ik het niet kende.

Nu is het in het kader van een uitbreiding van mijn woordenschat een kwestie van het woord te integreren in mijn dagelijks taalgebruik, anders ben ik het zo weer kwijt. Maar…het bekt niet bij mij. Ik krijg het niet in mijn mond gelegd.

Waarom moeilijk doen als het gemakkelijk ook kan, niet?

Ik gebruik wel ‘gepast achten’of beter nog ‘gepast vinden’ of ‘goedkeuren’ als het aan de orde is. Ook met een beperkte woordenschat kom je al een heel eind.

Billijken doet me misschien teveel denken aan de roze billekes van een baby. Al is het misschien niet gepast, niet billijk, dit als voorbeeld te nemen in deze context.

Nu, ik hou van taal, daar niet van.
Maar dit woord, neen, het wil niet bekken.

Het zij zo.

Ontwaken

Photo by Ashley Batz on Unsplash

in het beseffen dat ik dicht
opent zich een perspectief
in lijn maar niet in kaart
wriemelt zich vertrouwen

zoals een lijn haar -stuk ontkent
als beide eindjes raken
zo ook krijgt mijn gemoed een draai
in dichterlijk ontwaken